Het VGZ-contracteerbeleid 2020 en verder met betrekking tot de antistollingszorg door trombosediensten
Schriftelijke vragen
Nummer: 2019D34265, datum: 2019-09-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2019Z16515).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.P.J. van Gerven, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
Onderdeel van zaak 2019Z16515:
- Gericht aan: B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
- Indiener: H.P.J. van Gerven, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2019Z16515
Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de Minister voor Medische Zorg over het VGZ-contracteerbeleid 2020 en verder met betrekking tot de antistollingszorg door trombosediensten (ingezonden 5 september 2019).
Vraag 1
Bent u ervan op de hoogte dat zorgverzekeraar VGZ de antistollingszorg door de trombosedienst (trombosezorg) in één en dezelfde kavel wil contracteren met de eerstelijnsdiagnostiek, met als argument dat de overeenkomst tussen beiden het feit is dat er bloed wordt geprikt?1
Vraag 2
Bent u ervan op de hoogte dat deze oppervlakkige overeenkomst vanuit het zorgveld wordt bestreden, omdat trombosezorg een preventieve of curatieve, vaak langdurige behandeling is terwijl eerstelijnsdiagnostiek incidentele diagnostiek is en als zorgactiviteit van een geheel andere aard is dan de trombosezorg?
Vraag 3
Bent u ervan op de hoogte dat VGZ deze kavel met dubbele inhoud wenst aan te besteden per Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHR)-regio?
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat op deze wijze trombosezorg in geheel andere geografische gebieden dreigt te worden georganiseerd dan in die geografische gebieden waarin de zorgketens zijn of worden georganiseerd? Wat vindt u ervan dat dit door slechts één zorgverzekeraar zonder afstemming met de andere zorgverzekeraars gebeurt?
Vraag 5
Bent u ervan op de hoogte dat er bij Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) een melding loopt, gedaan door de Stichting Rode Kruis Trombosedienst Neder-Veluwe te Ede in het kader van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg, waarin gesteld wordt dat de ketenkwaliteit in het geding is? Hoe beoordeelt u dit terwijl juist de IGJ deze ketenprocessen in feitelijke zorgregio’s toetst op basis van de Landelijke Standaard Keten Antistolling (LSKA 2.0) en dat dit concrete vermijdbare verhoogde risico’s op een bloeding of een vorm van trombose met zich mee zal kunnen brengen voor patiënten die van een antistollingsbehandeling door een trombosedienst afhankelijk zijn?
Vraag 6
Acht u de in eerdere vragen benoemde effectiviteits- en veiligheidsrisico’s reëel en relevant? Zo ja, welke mogelijkheden ziet u om VGZ te doen afzien van de voorgenomen en reeds in werking gezette gecombineerde aanbesteding op het niveau van GHOR-regio’s?
Onderhands toegestuurde e-mail.↩︎