Voorstel van wet
Vaststelling van de begrotingsstaat van de Staten-Generaal (IIA) voor het jaar 2020
Voorstel van wet
Nummer: 2019D32457, datum: 2019-09-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35300-IIA-1).
Onderdeel van kamerstukdossier 35300 IIA-1 Vaststelling van de begrotingsstaat van de Staten-Generaal (IIA) voor het jaar 2020.
Onderdeel van zaak 2019Z15661:
- Indiener: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-09-17 15:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-09-18 14:20: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-10-03 11:30: Procedurevergadering vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-10-03 14:00: Vaststelling van de begrotingsstaat van de Staten-Generaal (IIA) voor het jaar 2020 (35300-IIA) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-10-17 11:30: Procedurevergadering vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-11-21 10:16: Begroting Staten-Generaal (35300 IIA) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2019-12-03 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019‒2020 |
35 300IIA | Vaststelling van de begrotingsstaat van de Staten-Generaal (IIA) voor het jaar 2020 |
Nr. 1 |
Ontvangen 17 september 2019 |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te
weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 105 van
de Grondwet de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Rijk
bij de wet moet worden vastgesteld en dat artikel 2.1 van de
Comptabiliteitswet 2016 bepaalt welke begrotingen tot de rijksbegroting
behoren;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
De bij deze wet behorende begrotingsstaat voor het jaar 2020 wordt vastgesteld.
Artikel 2
De vaststelling van de begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro’s.
Artikel 3
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari van het
onderhavige begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt
geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 januari, treedt
zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat
Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Totaal | 162.135 | 162.135 | 4.215 | |
Beleidsartikelen | ||||
1 | Wetgeving en controle Eerste Kamer | 13.053 | 13.053 | 140 |
2 | Uitgaven t.b.v. van leden en oud-leden Tweede Kamer alsmede leden van het Europees Parlement | 32.396 | 32.396 | 86 |
3 | Wetgeving en controle Tweede Kamer | 115.178 | 115.178 | 3.966 |
4 | Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer | 1.508 | 1.508 | 23 |
Niet-beleidsartikelen | ||||
10 | Nog onverdeeld | 0 | 0 | 0 |
Figuur 1 Geraamde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikel (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 162,1 mln.
Figuur 2 Geraamde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikel (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 4,2 mln.