[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Regeling op het specifiek cultuurbeleid

Nieuwe visie cultuurbeleid

Brief regering

Nummer: 2019D32851, datum: 2019-08-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32820-317).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 32820 -317 Nieuwe visie cultuurbeleid.

Onderdeel van zaak 2019Z15862:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

32 820 Nieuwe visie cultuurbeleid

Nr. 317 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 augustus 2019

Bij brief van 11 juni jl. stuurde ik u mijn uitgangspunten voor het cultuurbeleid 2021–2024 (Kamerstuk 32 820, nr. 290). Een concept van de ministeriële regeling voor de periode 2021–2024, die strekt tot wijziging van de Regeling op het specifiek cultuurbeleid (Rsc) en de Regeling beheer rijkscollectie en subsidiëring museale instellingen, was daaraan toegevoegd. Bij aangenomen moties, ingediend tijdens het Verslag voor een Algemeen Overleg van 4 juli jl. (Handelingen II 2018/19, nr. 102, item 51), is de regering verzocht de concept-regeling en de toelichting daarop op onderdelen aan te passen. Met deze brief informeer ik u over deze aanpassingen. De gewijzigde concept-regeling inclusief toelichting is als bijlage toegevoegd1.

Artikel 3.45 van de Rsc en de toelichting daarop zijn aangepast ter uitvoering van de moties van de leden Belhaj en Ellemeet (Kamerstuk 32 820, nr. 301) en de leden Ellemeet en Asscher (Kamerstuk 32 820, nr. 309). In de adviesaanvraag die ik in februari 2020 aan de Raad voor Cultuur stuur, vraag ik de Raad de expertise van de fondsen te betrekken bij de beoordeling van de ontwikkelinstellingen.

Ter uitvoering van de motie van de leden Aartsen en Geluk-Poortvliet (Kamerstuk 32 820, nr. 306) en van mijn toezegging om de positie van instellingen in de stedelijke regio op te nemen in de toelichting, heb ik de toelichting op het criterium geografische spreiding aangevuld (zie paragraaf 2.5 van de toelichting).

Ten slotte ben ik in gesprek met de zes rijkscultuurfondsen over heldere beoordelingscriteria en procedures voor de nieuwe periode. Het is in ieder geval mogelijk voor instellingen om een aanvraag in te dienen voor zowel de basisinfrastructuur als voor een meerjarige subsidie bij een van de fondsen, waarbij voor dezelfde activiteiten slechts eenmaal subsidie kan worden verleend.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven


  1. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎