[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op de gewijzigde motie van de leden Karabulut en Kerstens over spoedig invoeren van het gewijzigde PTSS-protocol

Veteranenzorg

Brief regering

Nummer: 2019D34476, datum: 2019-09-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30139-222).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 30139 -222 Veteranenzorg.

Onderdeel van zaak 2019Z16642:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2018-2019

30 139 Veteranenzorg

Nr. 222 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 september 2019

Met deze brief reageer ik op de gewijzigde motie van de leden Karabulut en Kerstens (Kamerstuk 30 139, nr. 217) zoals voorgesteld tijdens het notaoverleg van 24 juni 2019 (Kamerstuk 30 139, nr. 220) over spoedige invoer van het gewijzigde posttraumatische stressstoornis (PTSS) protocol.

In de motie wordt Defensie gevraagd om:

a. het in beeld brengen van een groep veteranen (later in de motie PTSS-patiënten genoemd) die niet goed bereikbaar is voor het veteranenzorgsysteem als gevolg van een complex aantal problemen waaronder PTSS, vanwege de zorgplicht die Defensie verschuldigd is, waarbij het ontbreken ervan een spoedig herstel in de weg staat;

b. het gewijzigde PTSS-protocol zo spoedig mogelijk in te voeren.

Met mijn brief van 2 juli 2019 (Kamerstuk 30 139, nr. 219) heb ik een reactie gegeven op de overwegingen van de motie. In deze brief ga ik inhoudelijk in op bovengenoemde verzoeken.

Vooraf breng ik echter graag het volgende onder uw aandacht. Kenmerkend voor psychische problematiek, waaronder PTSS, is dat het zich vele maanden en soms pas vele jaren na de traumatische gebeurtenis (-sen) kan ontwikkelen. Als de veteraan dan nog in actieve dienst is, is het over het algemeen goed mogelijk die problematiek te herkennen en de veteraan naar de juiste zorg te leiden. Ook kan de actief dienende militair met een zorgvraag zich melden bij de militair arts, het bedrijfsmaatschappelijk werk, de geestelijke verzorging of zijn commandant.

Daarnaast heeft Defensie met het Veteranenloket een centraal meldpunt opgericht dat is ondergebracht bij het Veteraneninstituut. Daar kan de post-actieve veteraan en zijn relatie te allen tijde terecht met vragen. Het Veteranenloket is de toegang tot het Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen (LZV). Daarnaast biedt de zogeheten nuldelijnsondersteuning een eerste laagdrempelig aanspreekpunt voor alle vormen van veteranenproblematiek. Er vindt zo nodig van daaruit doorverwijzing plaats naar het LZV.

Ook brengt Defensie samen met de veteranenorganisaties continu de mogelijkheden voor zorg onder de aandacht. Niet alleen via onderzoeken zoals «Veteraan, hoe gaat het met u?», berichten in het tijdschrift Checkpoint, maar ook via informatieverstrekking (folder en website) van Defensie aan de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV) over voorkomende klachten van post-actieve militairen. De contactgegevens van het Veteranenloket worden hierin vermeld. Echter, omdat deze veteranen niet altijd meer in dienst zijn van Defensie vraagt dit dat zijzelf of hun omgeving actie ondernemen.

In kaart brengen van de groep

De groep veteranen met psychische problemen waaronder PTSS-problematiek, die niet goed bereikbaar is voor het veteranenzorgsysteem, is helaas niet in kaart te brengen. Dit heeft meerdere redenen, waaronder de soms late ontwikkeling van de stoornis, het elders werkzaam zijn, (on)bewuste zorgmijding en het medisch geheim.

Het uitgangspunt is dat de post-actieve veteraan met een zorgbehoefte zich meldt. Zorgmijding is echter helaas een kenmerk van psychische problematiek, waaronder PTSS. Het bieden van hulp wordt des te moeilijker als de veteranen bewust of onbewust zorg mijden en zich (mede daardoor) niet melden.

Ook het feit dat medische dossiers geheim zijn, maakt dat deze groep veteranen niet zonder meer in beeld is te brengen.

Ik onderschrijf de bijzondere zorgplicht van Defensie en dat het noodzakelijk is deze veteranen, die zich hard hebben ingezet voor hun taak, adequate zorg te bieden en zo nodig ook sociaaleconomisch te ondersteunen. Maar daarvoor moeten zij wel in beeld zijn, en dat betekent ook: in beeld willen zijn. Hier ligt nadrukkelijk ook de verantwoordelijkheid bij de veteraan en zijn relaties om zich te melden als er een zorgbehoefte bestaat.

Dit alles maakt het helaas niet mogelijk om het eerste deel van de motie uit te voeren. Dat laat echter onverlet dat Defensie voortdurend blijft streven naar verbetering van het zorgsysteem zodat veteranen met PTSS optimaal kunnen worden geholpen.

Invoeren «gewijzigde PTSS-protocol»

Er zijn inmiddels een aantal aanpassingen in het huidige PTSS-protocol doorgevoerd, zoals ik u ook heb gemeld in de Veteranennota 2018–2019 (Kamerstuk 30 139, nr. 218 van 11 juni 2019). Deze wijzigingen worden nog voorgelegd aan het Sector Overleg Defensie. Daarnaast voert het Universitair Medisch Centrum Groningen in opdracht van Defensie een onderzoek uit naar vergelijkbare en alomvattende (zowel lichamelijke als psychische klachten betreffend) instrumenten die internationaal en bij de Westerse krijgsmachten worden gebruikt. Dit onderzoek komt pas op zijn vroegst in december 2019 gereed. Mocht op basis van dit onderzoek blijken dat er elders een beter protocol voorhanden is, dan kan de afweging worden gemaakt dit, al dan niet aangepast aan de Nederlandse situatie, over te nemen.

De Minister van Defensie,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten