Informatie naar aanleiding van een ontmoeting met de Thaise premier over dhr. Van Laarhoven
Gedetineerdenbegeleiding buitenland
Brief regering
Nummer: 2019D35709, datum: 2019-09-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30010-45).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van kamerstukdossier 30010 -45 Gedetineerdenbegeleiding buitenland.
Onderdeel van zaak 2019Z17219:
- Indiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-09-19 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-09-25 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-09-26 14:40: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2018-2019 |
30 010 Gedetineerdenbegeleiding buitenland
Nr. 45 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 september 2019
Op 20 augustus jl. informeerde ik uw Kamer over een geplande ontmoeting met de Thaise premier, Generaal Prayut Chan-o-cha en de Thaise Minister van Justitie, dhr. Somsak Thepsutin in Bangkok, Thailand. Deze ontmoeting heeft op vrijdag 23 augustus jl. plaatsgevonden.
De ontmoeting met de Thaise premier en de Thaise Minister van Justitie is in goede sfeer verlopen. Aan beide zijden is er de intentie om deze bijzondere zaak binnen de kaders van de geldende wet- en regelgeving, tot een goed einde te brengen. Dit werd nog eens bevestigd in een technisch overleg op ambtelijk niveau, dat kort na de voornoemde ontmoeting in Bangkok plaatsvond.
Ten aanzien van dhr. Van Laarhoven geldt dat een procedure op basis van het tussen Thailand en Nederland geldende WOTS-verdrag in gang is gezet. Dit betekent dat bij een succesvolle afronding van deze procedure, dhr. Van Laarhoven zijn Thaise straf in Nederland zou kunnen uitzitten. Voor mevrouw Kaen-In geldt dat zij geen gebruik kan maken van de procedure op basis van het voornoemde verdrag, omdat zij een Thaise onderdaan is. Voor haar geldt dat zij, gezien haar strafrestant, mogelijk spoedig in aanmerking zou kunnen komen voor vervroegde invrijheidsstelling in Thailand. Waar mogelijk en passend, zal Nederland haar in het kader van een dergelijke procedure, bijstaan.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus