Amendement van het lid Van der Staaij over situaties met spoedeisend belang
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering tot strafbaarstelling van verblijf in een door een terroristische organisatie gecontroleerd gebied (strafbaarstelling verblijf in een door een terroristische organisatie gecontroleerd gebied)
Amendement
Nummer: 2019D34364, datum: 2019-09-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35125-14).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.G. van der Staaij, Tweede Kamerlid (Ooit SGP kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35125 -14 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering tot strafbaarstelling van verblijf in een door een terroristische organisatie gecontroleerd gebied (strafbaarstelling verblijf in een door een terroristische organisatie gecontroleerd gebied).
Onderdeel van zaak 2019Z16584:
- Indiener: C.G. van der Staaij, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2019-09-10 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
35 125 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering tot strafbaarstelling van verblijf in een door een terroristische organisatie gecontroleerd gebied (strafbaarstelling verblijf in een door een terroristische organisatie gecontroleerd gebied)
Nr. 14 AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER STAAIJ
Ontvangen 5 september 2019
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel B, wordt in artikel 134b, vierde lid, «zes weken» vervangen door «twee weken».
Toelichting
In de nota van wijziging is voor situaties waarbij sprake is van een spoedeisend belang de mogelijkheid opgenomen om via een ministeriële regeling voor ten hoogste drie maanden een gebied aan te wijzen als een door een terroristische organisatie gecontroleerd gebied. Die spoedeisende regeling wordt pas ten minste zes weken na overlegging aan het parlement vastgesteld.
De indiener is van mening dat een termijn van zes weken in acute situaties te lang is en ook het risico meebrengt dat mensen nog gedurende die zes weken vrij kunnen reizen naar het betreffende, door de terroristische organisatie gecontroleerde, gebied. Om deze reden stelt hij een termijn van twee weken voor. In spoedeisende gevallen moet een periode van twee weken ook voldoende geacht worden om de aanwijzing voor iedereen kenbaar te laten zijn.
Van der Staaij