[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van de informele Raad voor Concurrentievermogen van 4 en 5 juli 2019

Raad voor Concurrentievermogen

Brief regering

Nummer: 2019D31207, datum: 2019-07-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-30-464).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 30-464 Raad voor Concurrentievermogen.

Onderdeel van zaak 2019Z15173:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen

Nr. 464 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 juli 2019

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), het verslag aan van de informele Raad voor Concurrentievermogen die op 4 en 5 juli plaatsvond in Helsinki, Finland.

Tijdens deze informele Raad is gesproken over onderzoek en innovatie als drijvers van duurzame groei, missies als strategisch middel in Horizon Europe, en de uitdagingen en kansen voor duurzame groei in de EU op het gebied van de interne markt, de digitale economie, en een modern industriebeleid. Ook is van gedachten gewisseld over duurzame groei en de verbinding tussen concurrentievermogen en klimaatneutraliteit.

Vanwege het informele karakter van deze Raad vond er een vrije gedachtewisseling plaats, zonder besluitvorming.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer

Verslag informele Raad voor Concurrentievermogen van 4 en 5 juli 2019

Onderzoek en innovatie als drijvers van duurzame groei

Tijdens de informele Raad voor Concurrentievermogen (Onderzoeksdeel) op 4 juli jl. heeft de Raad in de ochtend gedebatteerd over het belang van onderzoek en innovatie voor duurzame groei en een sterk Europa. De Europese Commissie gaf aan dat we de komende tien jaar moeten inzetten op duurzame groei en op die manier de concurrentiepositie van de Europese Unie versterken. Onderzoek en innovatie zijn de belangrijkste drijfveren om deze ambities te bereiken. Betrokkenheid van publieke en private partijen en de samenleving is daarbij van groot belang.

Dit pleidooi werd onderschreven door de presentatie van professor Sylvia Schwaag Serger van de Universiteit van Lund. Zij benadrukte tevens dat daarvoor over de grenzen van het eigen onderzoeksveld en/of beleidsveld heen gekeken dient te worden. Om dit te faciliteren dient er ook een goede aansluiting met onderwijs gemaakt te worden, zodat de juiste vaardigheden worden meegegeven. Kjell Forsén, CEO van Vaisala (wereldleider in meetinstrumenten voor het milieu) voegde hieraan toe dat samenwerking in ecosystemen tussen onderzoeksinstellingen, bedrijven, overheid en de burger van over de hele wereld noodzakelijk is; werk samen met de beste partijen, ongeacht waar zij zitten.

De lidstaten onderschreven het belang van duurzame groei en de rol die onderzoek en innovatie hierbij speelt. Onderzoek en innovatie is belangrijk voor allerlei onderwerpen, mede om die reden is het belangrijk dat er over meerdere sectoren wordt samengewerkt en geïnvesteerd, zowel binnen onderzoeksinstellingen, bedrijven en tussen nationale en regionale overheidsinstellingen. Zowel nationaal als door het zoeken naar synergiën met andere Europese Programma’s, zoals Structuurfondsen en Digital Europe Programma. Ook de rol van onderwijs en vaardigheden werd veelvuldig onderschreven. Hierbij is het bovendien belangrijk dat er een balans is tussen bottom-up fundamenteel onderzoek en sleuteltechnologieën en top-down aansturing, zoals bij de missies binnen Horizon Europe.

Nederland, gesteund door diverse andere lidstaten, bracht hierop nog aanvullend in dat een volledige transitie naar Open Science zeer belangrijk is. Ook dat kan economische groei bevorderen.

Missies als strategisch middel in Horizon Europe

Professor Mariana Mazzucato van het University College London presenteerde in de middag haar tweede rapport over missies: «Governing Missions in the European Union». Zij schreef dit in opdracht van de Europese Commissie. In het rapport benadrukte zij het belang van over grenzen van sectoren en beleidsvelden heen werken waarbij overheden bepaalde risico’s zouden durven nemen bij investeringen in onderzoek en innovatie. Missies zijn sturend, maar maken ook gebruik van bottom-up onderzoek en innovatie om tot de beste oplossingen te komen. Om missies te laten slagen dienen er verschillende financieringsinstrumenten en een goed aansturingsmodel voor missies te zijn waarbij dynamische ecosystemen bevorderd worden. Tevens is het belangrijk om de burger te betrekken bij selectie, implementatie en evaluatie.

Eurocommissaris Moedas gaf in het verlengde van deze presentatie aan dat er 2100 aanmeldingen waren voor de leden van de missionboards. De Europese Commissie deelde nu mede wie de vijf voorzitters waren geworden voor deze missionboards: Connie Hedegaard («Adaptation to Climate Change including Societal Transformation»); Harold zur Hauser («Cancer»); Pascal Lamy («Healthy Oceans, Seas, Coastal and Inland Waters»); Hanna Gronkiewicz-Waltz («Climate-Neutral and Smart Cities»); en voormalig Minister van Landbouw Cees Veerman («Soil Health and Food»). Eind juli verwacht de Europese Commissie de overige leden van de missionboards bekend te maken.

Na deze mededeling gingen de lidstaten uiteen in deelsessies om te spreken over missies als strategisch middel in Horizon Europe. Tijdens deze deelsessies heeft Nederland benadrukt dat missies de potentie hebben grote impact te bereiken en van EU-toegevoegde waarde te zijn. De onderwerpen van de Missies op EU-niveau sluiten goed aan bij de missies binnen het missiegedreven topsectoren en innovatiebeleid. Tot slot gaf Nederland aan dat het belangrijk is om in het Europese missieproces belanghebbenden en burgers te betrekken.

Interne markt, digitale economie en modern industriebeleid als drijvers van duurzame groei

Tijdens het onderdeel interne markt en industrie op 5 juli heeft de Raad gesproken over het belang van een geïntegreerde aanpak van verschillende beleidsterreinen. Eurocommissaris Bieńkowska benadrukte het belang van een versterkte interne markt als voorwaarde voor de EU-lidstaten om relevant te blijven op wereldniveau. Een andere voorwaarde is om te blijven investeren in nieuwe technologieën zoals kunstmatige intelligentie en 5G.

Het Finse voorzitterschap had drie vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven uitgenodigd om te spreken over het onderwerp en hun ervaringen op de interne markt te delen. De drie sprekers gaven aan dat de sterke concurrentie in de EU, mede door het Europese mededingingskader, Europese bedrijven sterk heeft gemaakt. Desondanks zijn er nog veel verschillen tussen lidstaten in de interne markt, deze beperken de schaarvoordelen, bemoeilijken de handel en beperken investeringen. Bij versterking van de interne markt is nog veel te halen op het gebied van bijvoorbeeld data. Verdere versterking moet ondernemers de mogelijkheid bieden om kansen te benutten op het gebied van digitalisering en verduurzaming. Daarnaast zouden bedrijven beter kunnen profiteren van de interne markt als er meer Europese normen ontwikkeld worden voor nieuwe industrieën en technologieën Ook zouden er meer investeringen gedaan moeten worden in onderzoek en innovatie. In de hierop volgende discussie gaven veel lidstaten aan dat investeringen in toekomstbestendige vaardigheden gewenst zijn.

Met betrekking tot industriebeleid en de externe dimensie hiervan hebben lidstaten gesproken over het veiligstellen van de voorsprong op het gebied van sleuteltechnologieën. Om wereldwijd een vooraanstaande positie te behouden zou volgens meerdere lidstaten geïnvesteerd moeten worden in kennis en innovatie op het gebied van strategische waardeketens. In haar inbreng verwees Eurocommissaris Bieńkowska naar het werk van het Strategic Forum Industrial Projects of Common European Interest en het recent gepubliceerde rapport1 van de High Level Industrial Roundtable waarin het aanbevelingen doet over de toekomst voor de Europese industrie tot 2030.

Verschillende lidstaten hebben over diensten ingebracht dat er nog veel terrein te winnen is voor de interne markt voor diensten. Beleid op het gebied van diensten is namelijk nog te veel versnipperd. Het Europees Semester biedt echter een mogelijkheid om individuele lidstaten hierop aan te spreken. Nederland heeft benadrukt dat versterking van de interne markt mogelijk is door maatwerk daar waar belemmeringen ervaren worden en betere handhaving en implementatie van bestaande internemarktregelgeving. Nederland heeft aangegeven dat er gekeken moet worden naar concrete oplossingen per regio en per sector.

Het Fins voorzitterschap gaf aan dat de conclusies uit bovenstaande discussies verder uitgewerkt zullen worden tot voorzitterschapsconclusies die tijdens de Raad van 26 en 27 september besproken zullen worden.

Concurrentievermogen en klimaatneutraliteit

Eurocommissaris Bieńkowska opende het beleidsdebat in de middag door te stellen dat er veel potentie voor het Europese bedrijfsleven is op het gebied van klimaatneutrale markten. Nieuwe vormen van diensten, producten en bedrijfsmodellen bieden mogelijkheden om wereldwijd voorop te lopen. Er was binnen de Raad ruime steun voor het behalen van de doelen van het Parijsakkoord. Meerdere lidstaten gaven aan dat het Europese systeem van emissiehandel (EU ETS) belangrijk is voor het bereiken van klimaatdoelen, maar dat het hiervoor wel moet worden aangepast en uitgebreid naar meerdere sectoren. Belangrijke voorwaarden voor een sterk Europees bedrijfsleven dat klimaatneutrale technologie en kennis kan ontwikkelen en exporteren, zijn onder andere een gelijk speelveld en voorspelbaarheid van beleid. In dit kader gaven meerdere lidstaten aan dat Europese onderzoeks- en financieringsprogramma’s een belangrijke bijdrage moeten leveren aan klimaatneutrale oplossingen. Dit geldt voor zowel publieke als private investeringen. Enkele lidstaten, waaronder Nederland, hebben gepleit voor een uitzondering, onder strenge voorwaarden, op staatssteunregels als deze klimaatneutraliteit bevorderen en de interne markt niet verstoren. Ook aanbesteden zou gebruikt kunnen worden om duurzaamheid te stimuleren. Nederland heeft met een verwijzing naar het klimaatakkoord de noodzaak genoemd om samen met de industrie aan concrete acties te werken. Een minimumprijs binnen het EU ETS is één van deze oplossingen. Nederland heeft verder aangegeven de ambitie voor een klimaatneutraal Europa in 2050 te steunen en benadrukt dat duurzame groei met investeringen in innovatie en duurzame technologieën onderdeel zijn van de oplossing voor het bereiken van een competitief en klimaatneutraal Europa.


  1. https://ec.europa.eu/growth/sites/growth/files/industry-2030-final-report_en.pdf↩︎