[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Rapport over het (vervolg) onderzoek JICN en nulmeting nieuwbouw

Justitiële Inrichtingen

Brief regering

Nummer: 2019D33775, datum: 2019-09-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-24587-749).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 24587 -749 Justitiële Inrichtingen.

Onderdeel van zaak 2019Z16275:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

24 587 Justitiële Inrichtingen

Nr. 749 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 september 2019

Hierbij bied ik u, conform het gestelde in artikel 30, vijfde lid, van de Rijkswet Raad voor de Rechtshandhaving, het rapport aan betreffende het (vervolg) onderzoek Justitiële Inrichting Caribisch Nederland en nulmeting nieuwbouw: een gezamenlijk onderzoek van de Raad voor de Rechtshandhaving (hierna: de Raad) en het College voor de Rechten van de Mens (hierna: het College) naar de behandeling van gedetineerden en de omstandigheden in de nieuwbouw van de justitiële inrichting op Bonaire1.

In voorgaande rapporten van de Raad en het European Committee for the Prevention of Torture and Inhuman or Degrading Treatment or Punishment (hierna: CPT) werd herhaaldelijk het belang van nieuwbouw benadrukt. Door de Dienst Justitiële Inrichtingen (hierna: DJI) en de partners is hard gewerkt om de Justitiële Inrichting Caribisch Nederland (hierna: JICN) gereed te maken. Als resultaat hiervan is de nieuwbouwlocatie in augustus 2018 in gebruik genomen. Het stemt mij tevreden om in onderhavig rapport van de Raad en het College te lezen dat met de ingebruikneming van de JICN het Caribische deel van Nederland over een inrichting beschikt die kan dienen als voorbeeld voor de andere landen in het Caribisch deel van het Koninkrijk.

Zoals de Raad en het College reeds benoemen in hun rapport, heeft de JICN in reactie op het concept-rapport een plan van aanpak opgeleverd om de knelpunten op te lossen die door de Raad en het College zijn gesignaleerd. Zo wordt de komende periode gewerkt aan de optimalisering van de ingebruikname van de JICN.

Naast de aanbevelingen aan de JICN geeft de Raad en het College een aantal aanbevelingen die primair aan mij zijn gericht. Hieronder bespreek ik deze aanbevelingen.

Wijziging Gevangenismaatregel BES m.b.t. frequentie bezoek

De rechtspositie van gedetineerden op Bonaire verschilt van de rechtspositie van gedetineerden in Europees Nederland als het gaat om de toegestane frequentie van bezoek, namelijk ten minste een uur in de twee weken in de JICN tegenover een uur iedere week in Europees Nederland. In het rapport wordt gevraagd om dit verschil weg te nemen door de Gevangenismaatregel BES op dit punt in overeenstemming te brengen met de Penitentiaire beginselenwet. In de Gevangenismaatregel BES is opgenomen dat een gedetineerde recht heeft tenminste eenmaal per twee weken gedurende tenminste 1 uur bezoek te ontvangen. In JICN kunnen gedetineerden dit recht uitbreiden tot één keer per week door middel van het tonen van goed gedrag. Om het verschil tussen de gedetineerden op Bonaire en die in Europees Nederland weg te nemen zal het recht op wekelijks bezoek in de JICN standaard voor alle gedetineerden gaan gelden.

Uitbreiding mandaat Commissie van Toezicht naar arrestanten

Het mandaat van de Commissie van Toezicht (hierna: CvT) is beperkt tot gedetineerden die in de JICN een gevangenisstraf uitzitten. Arrestanten van KPCN die in de JICN op Bonaire verblijven, vallen daar niet onder. JICN huisvest de arrestanten op het terrein voor de politie en is belast met de arrestantenzorg. Het toezicht op de arrestantenzorg op de BES is geregeld in de Veiligheidswet BES en het Besluit Beheer Politiekorps BES. Volgens de Raad en het College is het van belang dat ook de arrestanten die in de JICN verblijven een klacht kunnen indienen bij de CvT. De Raad en het College adviseren daarom het mandaat van de CvT uit te breiden naar arrestanten. De praktijk laat zien dat door arrestanten weinig tot geen klachten worden ingediend. Dit hangt vermoedelijk samen met de korte duur van het verblijf van arrestanten. Ik zal daarom de komende tijd verkennen in hoeverre het wenselijk is om de mogelijkheid voor arrestanten om formeel een klacht in te dienen te wijzigen conform het voorstel van de Raad en het College.

Heroverweging standpunt t.a.v. niet overgenomen aanbevelingen uit 2016

De Raad en het College doen de aanbeveling het standpunt te heroverwegen ten aanzien van vijf niet overgenomen aanbevelingen van de Raad uit 2016, te weten:

1. Bezie met betrekking tot de beslistermijn van twee weken van de Beklagcommissie, zoals die is opgenomen in de Wet beginselen gevangeniswezen BES, de wenselijkheid van aanpassing van die termijn.

2. Neem het initiatief tot verruiming van het beklagrecht voor gedetineerden door openstelling van de mogelijkheid van beklag tegen alle soorten beslissingen van de directie.

3. Creëer een beroepsmogelijkheid ten aanzien van uitspraken van de Beklagcommissie.

4. Richt een ambtelijk secretariaat op voor de CvT.

5. CvT dient invulling te geven aan haar verplichting tweemaal per jaar te rapporteren over onder meer de bevindingen van de Beklagcommissie.

Ten aanzien van de eerste aanbeveling wil ik opmerken dat binnen de JICN een verbeterproces is ingezet ten aanzien van het werkproces van de Beklagcommissie. Zo is vorig jaar een procesbeschrijving beklagzaken opgesteld. Ook wordt op dit moment het interne proces onderzocht. Zoals ook opgemerkt door de Raad en het College heeft de directie van de JICN toegezegd dat zij gaat werken aan een protocol voor de afhandeling van klaagschriften, inclusief termijnen. Derhalve zie ik op dit moment geen aanleiding tot het aanpassen van de Wet beginselen gevangeniswezen BES.

Ten aanzien van de tweede en derde aanbevelingen deel ik de mening van mijn voorganger dat deze aanbevelingen op dit moment geen prioriteit hebben. Ten eerste omdat op dit moment de situatie vergelijkbaar is met die van de andere landen in het Caribisch deel van het Koninkrijk. Daarnaast heb ik ook geen signalen ontvangen dat klachten gemist worden of zaken niet correct behandeld worden. Ook herhaal ik mijn standpunt, zoals ook aangehaald in het rapport van de Raad en het College, dat uit de praktijk blijkt dat er vooralsnog geen behoefte is aan een beroepsmogelijkheid. Samen met de JICN blijf ik bezien dat klachten op een correcte wijze worden afgehandeld.

Ten aanzien van de vierde aanbeveling heeft mijn voorganger laten weten dat deze aanbeveling zou worden bezien in het licht van financiële en capacitaire mogelijkheden. Alhoewel formatieve ruimte voor deze vacature is geregeld, is het de CvT tot op heden niet gelukt deze vacature te vervullen. Om die reden is ook de tweejaarlijkse rapportage nog niet opgesteld. Zodra de ambtelijke ondersteuning van de CvT volledig is ingevuld, zal dit ter hand worden genomen waarmee de vijfde aanbeveling gestand kan worden gedaan.

Borg in samenspraak met het Rijksvastgoedbedrijf (hierna: RVB) de dienstverlening ten aanzien van de systemen in de JICN

De Raad geeft aan dat het belangrijk is dat in geval van een storing in de systemen van de JICN alles snel weer draait. Om de zekerheid te hebben dat dit gebeurt, adviseert de Raad afspraken hierover met het RVB te borgen. Vooropgesteld is de ervaring dat het RVB adequaat reageert op storingen en dat deze dan ook snel worden verholpen. Het borgen van de afspraken over deze dienstverlening vindt plaats in projectteams waar het RVB, DJI en de JICN zitting in hebben. In de teams wordt het uit te voeren onderhoud aan de systemen door het RVB besproken en vindt monitoring op de uitvoering plaats. Daarnaast zijn afspraken gemaakt met de JICN dat klein onderhoud en vervanging (simpele onderdelen) door het technisch beheer van de locatie zelf kan worden opgepakt. Deze aanpak voorkomt bij simpele storingen langere wachttijden en geeft JICN de mogelijkheid zelf adequaat te reageren. Deze vorm van samenwerking is geborgd in een stroomschema.

Zorg voor goede afstemming tussen DIZ-DJI en JICN over de procedure voor de totstandkoming van ministeriële beschikkingen v.i.

De Raad adviseert dat betere afstemming moet plaatsvinden tussen de Divisie Individuele Zaken (DIZ) van DJI en de JICN als het gaat om de totstandkoming van v.i.-beslissingen. Dit moet er voor zorgen dat vi-beschikkingen op tijd worden gegeven. Gebleken is dat bij tijdig ingediende adviesaanvragen vrijwel altijd tijdig een beschikking wordt afgegeven. Twee maanden wordt hierbij gezien als redelijke termijn en sluit aan bij de bepalingen in het Reclasseringsbesluit 1953 BES. Deze afspraken zijn vastgelegd in een gezamenlijk opgestelde werkinstructie. Inmiddels wordt deze termijn gehanteerd door de betrokken partijen.

Tot slot doet de Raad en het College de aanbeveling om het mandaat te regelen ten aanzien van het nemen van v.i.-beslissingen. Vooruitlopend op de wijziging van Wetboek van Strafrecht BES (waarin de mogelijkheid is gecreëerd dat de Hoofddirecteur DJI namens mij de beslissingen kan gaan nemen) is op 24 april jl. een tijdelijk mandaatbesluit in werking getreden zodat individuele vi-beslissingen door de Directeur-Generaal Straffen en Beschermen kunnen worden genomen. Op basis van hiervan kan de aanbeveling van de Raad en het College worden opgepakt.

De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker


  1. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎