Integrale vergelijking verpleeghuiszorg
Kwaliteit van zorg
Brief regering
Nummer: 2019D33521, datum: 2019-08-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31765-433).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 31765 -433 Kwaliteit van zorg .
Onderdeel van zaak 2019Z16170:
- Indiener: H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2019-09-04 13:55: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-09-25 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-02-12 14:00: Verpleeghuiszorg (Algemeen overleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-02-19 14:20: Aansluitend aan de stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-01-27 10:00: Extra procedurevergadering commissie VWS (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2021-02-02 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2022-01-27 12:00: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2022-04-21 10:00: Gehandicaptenbeleid / Verpleeghuiszorg / Wlz (Commissiedebat), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
31 765 Kwaliteit van zorg
Nr. 433 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 augustus 2019
Naar aanleiding van het VAO Verpleeghuiszorg van 25 juni jl. is op 4 juli jl. (Handelingen II 2018/19, nr. 102, item 3) een motie1 van het lid Hermans aangenomen waarin het kabinet wordt verzocht om de Kamer over de aanpak en de planning van de integrale vergelijking uiterlijk 1 september a.s. te informeren. Ik kan u hierover het volgende meedelen.
Ik heb de NZa op 21 mei 2019 de opdracht gegeven om een integrale vergelijking uit te voeren, die reeds effect heeft op de vast te stellen maximumtarieven in 20212.
De NZa heeft inmiddels een plan van aanpak opgeleverd. Dit treft u aan in de bijlage bij deze brief3. Op mijn verzoek zal de NZa een aantal extra varianten uitwerken voor de wijze waarop de integrale vergelijking wordt toegepast bij de vaststelling van tarieven en inkoopafspraken. Ik hecht hieraan gezien de verdeling van verantwoordelijkheden tussen de betrokken partijen. Ook wil ik alternatieven afwegen voor de in het plan van aanpak veronderstelde toepassing, die wetswijziging vergt.
De NZa treft inmiddels de nodige voorbereidingen voor de ontwikkeling van de integrale vergelijking. Zo zal de NZa dit najaar bij alle verpleeghuisinstellingen gegevens opvragen. Daarna vindt de data-analyse plaats waarmee de NZa inzicht wil verkrijgen in factoren die van invloed zijn op de kosten die verpleeghuizen met een vergelijkbare zzp-mix maken om goede zorg te kunnen verlenen. Doel is om meer rekening te houden met verschillende omstandigheden waaronder de zorg moet worden georganiseerd en de best presterende (vergelijkbare) instellingen de norm te laten zijn voor de rest. Hiermee kan het kwaliteitskader worden gerealiseerd met de daarvoor beschikbaar gestelde middelen.
Parallel daaraan zal bestuurlijk overleg plaatsvinden met betrokken partijen over de voortgang, planning en de toepassingsmogelijkheden van de integrale vergelijking. Ik zal u in november dit jaar, in de 3e voortgangsrapportage Thuis in het Verpleeghuis, nader informeren over de uitkomsten van het bestuurlijk overleg en de voortgang van het proces.
In lijn met de genoemde motie heb ik aan de NZa gevraagd om de uitkomsten van de integrale vergelijking met een bijbehorende impactanalyse uiterlijk 15 maart 2020 op te leveren. Dit geeft alle betrokken partijen, en ook uw Kamer, voldoende tijd voor overleg, besluitvorming en voorbereiding voor implementatie van de stappen die in 2021 en daarna gezet kunnen worden.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge