Antwoord op vragen van de leden Van Helvert, Ploumen, Karabulut, Sjoerdsma, Van Ojik en Van der Staaij over het Nederlandse kind Duncan en de Spaanse kinderbescherming
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2019D31487, datum: 2019-07-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20182019-3526).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2019Z14689:
- Gericht aan: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Indiener: M.J.F. van Helvert, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S.W. Sjoerdsma, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: E.M.J. Ploumen, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: C.G. van der Staaij, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: A. van Ojik, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S. Karabulut, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
3526
Vragen van de leden Van Helvert (CDA), Ploumen (PvdA), Karabulut (SP), Sjoerdsma (D66), Van Ojik (GroenLinks) en Van der Staaij (SGP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het Nederlandse kind Duncan en de Spaanse Kinderbescherming (ingezonden 5 juli 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 24 juli 2019).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de brief van de Stichting Nederlanders Buiten Nederland inzake de situatie van het Nederlandse kind Duncan bij de Spaanse kinderbescherming?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is het in het belang van het kind, dat het syndroom van Down heeft, dat hij zo snel mogelijk met zijn moeder wordt herenigd?
Antwoord 2
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de expertise noch de bevoegdheid te oordelen over een dergelijke vraag. Het is aan de bevoegde en gespecialiseerde instantie in Spanje om volledig in het belang van het betreffende kind te handelen en zich te buigen over de vraag of het in het belang van het kind is om zo spoedig mogelijk met zijn moeder herenigd te worden. Die verantwoordelijkheid is de betreffende instantie bekend, en deze handelt daarnaar.
Vraag 3
Is het een normale gang van zaken dat een Nederlands kind, zonder andere nationaliteiten, van Nederlandse ouders, zonder andere nationaliteiten, op dit moment onder de verplichte zorg valt van de Spaanse kinderbescherming?
Antwoord 3
Ja, wereldwijd geldt dat die verantwoordelijkheid toevalt aan de autoriteiten waar betrokkenen woonachtig zijn. De Spaanse kinderbescherming heeft in dergelijke gevallen dus de verantwoordelijkheid om de rechten van alle kinderen die woonachtig zijn in Spanje, ongeacht hun nationaliteit, te waarborgen.
Vraag 4
Is er contact met de Nederlandse kinderbescherming over deze zaak?
Antwoord 4
Voor zover mij bekend, is er over deze zaak recent geen contact geweest met de Nederlandse kinderbescherming.
Vraag 5
Bent u op de hoogte van de redenen van de Spaanse kinderbescherming om het kind nog niet te laten herenigen met de moeder? Zo ja, wat zijn die redenen?
Antwoord 5
Net als in Nederland grijpt de kinderbescherming in Spanje in als de ontwikkeling van een kind wordt bedreigd en verplichte hulp en onderzoek nodig lijkt. Omwille van persoonsgegevensbescherming kan ik uw Kamer geen details geven over de individuele casus.
Vraag 6
Welke acties heeft u tot nu toe ondernomen?
Antwoord 6
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft contact met de moeder en de Spaanse kinderbescherming en heeft bemiddeld bij het leggen van contact.
Vraag 7
Welke acties bent u van plan te gaan ondernemen?
Antwoord 7
De situatie van het betreffende kind ligt thans in handen van de bevoegde en gespecialiseerde Spaanse instantie. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken blijft de situatie en ontwikkelingen volgen en informeert daarover betrokken partijen.
Vraag 8
Zijn er aanwijzingen dat de rechten van het kind worden geschonden op enigerlei wijze?
Antwoord 8
Thans is het betreffende kind in goede handen en zorg. Zie mijn antwoord op vraag 2 en 7.
Vraag 9
Kunt u deze vragen zo snel mogelijk en één voor één beantwoorden of de Kamer hierover (indien nodig vertrouwelijk) anderszins informeren?
Antwoord 9
Ja.