[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Beleidsreactie op het rapport Reclassering en resocialisatie in Caribisch Nederland

Reclasseringsbeleid

Brief regering

Nummer: 2019D33142, datum: 2019-08-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29270-141).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29270 -141 Reclasseringsbeleid.

Onderdeel van zaak 2019Z16015:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

29 270 Reclasseringsbeleid

Nr. 141 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 augustus 2019

Hierbij bied ik u, conform artikel 30, vijfde lid van de Rijkswet Raad voor de rechtshandhaving, het rapport genaamd Reclassering en resocialisatie in Caribisch Nederland – (vervolg)onderzoek naar het functioneren van de Stichting Reclassering Caribisch Nederland, naar het proces van resocialisatie in Caribisch Nederland en naar de rol van het project Adelanto van de stichting Krusada daarbij van de Raad voor de Rechtshandhaving (hierna: de Raad) aan1.

In 2014 signaleerde de Raad een aantal knelpunten bij de taakuitvoering van de Stichting Reclassering Caribisch Nederland (SRCN).2 In onderhavig vervolgonderzoek is de Raad nagegaan op welke wijze opvolging is gegeven aan de aanbeveling uit het onderzoek van 2014. Daarnaast beschrijft de Raad in haar rapport hoe het resocialisatieproces in Caribisch Nederland verloopt en welke rol het project Adelanto van de Stichting Krusada daarbij speelt.

Hieronder zal ik eerst op de algemene bevindingen van de Raad ingaan. Vervolgens zal ik reageren op de aanbevelingen die de Raad doet.

Algemene bevindingen

Uit dit vervolgonderzoek is gebleken dat SRCN inmiddels vrijwel alle aanbevelingen van de Raad uit 2014 heeft opgevolgd. De succesvolle invoering van de methodiek Werken in gedwongen kader heeft geleid tot een professionalisering van het werk van de SRCN. De Raad beschrijft dat de SRCN door het invoeren van deze methodiek beschikt over «een stevig fundament voor haar reclasseringswerk». Slechts drie van de 28 aanbevelingen behoeven nog opvolging, waarvan er één buiten de invloedsfeer van SRCN ligt (doorlooptijden toezending vonnissen). De twee openstaande aanbevelingen voor SRCN zien op de veiligheid voor de medewerkers op de bovenwindse eilanden en het organiseren van een medewerkers- en cliënttevredenheidsonderzoek. De stand van zaken ten aanzien van deze aanbevelingen licht ik hieronder nader toe, alsmede de nieuwe aanbeveling aan SRCN, de aanbevelingen aan Adelanto en de aanbevelingen aan mijn ministerie.

In het rapport wordt beschreven dat de financiering van SRCN via Reclassering Nederland verloopt. Inmiddels is, in overleg met en op aanraden van alle partijen, het besluit genomen om met ingang van 1 januari 2020 vanuit mijn ministerie een directe subsidierelatie aan te gaan met SRCN. Hierdoor worden ervaren knelpunten opgelost en kan SRCN bouwen aan een professionele en toekomstbestendige organisatie.

Wat betreft het proces van resocialisatie in Caribisch Nederland heeft de Raad vastgesteld dat geen harde gegevens beschikbaar zijn over recidive in Caribisch Nederland, maar dat de indruk bestaat dat het recidivepercentage hoog is en dat er nog veel stappen te zetten zijn voor wat betreft het proces van resocialisatie.

Aanbevelingen

Ten aanzien van SRCN:

1. Creëer een oplossing voor de veiligheidssituatie bij de SRCN-locaties op Sint Eustatius en Saba.

De Raad beschrijft dat de veiligheid voor de medewerkers op de bovenwindse eilanden een punt van aandacht is. De medewerkers zitten vaak ongewenst geïsoleerd. Ik onderschrijf de notie van de Raad dat veiligheid van medewerkers altijd voorop moet staan en dat zij zich veilig moeten voelen tijdens hun werk. Omdat er niet altijd beschikbaarheid bij de politie is om hierop te reageren zal een alarmknop of bewakingscamera beperkt effect hebben op het veiligheidsniveau. Dit probleem speelt bij meerdere organisaties en SRCN is op dit moment in gesprek met Mental Health Caribbean om de mogelijkheden van een persoonlijk alarmsysteem te onderzoeken. Ik ben hierover in gesprek met SRCN. Op Sint Eustatius is recent een start gemaakt met een project rondom gezamenlijke huisvesting van de Rijksdienst Caribisch Nederland. De verwachting is dat hiermee het veiligheidsprobleem kan worden opgelost. De ervaringen die worden opgedaan ten aanzien van gezamenlijke huisvesting op Sint Eustatius kunnen vervolgens gebruikt worden om een oplossing te vinden voor Saba. Risicovolle gesprekken worden in de tussentijd op het politiebureau of in aanwezigheid van de politie gehouden.

2. Organiseer een medewerkers- en een cliënttevredenheidsonderzoek.

Het advies om een medewerkers- en cliënttevredenheidsonderzoek te organiseren is inmiddels opgevolgd. Het medewerkers-tevredenheidsonderzoek kan naar verwachting nog dit jaar uitgevoerd worden. Voor het cliënttevredenheidsonderzoek wordt samen met de Voogdijraad opgetrokken en dit zal naar alle waarschijnlijkheid in 2020 uitgevoerd worden.

3. Investeer in de verdere ontwikkeling van het risicotaxatie-instrument GDI

Met het GDI (geïntegreerd diagnostisch instrumentarium) beschikt SRCN over een eenduidig en transparant risicotaxatie-instrument. Alle reclasseringsmedewerkers van de SRCN maken gebruik van dit risicotaxatie-instrument. Het ontbreekt de SRCN echter op dit moment aan middelen om de GDI door te ontwikkelen naar een volwaardig systeem dat gekoppeld kan worden met het cliëntvolgsysteem. Hierdoor kan er bijvoorbeeld geen informatie worden gegenereerd over recidivepercentages en effecten van reclasseringsinterventies. Inmiddels ben ik hierover met SRCN in gesprek en heb ik toegezegd bij te dragen in de kosten die nodig zijn om dit te realiseren.

Ten aanzien van Adelanto:

4. Zorg voor optimale benutting van de capaciteit van Adelanto

5. Verken de mogelijkheden van uitbreiding van nazorg aan ex-bewoners van Adelanto

Op het terrein van Krusada wonen en werken cliënten van het project Adelanto en hier wordt ingezet op een goede verbinding tussen straf en terugkeer in de maatschappij. De meerwaarde van het Adelanto is evident. Ik ben daarom ook positief over de geïntensiveerde lokale samenwerking binnen de justitiële keten op Bonaire, waardoor de bezetting van Adelanto in de afgelopen maanden is gegroeid. In het kader van de veranderende sanctietoepassing wordt bezien hoe de samenwerking tussen Krusada, het ministerie en andere justitiële partners op Bonaire het beste vormgegeven kan worden. Een verkenning van de kerntaken van Krusada hoort hierbij, waaronder de mogelijkheden van uitbreiding van nazorg aan ex-bewoners van Adelanto.

Ten aanzien van het Ministerie van JenV:

6. Onderzoek de mogelijkheden van behandeling van justitiabelen buiten Caribisch Nederland, indien en voor zover deze binnen Caribisch Nederland niet beschikbaar is.

Hoewel het onderzoek zich niet specifiek heeft gericht op de forensische zorg in Caribisch Nederland, onderschrijf ik het belang van goede behandeling voor justitiabelen. Behandeling binnen Caribisch Nederland past binnen het uitgangspunt van resocialisatie en doorzorg/nazorg. Het is van belang dat dit zoveel mogelijk binnen de eigen omgeving plaatsvindt, waarbij wordt gewerkt aan een veilige en gefaseerde terugkeer in de maatschappij. Daarom ben ik op dit moment bezig met een verkenning voor het organiseren van forensische zorg op Bonaire, binnen de mogelijkheden die de omvang van de eilanden met zich meebrengen. Hierbij wordt tevens onderzocht wat daarop aanvullend nog nodig is.

7. Verken de mogelijkheden van intensivering van begeleiding van en nazorg aan ex-gedetineerden, ook in de gevallen waarin geen sprake (meer) is van reclasseringstoezicht.

De resocialisatie en re-integratie van ex-gedetineerden in Caribisch Nederland kan beter. De veranderende sanctietoepassing is een ingrijpend en complex proces. Daarom heb ik vorig jaar samen met de lokale ketenpartners, extra lokale beleidsmedewerkers aangesteld voor een periode van drie jaar. Gezamenlijk met ketenpartners werken zij aan een stappenplan om zowel voor de lange als de korte termijn de resocialisatie en re-integratie te verbeteren en hiermee recidive te verminderen. Hierin zal ook de uitbreiding van nazorg aan ex-gedetineerden terugkomen.

8. Doe onderzoek naar de recidivecijfers in Caribisch Nederland, ook in relatie met reclasseringstoezicht.

In de strafrechtketen BES worden verschillende maatregelen genomen om te zorgen dat justitiabelen niet terugvallen in delinquent gedrag. In samenwerking met mijn ministerie is een lokale werkgroep gestart die aan de slag gaat met het in kaart brengen van recidivecijfers.

9. Houd bij de inzet op preventie vast aan samenwerking met de openbare lichamen.

Het belang van de samenwerking met de openbare lichamen wordt door het ministerie onderkend. De verschillende (justitie) ketenpartners en de openbare lichamen werken nauw samen bij het voorkomen van criminaliteit en het terugdringen van recidive. Gezien de kennis die SRCN in huis heeft ten aanzien van criminogene factoren, verwacht ik dat zij een actieve rol spelen bij het realiseren van de ambities die zien op preventie.

Indien nodig zal ik uw Kamer nader informeren over de stand van zaken van de reclassering en resocialisatie in Caribisch Nederland.

De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker


  1. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.↩︎

  2. Kamerstuk 29 270, nr. 90.↩︎