ADR-onderzoek naar het uitnodigingenbeleid bij de erfbelasting
Belastingdienst
Brief regering
Nummer: 2019D36809, datum: 2019-09-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31066-527).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. Snel, staatssecretaris van Financiën
Onderdeel van kamerstukdossier 31066 -527 Belastingdienst.
Onderdeel van zaak 2019Z17672:
- Indiener: M. Snel, staatssecretaris van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2019-09-25 10:30: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2019-09-25 13:50: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-09-25 14:00: Belastingdienst (Algemeen overleg), vaste commissie voor Financiën
- 2019-10-02 13:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
31 066 Belastingdienst
Nr. 527 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 september 2019
Hierbij bied ik u het ADR-onderzoek naar het uitnodigingenbeleid bij de erfbelasting aan1. Het rapport geeft duidelijke punten van verbetering. In de managementreactie geeft de Belastingdienst aan de slag te gaan met de conclusies van het onderzoek.
De vaste commissie voor Financiën heeft mij bij brief van 23 mei 2019 en 4 juli 2019 gevraagd de bijstellingen van de ramingen in de inkomsten uit erf- en schenkbelasting mee te nemen in de onderzoeksopdracht van dit onderzoek. Mede namens de Minister van Financiën kom ik graag tegemoet aan het verzoek tot nader onderzoek.
Hierna ga ik eerst in op de bijstellingen van de ramingen en hoe deze zich verhouden tot de uitvoering. In reactie op het verzoek van de Kamer heb ik de ADR verzocht om een vervolgonderzoek te doen naar de kwaliteit van de uitvoering van de erf- en schenkbelasting en eventuele gevolgen voor de belastingopbrengsten. Verder zal ik de juridische kwaliteit van de opgelegde aanslagen laten onderzoek door externe vakinhoudelijke experts. Naast deze aanvullende onderzoeken werkt het CPB aan een empirisch onderzoek naar de relevante grondslagontwikkeling voor de schenk- en erfbelasting, dat naar verwachting in het vierde kwartaal wordt afgerond. Hierna zal ik nader ingaan op de hiervoor genoemde toezeggingen.
Bijstellingen van de ramingen
In bijlage 5 bij de Miljoenennota 2020 (Kamerstuk 35 300, nr. 2) staat de ramingsmethode voor de belasting- en premieontvangsten beschreven. De commissie «Visitatie raming belasting- en premieontvangsten» heeft in 2018 gekeken naar de ramingssystematiek van de belasting- en premieontvangsten van het Ministerie van Financiën en de trefzekerheid daarvan.2 In zijn algemeenheid is de commissie positief over hoe het Ministerie van Financiën de belasting- en premieontvangsten raamt. 3
In de ramingssystematiek van het Ministerie van Financiën is de raming van de schenk- en erfbelasting afhankelijk van de raming van de huizenprijs. De ontwikkeling van de huizenprijs is gekozen als benadering voor de ontwikkeling van het (nagelaten) vermogen, de grondslag van de schenk- en erfbelasting. Elke nieuwe ramingsronde van het CPB maakt het CPB een nieuwe raming van de huizenprijsontwikkeling. Dat leidt tot bijstellingen in de raming van de schenk- en erfbelasting.
Het CPB verricht onderzoek naar de relevante grondslagontwikkeling voor de schenk- en erfbelasting. Het CPB kan mogelijk op grond van een empirisch onderzoek met micro-data van belastingplichtigen tot en met 2015 meer zeggen over de samenhang tussen het (nagelaten) vermogen en de erfbelastingontvangsten. Naar verwachting wordt dit onderzoek in het vierde kwartaal van 2019 afgerond.
Een van de andere factoren die de ontvangsten kunnen beïnvloeden is de uitvoering. De kwaliteit en de snelheid van opgelegde aanslagen kan de hoogte van de gerealiseerde kasontvangsten beïnvloeden. De relevantie van de uitvoeringsfactoren komt naar voren in de volgende onderzoeken en controles.
Vervolgonderzoek ADR
Een van de aspecten van de uitvoering van de schenk- en erfbelasting is het uitnodigingenbeleid. Uw Kamer heeft hier aandacht voor gevraagd en mij gevraagd om de ADR het uitnodigingenbeleid te laten onderzoeken. Dit heeft geresulteerd in het bijgevoegde rapport.
Uit het verzoek van uw Kamer begrijp ik dat de behoefte bestaat om onderzoek te laten doen naar de kwaliteit van meer onderdelen van de uitvoering van de erf- en schenkbelasting, ook in relatie tot de kasontvangsten. Het was niet meer mogelijk om dat mee te nemen in het onderhavige onderzoek, omdat dat al gestart was en een (significante) uitbreiding van de onderzoeksvraag tot vertraging zou hebben geleid. Ik heb de ADR gevraagd om in aanvulling op hetgeen al onder de wettelijke taak gebeurt de uitvoering van toezichtprocessen van de schenk- en erfbelasting meer diepgaand te onderzoeken. Hierbij wordt specifiek gekeken naar de naleving van de voorgeschreven procedures van de aanslagregeling en het afhandelen van bezwaren dat met inzet van extra personele capaciteit is gedaan in 2018.
Interne controles
De Belastingdienst is over 2019, mede ook naar aanleiding van de onvolkomenheid die de Algemene Rekenkamer ten aanzien van de verbijzonderde interne controle over 2018 heeft vastgesteld,4 bezig de (verbijzonderde) interne controle van de schenk- en erfbelasting te verbeteren. De Auditdienst Rijk zal hierop in het kader van het uitvoeren van de wettelijke taak inzake begrotingshoofdstuk IX nauwlettend toezien.
Onderzoek juridische kwaliteit
Voor een volledig beeld van de uitvoering moet ook de juridische kwaliteit van de opgelegde aanslagen worden bezien. Daarvoor wil ik externe vakinhoudelijke experts vragen om hier onderzoek naar te doen. Dit onderzoek laat ik uitvoeren naast het hiervoor aangekondigde aanvullende onderzoek van de ADR.
De Staatssecretaris van Financiën,
M. Snel
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎
Bijlage bij Kamerstuk 35 000, nr. 2.↩︎
Kamerstuk 31 066, nr. 465. Tevens wordt in bijlage 5 van de Miljoenennota 2019 uitgebreider ingegaan op de reactie op de conclusies en aanbevelingen van de commissie.↩︎
Raadpleegbaar in het Verantwoordingsonderzoek 2018 (Kamerstuk 35 200 IX, nr. 2) via https://www.rekenkamer.nl/publicaties/rapporten/2019/05/15/resultaten-verantwoordingsonderzoek-2018-ministerie-van-financien-en-nationale-schuld↩︎