Reactie op aangenomen moties inzake verlenging rijbewijzen 75-plussers
Maatregelen verkeersveiligheid
Brief regering
Nummer: 2019D33390, datum: 2019-08-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29398-741).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 29398 -741 Maatregelen verkeersveiligheid.
Onderdeel van zaak 2019Z16103:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-09-10 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-09-11 12:00: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-09-11 19:30: Debat over de aanhoudende problemen bij het CBR (Plenair debat (debat)), TK
- 2019-09-18 14:20: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
29 398 Maatregelen verkeersveiligheid
Nr. 741 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 augustus 2019
Op 4 juli 2019 heeft uw Kamer twee moties aangenomen1 gericht op het alvast invoeren van de werkwijze van de AMvB administratieve verlenging 75-plussers, zodat zij ook in de periode tot de inwerkingtreding ongestraft tijdelijk kunnen blijven rijden zonder geldig rijbewijs in afwachting van beoordeling van hun rijgeschiktheid door het CBR.
In de brief aan uw Kamer van 3 juli 20192 is aangekondigd dat er een oplossing gevonden is voor 75-plussers wiens rijbewijs buiten hun schuld om verlopen is of dreigt te verlopen door de lange doorlooptijden bij het CBR. Gebleken is dat een verlenging van de geldigheidsduur van het rijbewijs met maximaal 1 jaar technisch haalbaar is door middel van een aanpassing van het Reglement Rijbewijzen (AMvB) en een codering in bet Rijbewijsregister. Voordeel van deze tijdelijke regeling is dat een substantieel aantal rijbewijshouders (190.000 per jaar) geholpen kan worden zonder dat dat voor burgers extra administratieve lasten en kosten met zich mee brengt. Deze oplossing creëert ruimte voor het CBR om zich prioritair te richten op de meest risicovolle groepen. Daarnaast kan de 75+ doelgroep zo gedurende maximaal een jaar blijven rijden in afwachting van het besluit over hun rijgeschiktheid.
Momenteel wordt hard gewerkt om deze AMvB en de uitvoering ervan te realiseren. Gestreefd wordt naar een snelle invoering van de AMvB op 1 december 2019. Voor het doorlopen van het proces tot aan de inwerkingtreding is echter tijd nodig. De AMvB dient onder andere door uw Kamer en de Raad van State beoordeeld te worden. Daarnaast hebben CBR en RDW tijd nodig om hun systemen en werkwijzen inzake de administratieve verlenging aan te passen en op elkaar af te stemmen.
De werkwijze toepassen voordat de systemen gereed zijn is vanuit verkeersveiligheidsperspectief en de handhaving niet mogelijk, onder andere omdat de doelgroep dan niet kan worden afgebakend. Het instellen van een coulance kan uitnodigen tot misbruik, wat kan leiden tot onveilige verkeerssituaties. Coulance betrachten voordat de aangepaste regelgeving in werking is getreden brengt aansprakelijkheidsrisico’s met zich mee voor het CBR en de Staat mocht een bestuurder met een verlopen rijbewijs betrokken raken bij een ongeval. De Minister van Justitie en Veiligheid heeft mij laten weten dat een gedoogconstructie vanuit handhavingsperspectief niet mogelijk is. De politie moet aan de hand van het rijbewijsregister kunnen beoordelen of het verlopen rijbewijs van een desbetreffende 75-plusser onder de administratieve verlenging valt. Dat is nu nog niet mogelijk zonder de benodigde ICT aanpassingen bij de RDW en het CBR.
Om de bovenstaande redenen kunnen wij de door uw Kamer verstrekkende moties niet uitvoeren.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga