De tussenevaluatie van de nota Gezonde Groei, Duurzame Oogst
Schriftelijke vragen
Nummer: 2019D33046, datum: 2019-08-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2019Z15952).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.R.H.M. von Martels, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2019Z15952:
- Gericht aan: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Indiener: M.R.H.M. von Martels, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2019Z15952
Vragen van het lid Von Martels (CDA) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de tussenevaluatie van de nota Gezonde Groei, Duurzame Oogst (ingezonden 23 augustus 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met de kritiek van LTO Nederland, Glastuinbouw Nederland, de Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur (KAVB) en de Nederlandse Fruittelers Organisatie (NFO), en de kritiek van de stichting Agrifacts op de tussenevaluatie van de nota Gezonde Groei, Duurzame Oogst van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)1 2
Vraag 2
Kunt u reageren op de kritiek dat bij het aantal normoverschrijdingen in het oppervlaktewater gekeken is naar de jaren 2015 tot en met 2017 (in welk jaar er volgens het meetnet al bijna een halvering was bereikt) en dus niet de informatie geeft om de conclusie te trekken dat een halvering in 2018 niet gerealiseerd is?
Vraag 3
Kunt u reageren op de kritiek dat het begrip biodiversiteit te eenzijdig gehanteerd wordt?
Vraag 4
Kunt u reageren op de kritiek dat deze tussenrapportage geen representatief beeld geeft van de trend in normoverschrijdingen in de Nederlandse land- en tuinbouw omdat de gehanteerde steekproef niet representatief is voor de Nederlandse land- en tuinbouw, omdat de meetpunten met de hoogste normoverschrijdingen zijn uitgekozen?
Vraag 5
Kunt u reageren op de kritiek dat deze tussenrapportage gebaseerd is op een beoordelingssystematiek die verder gaat en ongunstigere uitkomsten geeft dan de beoordelingssystematiek van de Kaderrichtlijn Water (KRW)?
Vraag 6
Kunt u reageren op de kritiek dat bij gebruik van de volledige dataset (alle metingen op alle bijna 600 meetpunten) en gebruik van de KRW-beoordelingssystematiek, de doelstelling van 50% minder normoverschrijdingen ten opzichte van 2013 wel is gehaald?
Vraag 7
Kunt u reageren op de kritiek dat niet duidelijk naar voren is gebracht door het PBL dat het in het persbericht en de samenvatting ging om de halvering van de vijftien meest vervuilde meetpunten in plaats van het landelijke beeld?
Vraag 8
Kunt u deze vragen ten laatste woensdag 25 september 2019 beantwoorden ten behoeve van de technische briefing over deze tussenevaluatie van het PBL?