Uitvoering van de motie van het lid Pieter Heerma c.s. over investeren in de scholing van werknemers in de landbouw, horeca en recreatie
Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, de Wet financiering sociale verzekeringen en enige andere wetten om de balans tussen vaste en flexibele arbeidsovereenkomsten te verbeteren (Wet arbeidsmarkt in balans)
Brief regering
Nummer: 2019D32900, datum: 2019-08-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35074-68).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35074 -68 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, de Wet financiering sociale verzekeringen en enige andere wetten om de balans tussen vaste en flexibele arbeidsovereenkomsten te verbeteren (Wet arbeidsmarkt in balans).
Onderdeel van zaak 2019Z15887:
- Indiener: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Volgcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2019-09-05 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-09-12 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2019-10-09 14:45: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
35 074 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, de Wet financiering sociale verzekeringen en enige andere wetten om de balans tussen vaste en flexibele arbeidsovereenkomsten te verbeteren (Wet arbeidsmarkt in balans)
Nr. 68 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 augustus 2019
Met deze brief informeer ik uw Kamer mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de uitwerking van de motie van het lid Heerma c.s.1
Tijdens de behandeling van de Wet arbeidsmarkt in balans is de motie van het lid Heerma c.s. aangenomen waarin de regering wordt verzocht om de bedrijven in de sectoren landbouw, horeca en recreatie de komende 5 jaar tegemoet te komen in de loonkosten voor bbl-plekken (Handelingen II 2018/19, nr. 49, item 12). De motie gaat samen met een investering in de scholing van werknemers van jaarlijks € 12 miljoen.
Aan deze motie wordt uitvoering gegeven door onder meer vanaf 2020 jaarlijks € 10,6 miljoen toe te voegen aan de bestaande subsidieregeling praktijkleren. Dit bedrag wordt ondergebracht in een apart compartiment zodat werkgevers in de betreffende drie sectoren extra subsidie ontvangen voor het aanbieden van bbl-leerplekken bovenop het bedrag aan subsidie waarop zij op grond van de huidige regeling praktijkleren al aanspraak kunnen maken. Over de inzet van het resterende bedrag van de motie wordt uw Kamer later dit jaar door de Minister van SZW geïnformeerd.
Vanwege de systematiek van de huidige regeling praktijkleren, waarbij de subsidie achteraf wordt toegekend, kunnen werkgevers uit deze drie sectoren die bbl-plekken aanbieden al vanaf studiejaar 2019–2020 profiteren van de verhoogde subsidie.
Om werkgevers uit de drie sectoren te stimuleren bbl-plekken aan te bieden moeten zij al in augustus 2019 op de hoogte worden gebracht van deze regeling. Dit zal ik doen door een mededeling in de Staatscourant. Daarnaast zal ik de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) verzoeken om de brancheorganisaties van de betreffende sectoren actief te benaderen.
De wijziging van de huidige regeling praktijkleren zal begin 2020 worden gepubliceerd. Aan deze wijziging zal terugwerkende kracht worden toegekend.
Ik hoop uw Kamer hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven
Kamerstuk 35 074, nr. 50.↩︎