[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verlaging van lasten op de energierekening

Voorzienings- en leveringszekerheid energie

Brief regering

Nummer: 2019D36012, datum: 2019-09-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29023-248).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29023 -248 Voorzienings- en leveringszekerheid energie.

Onderdeel van zaak 2019Z17367:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie

Nr. 248 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 september 2019

Voor het kabinet staat in het Klimaatakkoord voorop dat de reductieopgave van CO2 met 49% wordt gehaald op een manier die voor iedereen haalbaar en betaalbaar is. Dat betekent dat we de huishoudportemonnee zoveel mogelijk ontzien en dat we zorgen voor een eerlijke verdeling van lasten tussen huishoudens en bedrijven.

Op 28 juni jl. is het Klimaatakkoord naar uw Kamer verzonden (Kamerstuk 32 813, nr. 342). Daarin is aandacht voor de ontwikkeling van de lasten van burgers die via de energiebelasting (EB) en de opslag duurzame energie (ODE) neerslaan in de energierekening. Met de aangekondigde maatregelen daalt het belastingdeel van de energierekening voor een huishouden met gemiddeld verbruik1 met 100 euro in 2020 ten opzichte van 2019, stijgt in 2021 het belastingdeel van de energierekening niet en wordt de stijging na 2021 beperkt. Zoals ik in de brief over het Klimaatakkoord aangeef, zijn de precieze effecten op de energierekening afhankelijk van het specifieke verbruik in het betreffende huishouden en de ontwikkeling van de energieprijzen in de markt.

Gemiddelde verbruik

In het gemiddelde verbruik waar het kabinet zich op baseert zijn alle huizen in Nederland vertegenwoordigd. Voor het kabinet is het gemiddelde gas- en elektriciteitsverbruik zoals het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) deze raamt leidend.

In de afgelopen jaren bleek dat verschillende partijen andere gemiddelde verbruikscijfers hanteren. Hierdoor kunnen verschillende beelden ontstaan van de ontwikkeling van energiebelastingen en de energierekening. Ik ben daarom met een aantal externe partijen in gesprek getreden, waaronder het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het PBL, Nibud, Gaslicht.com en Milieu Centraal. Hieruit is duidelijk geworden dat partijen verschillende verbruikscijfers hanteren als gevolg van het feit dat zij verschillende, specifieke doelgroepen bedienen. Het PBL en CBS hanteren in de Klimaat- en Energieverkenningen (KEV) alle Nederlandse huizen als relevante doelgroep voor de ontwikkeling van de energiebelasting. Het kabinet volgt dit.

Partijen die een ander gemiddeld verbruikscijfer hanteren, zullen op een andere inschatting van de verlaging van de energiebelasting in 2020 uitkomen.

Spreiding

In de praktijk bestaat een grote spreiding rond het gemiddelde verbruik. Hierdoor zal niet iedereen zich herkennen in de effecten van de belastingen die zijn gebaseerd op dit gemiddelde verbruik. Dit is ook logisch. Zo wijkt het gasverbruik in een appartement af van dat van een rijtjeswoning of een vrijstaande woning. Daarnaast is het verbruik in nieuwbouwwoningen in het algemeen aanzienlijk lager dan in oudere woningen.

Ik heb het CBS verzocht inzicht te verschaffen in de spreiding van verschillende type woningen en huishoudens. Het CBS zal dit doen op basis van een set van tien veel voorkomende huishoudprofielen. Deze huishoudprofielen zijn opgesteld op basis van woningtype, bouwperiode, grootte en aantal personen. Voor elk van deze tien profielen wordt een gas- en elektriciteitsverbruik inzichtelijk gemaakt. Het CBS zal vanaf dit jaar deze cijfers jaarlijks op Prinsjesdag op de website van het CBS publiceren.

Dit zal resulteren in meer inzicht in de ontwikkeling van de energierekening voor verschillende huishoudprofielen. Ook deze profielen zeggen niet alles. Andere factoren zoals gedrag, bijvoorbeeld de ingestelde temperatuur in huis, een strenge of zachte winter en ontwikkelingen in de marktprijs spelen ook een belangrijke rol.

Het kabinet spant zich in voor haalbaar en betaalbaar klimaatbeleid. Daartoe neemt het kabinet maatregelen om de belastingen op de energierekening te verlagen. De belastingen op de energierekening dalen voor een huishouden met gemiddeld verbruik dit jaar met 100 euro in 2020 en stijgen niet in 2021. De ontwikkeling van de totale energierekening van een huishouden is daarnaast ook afhankelijk van het specifieke verbruik en de ontwikkeling van de energieprijzen in de markt.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes


  1. 1.179 m3 aardgas en 2.525 kWh elektriciteit (conform Analyse ontwikkeling energierekening (PBL), 18 maart 2019).↩︎