Uitstel beantwoording vragen van het lid Van der Graaf over het rapport ‘Zorg voor kinderen bij aanhouding van ouders’
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2019D32118, datum: 2019-08-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20182019-3582).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van zaak 2019Z15170:
- Gericht aan: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Indiener: S.J.F. van der Graaf, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
3582
Vragen van het lid Van der Graaf (ChristenUnie) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het rapport «Zorg voor kinderen bij aanhouding van ouders» (ingezonden 16 juli 2019).
Mededeling van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 6 augustus 2019).
Vraag 1
Kent u het rapport «Zorg voor kinderen bij aanhouding van ouders»?1
Vraag 2
Kent u de aanbeveling van de Raad van Europa van 4 april 2018 waarin lidstaten mede op basis van kinder- en mensenrechten worden opgeroepen oog te hebben voor de positie van kinderen van verdachten bij aanhouding en in de verdere justitiële keten? Op welke wijze geeft de regering gevolg aan deze aanbeveling?2
Vraag 3
Deelt u de mening dat naast de veiligheid van politie en een succesvolle aanhouding van een verdachte ook zorg voor (aanwezige) kinderen van belang is bij aanhouding?
Vraag 4
Waar vindt u dat de verantwoordelijkheid ligt voor het terugdringen van onbedoelde neveneffecten van justitieel ingrijpen voor een kind en gezin?
Vraag 5
Deelt u de noodzaak van passende zorg voor aanwezige kinderen tijdens en na de aanhouding, temeer daar uit internationaal onderzoek blijkt dat meer dan de helft van de kinderen die een aanhouding meemaakte langdurige emotionele problemen ervaart en er ook een negatieve impact is op het functioneren van het gezinsleven?
Vraag 6
Deelt u tevens de constatering dat een goede handelingswijze niet alleen beter is voor de kinderen (zowel ter voorkoming van onnodig trauma als ter preventie van crimineel gedrag bij deze risicokinderen) maar ook voor de veiligheid van politie en derden en indirect ook voor de samenleving als geheel, bijvoorbeeld doordat verdachten met een goed functionerend gezinsleven minder snel geneigd zullen te zijn te recidiveren?
Vraag 7
Is inzichtelijk bij hoeveel procent van de aanhoudingen een kind aanwezig is? Valt hierin onderscheid te maken naar mannelijke of vrouwelijke verdachten, plaats van aanhouding, en heterdaad dan wel niet heterdaad? Zo nee, bent u bereid dit voortaan te gaan registreren?
Vraag 8
Klopt het dat er in Nederland geen formele politieprocedures zijn voor de omgang met kinderen van verdachten rondom de aanhouding? Zou een geformaliseerde politieprocedure van meerwaarde kunnen zijn? Zo ja, bent u bereid hiertoe over te gaan?
Vraag 9
Welke mogelijkheden ziet u om de bewustwording onder de agenten op dit thema te verbeteren? Hoe staat u tegenover de aanbeveling om in elk basisteam een jeugdambassadeur aan te stellen, die actief werkt aan bewustwording onder de teamleden?
Vraag 10
Op welke wijze wordt momenteel aan dit thema aandacht gegeven in onderwijs op de politieacademie? Ziet u aanleiding deze aandacht te intensiveren en ook te kijken naar mogelijkheden om (meer) trainingen tijdens de loopbaan aan te bieden?
Vraag 11
Wat is uw reactie op het gegeven dat bij 17 van de 21 geïnterviewde politiemensen de Kindcheck niet bekend is? Bent u bereid zich in te spannen voor een grotere bekendheid van deze Kindcheck?3
Vraag 12
Wat vindt u van de aanbeveling om bij alle aanhoudingen, op of buiten heterdaad, waarbij kinderen betrokken zijn een zorgmelding te doen? Bent u bereid dit in de standaard werkwijze van de politie op te nemen?
Vraag 13
Wat gebeurt er momenteel al aan hulpverlening voor kinderen van verdachten die weliswaar niet aanwezig zijn bij de arrestatie van hun ouder(s), maar wel een ingrijpende verandering in het gezinsleven zullen doormaken als gevolg van de arrestatie? Is ook deze groep afdoende op het netvlies van politie en ketenpartners? Zo nee, hoe zou dit kunnen worden verbeterd?
Vraag 14
Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voor het algemeen overleg Politie van 5 september?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van der Graaf (ChristenUnie) van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het rapport «Zorg voor kinderen bij aanhouding van ouders» (ingezonden 16 juli 2019) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
https://www.politieenwetenschap.nl/publicatie/politiekunde/2019/zorg-voor-kinderen-bij-aanhouding-van-ouders-331/↩︎
https://rm.coe.int/cm-recommendation-2018-5-concerning-children-with-imprisoned-parents-e/16807b3438↩︎
https://www.dji.nl/binaries/factsheet-zorg-voor-kinderen-bij-arrestatie-of-detentie-van-ouder_tcm41-120988.pdf↩︎