Antwoord op vragen van het lid Ploumen over de benarde situatie van Papua’s in Indonesië
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2019D35109, datum: 2019-09-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20192020-22).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2019Z15796:
- Gericht aan: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Indiener: E.M.J. Ploumen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
22
Vragen van het lid Ploumen (PvdA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de benarde situatie van Papoea’s in Indonesië (ingezonden 19 augustus 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 18 september 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Minstens 182 doden door honger en ziekte in Papoea (Indonesië)»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Vindt u het ook zorgelijk dat als gevolg van het separatistisch conflict in de Indonesische provincie Papoea er sinds december al minstens 182 mensen door honger of door ziekte om het leven zijn gekomen en dat door de operaties van de Indonesische autoriteiten al meer dan 20.000 mensen noodgedwongen hun huis hebben moeten verlaten? Zo ja, bent u bereid uw zorgen hieromtrent aan te kaarten bij uw ambtsgenoot uit Indonesië? Zo nee, kunt u een toelichting geven?
Antwoord 2
De Nederlandse regering is bekend met de cijfers die worden gepresenteerd in het rapport van de «Nduga Civil Society Coalition». De Nederlandse ambassade in Jakarta besprak de bevindingen van dit rapport reeds met verschillende stakeholders (waaronder ngo’s, kennisinstituten, overheidsfunctionarissen en de schrijvers van het rapport). Uit deze gesprekken blijkt dat er geen eenduidig beeld bestaat over de aantallen en omstandigheden waaronder deze mensen overleden zijn. De Indonesische regering geeft aan een ander aantal (53) te hanteren als het gaat om het aantal overledenen als gevolg van het conflict in Nduga.
Niettemin vindt de Nederlandse regering dat de situatie in de provincies Papua en West-Papua, met inbegrip van de humanitaire situatie, zorgelijk. Daarom wordt de situatie in Papua, ook die in Nduga, nauwlettend gevolgd en regelmatig besproken met de Indonesische autoriteiten (zie vraag 3).
Vraag 3
Wat doet u om de situatie van de Papoea's bij uw Indonesische collega onder de aandacht te brengen? Welke stappen hebt u daartoe in de afgelopen jaren ondernomen? Kunt u een toelichting geven?
Antwoord 3
De situatie in Papua, inclusief de mensenrechtensituatie, is vast onderdeel van de bilaterale dialoog tussen Nederland en Indonesië. Zo heb ik op 5 april jl. met mijn Indonesische collega Retno Marsudi over de situatie in Papua gesproken. Op 7 februari jl. heb ik de mensenrechtensituatie in Papua ook besproken met de Indonesische Minister van Justitie en Mensenrechten, Yasonna Laoly. Op hoog ambtelijk niveau wordt eveneens regelmatig over de situatie in Papua gesproken, waaronder ook over dit rapport en de recente ontwikkelingen. Daarnaast vormt de situatie in Papua in EU-verband vast onderdeel van de dialoog met Indonesië. Zo wordt de mensenrechtensituatie in Papua besproken in de jaarlijkse EU-Indonesië Mensenrechtendialoog.
Vraag 4, 5, 6
Wat is uw oordeel over de wijze waarop de – dit jaar exact 50 jaar geleden – voormalig Nederlandse kolonie Nieuw-Guinea opging in Indonesië? Wat is op dit moment, naar de huidige maatstaven en met alle informatie die nu beschikbaar is, uw opvatting over de wijze waarop destijds de volksraadpleging is verlopen?
Deelt u de mening dat gezien de historische band en de omstreden rol die Nederland heeft gespeeld bij het onafhankelijkheidstraject van Papoea en de uiteindelijke overdracht van Papoea aan Indonesië, Nederland een verantwoordelijkheid heeft richting de Papoea’s?
Wat is uw visie op de uitkomsten van het Drooglever-rapport «Een daad van vrije keuze: De Papoea’s van westelijk Nieuw-Guinea en de grenzen van het zelfbeschikkingsrecht»?
Antwoord 4, 5, 6
Zoals ook in Kamerbrieven van 28 april 2016, stuk 2420, en 22 november 2005, stuk 30 300 V, nr. 19 is toegelicht, vormt het academische onderzoek van professor Drooglever een nadere bijdrage aan de beschrijving van de eigen geschiedenis van Papua en het verloop van de gebeurtenissen rond de «Act of Free Choice».
Het onderzoek naar die gebeurtenissen laat onverlet dat de regering in het buitenlandse beleid met betrekking tot Indonesië en Papua de bestaande situatie als vertrekpunt neemt. Papua is nu een onderdeel van de Republiek Indonesië en de Nederlandse regering respecteert de territoriale integriteit van Indonesië volledig.
Het lot van de Papua's gaat het kabinet zeker ter harte en de situatie in Papua is, zoals reeds aangegeven, dan ook vast onderdeel van de bilaterale dialoog tussen Nederland en Indonesië.
Het Laatste Nieuws, 14 augustus 2019 (https://www.hln.be/nieuws/buitenland/minstens-182-doden-door-honger-en-ziekte-in-papoea-indonesie~a7a1a022).↩︎