Diverse internationale rapporten voor en van het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA)
Opwerking van radioactief materiaal
Brief regering
Nummer: 2019D31623, datum: 2019-07-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-25422-257).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 25422 -257 Opwerking van radioactief materiaal.
Onderdeel van zaak 2019Z15353:
- Indiener: S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-09-03 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-09-11 12:00: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-11-27 10:00: Nucleaire veiligheid (Algemeen overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-11-28 14:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
| Vergaderjaar 2018-2019 |
25 422 Opwerking van radioactief materiaal
Nr. 257 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 juli 2019
Hierbij stuur ik u het achtste Nationale rapport dat aan het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA) wordt verzonden conform de afspraken in het Verdrag inzake Nucleaire Veiligheid1.
Het Verdrag inzake Nucleaire Veiligheid heeft als doel het wereldwijd bereiken en handhaven van een hoog niveau van nucleaire veiligheid en een doeltreffende bescherming tegen mogelijke stralingsrisico’s in kerninstallaties. Op grond van artikel 5 van het Verdrag behoort iedere Verdragspartij elke drie jaar een rapport in te dienen. In het rapport beschrijven landen op welke wijze zij hun verdragsverplichtingen nakomen. Het dient als voorbereiding op een toetsingsconferentie.
Tot eind november dit jaar bestaat voor de Verdragspartners de mogelijkheid om via het IAEA schriftelijke vragen over het Nationaal rapport te stellen. Tijdens de toetsingsconferentie zal vervolgens het rapport gepresenteerd worden, gevolgd door een discussie in landengroepen over het rapport en de gestelde vragen. De toetsingsconferentie zal plaatsvinden van 23 maart tot 3 april 2020 in Wenen. Hiervan wordt ook een verslag gemaakt, dat aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden.
De achtste rapportage geeft inzicht in de huidige stand van zaken omtrent de nucleaire veiligheid van de reactoren in Borssele en Petten. Het bevat ook een overzicht van het vigerende stelsel van Nederlandse wet- en regelgeving inzake nucleaire veiligheid en stralingsbescherming.
Tijdens de vorige toetsingsconferentie zijn vier zogenoemde uitdagingen voor Nederland geformuleerd2. Het rapport beschrijft hoe deze zijn opgepakt door het uitvoeren van organisatorische maatregelen bij de ANVS en de nucleaire vergunninghouders, en het intensiveren van de internationale samenwerking.
Met deze brief wil ik u tevens op de hoogte stellen van de uitkomsten van twee recente vervolgmissies van het IAEA bij NRG in Petten. In april 2019 hebben de vervolgmissies plaatsgevonden van de INSARR-missie uit 2016 (Integrated Safety Assessment for Research Reactors) en van de ISCA-missie uit 2017 (Independent Safety Culture Assessment).
U bent eerder geïnformeerd over de resultaten van deze missies en over het voornemen om deze vervolgmissies uit te nodigen3. De eindrapporten van de beide vervolgmissies zijn inmiddels beschikbaar. De samenvattingen hiervan vindt u ter informatie bijgevoegd4. De INSARR- en ISCA-rapporten zelf zijn ook door de ANVS op haar website geplaatst.
De IAEA-teams constateerden dat het overgrote deel van de aanbevelingen van de oorspronkelijke missies uitgevoerd is. Zoals bij alle IAEA-missies, zal de ANVS toezien op de opvolging van de nog openstaande aanbevelingen door NRG.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer