[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Beckerman en Laçin over het bericht dat er gevaarlijke stoffen zijn gelekt bij twee chemiebedrijven in Delfzijl

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2019D31621, datum: 2019-07-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20182019-3522).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2019Z13090:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

3522

Vragen van de leden Beckerman en Laçin (beiden SP) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht dat er gevaarlijke stoffen zijn gelekt bij twee chemiebedrijven in Delfzijl (ingezonden 24 juni 2019).

Antwoord van Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 25 juli 2019).

Inleiding:

De milieuverantwoordelijkheid voor de grote industrie is decentraal belegd. Voor de beantwoording van deze vragen heb ik dan ook informatie verkregen van het bevoegd gezag. De provincie Groningen is in dit geval het Wabo-bevoegd gezag. Vergunningverlening, toezicht en handhaving worden namens de provincie uitgevoerd door de Omgevingsdienst Groningen.

Vraag 1

Bent u op de hoogte van het bericht van RTV-Noord dat er giftige stoffen zijn gelekt bij twee chemiebedrijven in Delfzijl?1 Wat is daarop uw reactie?

Antwoord 1

Ja.

Bedrijven zijn zelf primair verantwoordelijk voor de veiligheid en moeten alle maatregelen nemen om de veiligheid te borgen en ongevallen te voorkomen. Overheden zien erop toe dat bedrijven de wet- en regelgeving naleven. Daarnaast richt ik me in het programma Duurzame Veiligheid 2030 samen met overheden, wetenschap en industrie op het voorkomen van dit soort ongevallen. Het kan echter nooit uitgesloten worden dat ongewone voorvallen of incidenten zich voordoen.

Vraag 2

Deelt u de mening dat, ondanks dat de veiligheidsregio zegt dat er voor de omgeving geen gevaar is, omwonenden zich wel erg onveilig moeten voelen na het zoveelste incident bij het chemiepark? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u er aan doen om de zorgen te verminderen of weg te halen?

Antwoord 2

Ik begrijp dat omwonenden zich zorgen maken wanneer zich incidenten voordoen op het chemiepark. Als de omwonenden goed geïnformeerd worden en de incidenten adequaat door bedrijven en hulpdiensten worden afgehandeld, waardoor er geen gevaar voor de omgeving is, kan dat naar mijn mening zorgen wegnemen. Volgens gegevens van de omgevingsdienst Groningen en de Veiligheidsregio ging het in deze twee gevallen om interne incidenten waarbij er geen gevaar voor omwonenden was. Ook heeft het chemiepark via haar website informatie over deze incidenten gedeeld. Op de website wordt gecommuniceerd over bijzondere voorvallen die kunnen leiden tot zorgen bij omwonenden.

Vraag 3

Kunt u een overzicht maken van de incidenten met gevaarlijke stoffen in het chemiepark Delfzijl? Bij hoeveel van die incidenten is er gevaar geweest voor de omgeving?

Antwoord 3

In de bijlage2 is een overzicht van de omgevingsdienst Groningen opgenomen van de ongewone voorvallen met gevaarlijke stoffen van de bedrijven op het Chemiepark Delfzijl in 20193, welke gemeld zijn bij de omgevingsdienst. Uit de gemelde ongewone voorvallen worden voorvallen, waarbij een duidelijk hoorbaar alarm uitgaat, de bedrijfsbrandweer wordt gealarmeerd en aanvullende maatregelen4 kunnen worden genomen, bestempeld als bijzonder voorval. Deze voorvallen worden op de website van het Chemiepark vermeld, omdat het alarm duidelijk hoorbaar is in de omgeving en aanleiding zou kunnen zijn voor vragen of opmerkingen. De omgevingsdienst of chemiepark zelf plaatsen over het algemeen zo snel mogelijk na de alarmering een bericht op social media en naderhand (binnen 24 uur) verschijnt een uitvoeriger bericht op de website.

Bij geen van de ongewone voorvallen in 2019 is sprake geweest van gevaar voor de omgeving. De effecten van de voorvallen waren in twee gevallen merkbaar buiten de inrichting: de incidenten op 7 en 11 maart bij BioMCN. Dit betrof in beide gevallen het in werking treden van veiligheden van de fabriek waarbij stoffen via een fakkel worden verbrand. Dit is een onderdeel van een aanwezige veiligheidsvoorzieningen en heeft naar behoren gewerkt.

Vraag 4

Wie houdt er toezicht bij welk Lubrizol? Wie houdt er toezicht bij Teijin Aramid? Wie is de toezichthouder bij overige chemisch bedrijven in dat chemiepark? Kunt u dit ook weergeven in het overzicht van vraag drie?

Antwoord 4

Bij alle chemische bedrijven op het Chemiepark Delfzijl is de provincie Groningen het bevoegd gezag, ook bij Lubrizol en Teijin Aramid (Brzo-bedrijf). De uitvoering van dit toezicht is gemandateerd aan de Omgevingsdienst Groningen. Voor het Brzo toezicht wordt nauw samengewerkt met de inspectiepartners: Veiligheidsregio Groningen, Veiligheidsregio Noord en Inspectie SZW. Daarnaast is op bepaalde onderdelen ook regelmatig contact met de ILT.

Vraag 5

Wanneer zijn deze bedrijven voor het laatst gecontroleerd? Voldeden ze toen aan de veiligheidsvoorschriften?

Antwoord 5

Voor Lubrizol geldt dat inspectie heeft plaatsgevonden op grond van de Wabo op 11 juni 2019. Daaruit is geen strijdigheid gebleken met de omgevingsvergunning. Er is in de toezichtsbrief die later is verzonden wel een waarschuwing gegeven voor het niet tijdig melden van het incident dat op 20 juni 2019 plaatsvond.

Voor Teijin Aramid geldt dat controle heeft plaatsgevonden op grond van de Wabo op 5 maart 2019. Daarbij zijn geen overtredingen vastgesteld. Tevens heeft Brzo-inspectie plaatsgevonden op 24 en 25 april 2019 en zijn geen overtredingen vastgesteld.

Vraag 6

Kunt u aangeven op welke wijze het milieu is belast en welke maatregelen zijn getroffen om deze belasting te beperken tot de betrokken fabrieksterreinen?

Antwoord 6

Bij beide incidenten is het effect beperkt tot het fabrieksterrein zelf. Bij Teijin Aramid ontstond tijdens werkzaamheden een lekkage, waardoor een zoutzuuroplossing vrijkwam. De bedrijfsbrandweer is ingezet om emissie naar de omgeving te voorkomen. Ook is de belasting beperkt door waterschermen te gebruiken. Ook bij Lubrizol was geen sprake van milieubelasting buiten de inrichting. Het bedrijf beschikt over een installatie voor chloorvernietiging waar zo nodig chloorgas van het productiegebouw naartoe wordt geleid. Bij het incident op 20 juni heeft dit veiligheidssysteem goed gefunctioneerd en is het vrijgekomen product in het gebouw gebleven en via deze chloorvernietigingsinstallatie onschadelijk gemaakt.


  1. RTV Noord, 20 juni 2019, «Gevaarlijke stoffen gelekt bij twee chemiebedrijven Delfzijl" (https://www.rtvnoord.nl/nieuws/209955/Gevaarlijke-stoffen-gelekt-bij-twee-chemiebedrijven-Delfzijl)↩︎

  2. Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer↩︎

  3. In enkele gevallen staat er bij een ongewoon voorval de opmerking «rapport volgt». In deze gevallen vindt een uitgebreidere analyse plaats van het ongewone voorval door het bedrijf. De voortgang en uitkomsten hiervan worden verder in het reguliere toezicht bij de bedrijven meegenomen.↩︎

  4. Zoals het inwerkingtreden van de calamiteitenomroep, stopzetten van verkeersbewegingen en het zoeken van een veilige plek voor mensen in het brongebied haaks op de windrichting.↩︎