[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van de informele bijeenkomst van milieuministers op 11 en 12 juli 2019 onder Fins voorzitterschap in Helsinki

Milieuraad

Brief regering

Nummer: 2019D33374, datum: 2019-08-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-08-788).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 08-788 Milieuraad.

Onderdeel van zaak 2019Z16099:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

21 501-08 Milieuraad

Nr. 788 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT EN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 augustus 2019

Met deze brief informeren wij u over de informele bijeenkomst van milieuministers op 11 en 12 juli 2019 onder Fins voorzitterschap in Helsinki. Hier werden vrije gedachtewisselingen zonder besluitvorming gevoerd over de EU-klimaatambitie met het oog op de klimaattop van de Secretaris-Generaal van de VN in september, over de mondiale klimaatambities, over de potentie van circulaire economie om bij te dragen aan het voorkomen van klimaatverandering en biodiversiteitsverlies, en over de toekomst van de circulaire economie onder de nieuwe Commissie.

En marge van de informele bijeenkomst van milieuministers kwamen op uitnodiging van Nederland de kopgroep van lidstaten voor een hogere klimaatambitie bijeen. Met deze lidstaten is besproken hoe we zo snel mogelijk de vier lidstaten die vanwege sociaaleconomische redenen zich nog niet aan het doel van klimaatneutraliteit in 2050 hebben gecommitteerd mee kunnen krijgen. Ook is er gesproken over het ophogen van het EU 2030-doel. Het is belangrijk dat de nieuwe Commissie, na het bereiken van overeenstemming over het 2050-doel, duiding geeft wat dit betekent voor het 2030-doel. Hierover wordt met de Commissie gesproken. Na de informele bijeenkomst van milieuministers heeft de aanstaande Commissievoorzitter haar plannen voor de komende Commissieperiode in het Europees parlement uiteen gezet.

Tijdens het AO Milieuraad van 20 februari 2019 (Kamerstuk 21 501-08, nr. 760) hebben wij het lid Wassenberg (PvdD) een reactie namens het kabinet toegezegd op de open brief van een groep wetenschappers over de wetenschappelijke basis van het EU- klimaatbeleid voor bossen en landgebruik. In deze brief wordt betoogd dat de EU in bosgerelateerde wetgeving en klimaatwetgeving rekening moet houden met zowel klimaatmitigatie, de grootschalige effecten op bossen van deze wetgeving als met de multifunctionaliteit van bossen. Tijdens het AO gaf het lid Wassenberg aan deze brief te zien als ondersteuning van zijn visie dat biobrandstoffen, en het gebruik van biomassa in bredere zin, niet klimaatneutraal is.

Het kabinet is ervan overtuigd dat de inzet van duurzame biomassa, nu en richting 2030 en 2050, noodzakelijk is voor de verduurzaming van onze economie en het realiseren van de klimaatopgave. Daarbij geldt dat alleen duurzame biomassa hier werkelijk aan bijdraagt, waarbij in toenemende mate ingezet wordt op het zo hoogwaardig mogelijk inzetten van biomassa. Het kabinet zal in lijn hiermee een duurzaamheidskader laten ontwikkelen, waarbij aandacht is voor koolstofschuld. Het kabinet staat zodoende achter de internationale afspraken die gemaakt zijn over de klimaatneutraliteit van biomassa.

EU klimaatambities en boodschappen richting de VN SG-klimaattop

Het Fins voorzitterschap organiseerde twee sessies over klimaat, in aanloop naar de klimaattop die VN Secretaris-Generaal Guterres organiseert in New York op 23 september aanstaande.

De eerste sessie bestond uit een gedachtewisseling over het klimaatbeleid van de Europese Unie. De sessie was gestructureerd middels een aantal vragen die zich richtten op het bereiken van overeenstemming omtrent de EU langetermijnstrategie (LTS), de klimaatbijdrage van de EU onder het Parijs-akkoord (nationally determined contribution, NDC) en de kernboodschappen voor de EU bij de VN-klimaattop.

Nederland benadrukte dat de EU uiterlijk in 2050 klimaatneutraal moet zijn en dat de huidige EU NDC met een doel van ten minste 40% emissiereductie in 2030 (t.o.v. 1990) onvoldoende is om de opwarming van de aarde te beperken tot 1.5° C en dient te worden aangescherpt. Daarbij is het Nederlandse klimaatakkoord uitgelicht als voorbeeld om aan te tonen dat dit kan op een manier die haalbaar en betaalbaar is. Verder riep Nederland de overige lidstaten op om vergelijkbare maatregelen te nemen en verzocht het de Commissie om te onderzoeken wat het meest kosteneffectieve pad is voor het bereiken van klimaatneutraliteit in 2050.

Diverse andere lidstaten benadrukten in hun interventies onder andere het belang van het bereiken van overeenstemming over klimaatneutraliteit in de EU in 2050 om het Parijs-doel van 1,5°C binnen bereik te houden. Ook werd aandacht gevraagd voor de mainstreaming van klimaat in het Meerjarig Financieel Kader van de EU. Enkele lidstaten wezen op de economische kansen van de energietransitie. Meerdere lidstaten en de Europese Commissie gaven aan dat het belangrijk is om als EU eensgezind op te treden tijdens de VN Klimaattop in september.

Volgens enkele andere lidstaten is het op dit moment niet opportuun om de EU NDC aan te scherpen. Deze lidstaten gaven aan dat de EU zich eerst moet richten op het implementeren van de huidige doelen, en dat er aanzienlijke aanvullende investeringen nodig zullen zijn om verdere reducties te bewerkstelligen. Daarbij werd benoemd dat lidstaten verschillende uitgangsposities hebben en dat rekening gehouden moet worden met het feit dat bepaalde regio’s en sectoren voor specifieke uitdagingen staan.

Aanscherpen van mondiale ambitie voor klimaatverandering

De tweede sessie in het kader van de VN-klimaattop richtte zich op de mondiale klimaatambities. De top heeft als overkoepelend doel om de mondiale klimaatambities aan te scherpen.

De Commissie benadrukte het belang van een gemeenschappelijk en coherent verhaal dat de eenheid van de EU uitdraagt. Van de grote economieën heeft de EU nog steeds het meest ambitieuze klimaatdoel voor 2030 met uitgewerkte maatregelen voor verschillende sectoren en een grote meerderheid van de lidstaten steunt klimaatneutraliteit in 2050. Om die redenen wil en kan de EU een leidende rol spelen op het gebied van klimaat.

Deze visie werd gesteund door de lidstaten. Zij onderstreepten dat de EU een voorbeeld kan zijn van een gezamenlijke aanpak van klimaat. Enkele lidstaten maakten hierbij de kanttekening dat het vanuit concurrentie-oogpunt belangrijk is dat ook andere landen hun ambities aanscherpen. Over de inzet van Nederland tijdens de VN-klimaattop wordt u op korte termijn separaat geïnformeerd in het kader van de bredere inzet voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties.

Potentie van circulaire economie in de aanpak van klimaatverandering en biodiversiteitsverlies

Het Finse voorzitterschap had een discussiestuk gecirculeerd met twee vragen naar aanleiding van de recente rapporten van het IPCC1, het IRP2 en het IPBES3: wat moet de bijdrage van de circulaire economie zijn in nationaal, Europees en mondiaal klimaatbeleid? En hoe kan de circulaire economie de Europese biodiversiteitsstrategie vooruithelpen?

Deelnemers wisselden van gedachten over deze discussievragen, waarbij er brede overeenstemming was over het belang om circulaire economie te verankeren in beleid gericht op het tegengaan van klimaatverandering en biodiversiteitsverlies.

Veel lidstaten benadrukten hierbij het belang van goede informatie die consumenten helpt met daadwerkelijk duurzame keuzes. Enkele deelnemers (waaronder Nederland) adresseerden de uitdaging van het bijhouden van CO2-reductie over de grens die wordt veroorzaakt door nationale en Europese voortgang op de circulaire economie. Nederland drukte ook zijn zorgen uit over de rol van afvalverbranding ten opzichte van recycling in de Europese langetermijnstrategie voor klimaat.

De link tussen circulaire economie en biodiversiteit werd door de deelnemers gelegd langs de lijnen van ontbossing en houtwinning, voedselproductie en verspilling, en biomassa en biobrandstoffen. Nederland kaartte daarbij ook het belang van biodiversiteit voor biotische grondstoffen in de circulaire economie aan.

Nederland vroeg ten slotte de Commissie verder te werken aan monitoring van de circulaire economie, en kwantificering van de bijdrage aan klimaatdoelen. De Commissie gaf aan dat zij een tweejarige studie zal starten naar de bijdrage van circulaire economie aan de klimaat- en biodiversiteitsdoelen.

Volgende stappen voor een mogelijke EU circulaire economie 2.0

In zijn discussiestuk had het Finse voorzitterschap de deelnemers gevraagd te focussen op drie zaken: wat zijn de volgende strategische stappen voor de EU op circulaire economie? Hoe zou een aanpak voor nieuwe prioritaire sectoren (zoals de huidige plasticstrategie) eruit moeten zien? En welke instrumenten kunnen daarvoor gebruikt worden?

De deelnemers (waaronder Nederland) waren het erover eens dat een coherente langetermijnstrategie voor circulaire economie nodig is en dat de volgende sectoren een aanpak naar het voorbeeld van de plasticstrategie verdienen: allereerst textiel, en dan bouw, voedsel, mobiliteit en elektronica. Het Europese Plastic Pact dat Nederland met Frankrijk ontwikkelt, werd in zes interventies aangehaald als opvolging van de plasticstrategie waarbij de implementatie van de huidige afspraken evenwel van belang blijft.

Daarnaast was er brede instemming met het belang van het faciliteren van een goedwerkende markt voor secundaire grondstoffen en duurzame openbare aanbesteding. Digitalisering werd door enkele lidstaten genoemd als prioriteit in de verdere ontwikkeling van de circulaire economie, evenals verzekering van voldoende financiering via groene belastingen, het nieuwe MFK en de taxonomie voor duurzame investeringen. Met betrekking tot het stellen van bindende kwantitatieve doelen voor de Europese circulaire economie waren de deelnemers verdeeld, waarbij de kritische lidstaten aandacht vroegen voor de betaalbaarheid van de transitie naar een circulaire economie met het oog op economische verschillen tussen lidstaten.

Het voorzitterschap zal de discussies over circulaire economie gebruiken in de voorbereiding van raadsconclusies voor de Milieuraad van oktober, die moeten dienen als gids voor het werk van de nieuwe Commissie.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes


  1. https://www.ipcc.ch/sr15/↩︎

  2. https://www.resourcepanel.org/reports/global-resources-outlook↩︎

  3. https://www.ipbes.net/global-assessment-report-biodiversity-ecosystem-services↩︎