[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van de informele Raad Buitenlandse Zaken Gymnich van 29 en 30 augustus 2019

Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Brief regering

Nummer: 2019D34121, datum: 2019-09-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-02-2040).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 02-2040 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken .

Onderdeel van zaak 2019Z16469:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2040 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 september 2019

Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele Raad Buitenlandse Zaken Gymnich van 29 en 30 augustus 2019.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok

VERSLAG INFORMELE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN/GYMNICH VAN 29–30 AUGUSTGUS 2019

Dit verslag betreft de informele Raad Buitenlandse Zaken («Gymnich») van 29 en 30 augustus in Helsinki. Tijdens informele Raden worden geen besluiten genomen, zo ook niet tijdens dit Gymnich.

Joint Lunch met ministers van Defensie over hybride dreigingen

Het Finse voorzitterschap trapte de werklunch met de ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken af met een terugkoppeling over de hybride table top exercise die onder andere in juli jl. is gehouden met topambtenaren van de Europese ministeries van Defensie, Buitenlandse Zaken en Justitie en Veiligheid. Vervolgens focuste de discussie zich op het belang van het verstevigen van de weerbaarheid, de implementatie van het Joint Framework (2016) en EU-NAVO samenwerking (ten aanzien) van hybride dreigingen.

Vrijwel alle lidstaten, waaronder Nederland, stonden stil bij de noodzaak tot een verbeterde Europese weerbaarheid tegen hybride en cyber dreigingen en gaven aan dit als een groot risico te zien voor de ontwrichting van maatschappijen en de Europese eenheid. Er zijn goede stappen gezet maar er is nog altijd veel te verbeteren. Instrumenten moeten beter worden geoperationaliseerd en de EU en de lidstaten moeten sneller kunnen reageren. Ook moeten nieuw kansen ten aanzien van informatie-uitwisseling in de EU-context worden benut. Er is voorts meer aandacht nodig voor de link tussen het maritieme domein en hybride dreigingen.

Nederland, gesteund door meerdere lidstaten, riep op tot de verdere implementatie van de EU Cyber Diplomacy Toolbox inclusief het operationaliseren van het cybersanctieregime en benadrukte het belang van PESCO-projecten (Permanent and Structural Cooperation) op dit terrein. Het bevorderen van een coherente en ontkokerde aanpak jegens hybride dreigingen is van belang, onder andere door middel van de recent opgerichte horizontale Raadswerkgroep op het gebied van hybride dreigingen.

In dit kader werd ook gesproken over artikel 42.7 van het Verdrag van Lissabon dat gaat over de wederzijdse bijstand van lidstaten in het geval van een gewapende aanval. Er werd gediscussieerd over de vraag of hybride – en cyberaanvallen hieronder kunnen worden geschaard. Meerdere lidstaten sloten zich aan bij de Nederlandse oproep om hierover nader met elkaar te spreken in de Raad.

Nederland wees op het belang van maatschappelijke weerbaarheid, een goede onderlinge informatievoorziening en het delen van geleerde lessen. Nederland stelde dat een incident op nationaal niveau, zomaar onderdeel kan vormen van een veel bredere campagne. De vraag is hoe we als EU en lidstaten reageren op aanvallen die ons allen raken. Hoewel Nederland ziet dat er goede stappen zijn gezet, is er meer nodig en is het daarbij van belang gericht te zijn op de uitwerking van de-escalerende maatregelen.

Werksessie over de situatie in de Golf

Na een introductie door Hoge Vertegenwoordiger Mogherini wisselden ministers van gedachten over de situatie in de Golf regio. Hierbij werden verschillende aspecten zoals de door de VS aangekondigde missie, de uitkomsten van de G7 Top in Biarritz, de spanning omtrent het nucleaire akkoord met Iran (JCPOA), de rol van Iran in de regio, diens ballistische raketprogramma en de mensenrechtensituatie in Iran betrokken.

Ministers spraken in de discussie hun brede steun uit voor het JCPOA alsmede het belang van maritieme veiligheid en het belang dat de commerciële scheepvaart conform het internationaal zeerecht op een veilige manier gebruik kan maken van de vaarroutes in het gebied. Over de wijze waarop dit te bewerkstelligen werden verschillende ideeën naar voren gebracht met de-escalatie als uitgangspunt. Naast de mogelijkheid van een Europees geleide maritieme missie, die in verschillende vormen zou kunnen opereren, benadrukten lidstaten, waaronder Nederland, het belang van het diplomatieke spoor. Net als enkele andere lidstaten stelde ook Nederland open te staan voor het verkennen van een dergelijke missie en ging daarbij in op de mogelijkheden en wenselijkheid van een eventuele Nederlandse bijdrage zoals is vermeld in de brief van het kabinet aan de Kamer van 15 juli jl. (Kamerstuk 29 521, nr. 384).

Werksessie over de EU en het Arctisch gebied

Hoge Vertegenwoordiger Mogherini startte met een korte introductie waarbij ze wees op toenemend economisch belang van het Arctisch gebied, veroorzaakt door klimaatverandering en met als gevolg de toenemende geopolitieke belangstelling en veiligheidspolitieke vraagstukken.

In de daaropvolgende discussie onderstreepten delegaties, waaronder de Nederlandse, de toenemende geopolitieke belangstelling voor de Arctische regio en het belang van naleving van het internationaal recht. Voorts wees Nederland, met vele anderen, op de Europese wens de status van de EU als observer bij Arctische Raad spoedig te kunnen formaliseren. In de discussie bleek bovendien brede steun te bestaan voor het herzien van de Arctic Policy van de EU. Nederland wees expliciet op het belang van internationale samenwerking, het gedepolitiseerd houden van de Arctische Raad en het bespreken van relevante veiligheidskwesties in NAVO-verband.

Hoge Vertegenwoordiger Mogherini besloot de discussie met de observatie dat de Arctische regio in komende maanden regelmatig zal terugkeren op de agenda van de Raad Buitenlandse Zaken.

Amazone

Hoewel niet formeel geagendeerd vroeg Hoge Vertegenwoordiger Mogherini kort aandacht voor de bosbranden in het Amazonegebied in het licht van de recente G7-discussie hierover. Zij kondigde aan dat de EU vanwege de gevoeligheden met Brazilië EU-steun ten dele via Chili en Colombia zal geleiden. Enkele lidstaten riepen Brazilië op zijn inspanningen ten aanzien van het klimaatakkoord van Parijs en de bosbranden in het Amazonegebied te vergroten en legden daarbij een verband met de goedkeuringsprocedures van het Mercosur-verdrag.

Werksessie over regionale samenwerking met Westelijke Balkan

De werksessie over regionale samenwerking in de Westelijke Balkan vond plaats met deelneming van de zes Westelijke Balkanlanden (Bosnië-Herzegovina, Servië, Montenegro, Kosovo, Noord-Macedonië en Albanië). Hoge Vertegenwoordiger Mogherini wees op het belang van veiligheidssamenwerking met de landen van de Westelijke Balkan onder meer ten aanzien van terrorisme, cyber en hybride dreigingen. Zij sprak de hoop uit dat onderhandelingen met Noord-Macedonië en Albanië in oktober kunnen worden geopend en het Finse Voorzitterschap het werk hervat ten aanzien van visumliberalisering voor Kosovo. Daarnaast achtte zij het van belang dat de Servië-Kosovo dialoog spoedig wordt herstart en dat een nieuwe Bosnische regering tot stand komt. Tot slot wees zij op het belang van goede communicatie door EU-lidstaten en Westelijke Balkanlanden naar hun respectieve burgers. Vrees voor inmenging door derde landen in de Westelijke Balkan was in haar ogen ongegrond, mits de EU consistent en gecoördineerd optreedt. Deze punten, en met name de wens om onderhandelingen met Noord-Macedonië en Albanië te openen, werden in de discussie door ministers van de Westelijke Balkan en EU-lidstaten gesteund; alleen Nederland bracht met het gebruikelijke strikt en fair-beleid een ander geluid in.

Informele lunch over mensenrechten

De discussie startte met een introductie door verschillende door het Finse Voorzitterschap uitgenodigde mensenrechtenverdedigers. Deelnemers spraken hun brede steun uit voor het werk van de mensenrechtenverdedigers.

Nederland riep de deelnemers op meer te doen aan beschermen van mensenrechtenverdedigers en vrijheid van meningsuiting, in het bijzonder voor vrouwelijke journalisten. Ook vroeg Nederland aandacht voor het beschermen van godsdienstvrijheid waarbij atheïsten eveneens bijzondere aandacht verdienen. Nederland lichtte het Shelter City programma toe en riep anderen op gelijksoortige programma’s op te zetten.

Verder wees Nederland in de discussie op de specifieke situatie in met name Zuid-Soedan en Cuba en vroeg de Hoge Vertegenwoordiger hieraan aandacht te besteden tijdens de EU-Cuba Joint Council van 9 september aanstaande.

Tot slot wees Nederland op het inmiddels een jaar geleden gelanceerde initiatief voor een EU Global Human Rights Sanctions Regime (motie van het lid Omtzigt, Kamerstuk 22 112, nr. 2529) en riep alle EU-lidstaten op om op constructieve wijze de discussie in Raadsverband naar afronding te helpen brengen. Het Finse Voorzitterschap onderstreepte deze oproep. De komende tijd zal in Brussel verder worden gesproken over de totstandkoming van dit sanctieregime.