Antwoord op vragen van het lid Van Raan over het "Special Report on Climate Change and Land" van het IPCC
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2019D37021, datum: 2019-09-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20192020-93).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Mede namens: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Ooit ChristenUnie kamerlid)
- Mede namens: S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van zaak 2019Z15607:
- Gericht aan: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Gericht aan: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Gericht aan: S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
- Indiener: L. van Raan, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
93
Vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de ministers van Economische Zaken en Klimaat, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het «Special Report on Climate Change and Land» van het IPCC (ingezonden 9 augustus 2019).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat), mede namens de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 25 september 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 3828.
Vraag 1
Onderschrijft u de stelling dat het rapport van het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) zowel zeer zorgwekkend als hoopgevend is?
Antwoord 1
Het rapport onderstreept de noodzaak om de mondiale emissies zo snel mogelijk terug te dringen. Het maakt ook duidelijk dat er een grote samenhang bestaat tussen het klimaatbeleid, land- en bosbouwbeleid, biodiversiteitsbeleid en armoedebestrijding en dat een integrale beleidsaanpak rond die terreinen van belang is. Het rapport geeft aan dat er veel effectieve strategieën beschikbaar zijn die tegelijkertijd klimaatverandering, landdegradatie en voedselonzekerheid tegengaan. Tegelijkertijd geeft het rapport ook aan dat er spanningen tussen beleidsdoelstellingen kunnen bestaan, in het bijzonder tussen klimaatmitigatie enerzijds en klimaatadaptatie, voedselzekerheid en duurzaam landbeheer anderzijds.
Vraag 2
Deelt u de ernstige zorgen van het IPCC dat wanneer we niet in staat zijn ons landgebruik en voedselsysteem aan te passen het niet mogelijk is om de temperatuurstijging tot een betrekkelijk veilig niveau te beperken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Land maakt een belangrijk onderdeel uit van het klimaatsysteem. IPCC concludeert dat de landbouw, bosbouw en ander landgebruik (AFOLU) wereldwijd verantwoordelijk zijn voor 23% van de totale netto uitstoot van broeikasgasemissies door menselijke activiteiten wereldwijd gedurende 2007–2016. Ook op dit terrein zijn dus maatregelen nodig om de mondiale emissies zo snel mogelijk terug te dringen.
Er zijn volgens het rapport veel effectieve strategieën beschikbaar die tegelijkertijd klimaatverandering, landdegradatie en voedselonzekerheid tegengaan. Daarbij gaat het om beter landgebruik (incl. natuurbehoud- en herstel), duurzame landbouwpraktijken en aanpassingen in het voedselsysteem.
Vraag 3
Deelt u de optimistische kant van het rapport dat het in onze eigen handen ligt om hier iets aan te doen?
Antwoord 3
Er zijn volgens het rapport veel effectieve strategieën beschikbaar tegen lage tot beperkte kosten die tegelijkertijd klimaatverandering, landdegradatie en voedselonzekerheid tegengaan. Daarbij gaat het om beter landgebruik (inclusief natuurbehoud- en herstel), duurzame landbouwpraktijken en aanpassingen in het voedselsysteem. De meeste van deze strategieën kunnen volgens het rapport worden toegepast zonder te leiden tot concurrentie om land en kunnen meerdere nevenvoordelen opleveren. Zo biedt «Climate Smart Agriculture» kansen om de uitdagingen inzake landgebruik, klimaat en voedselzekerheid aan te gaan. Dit is ook een speerpunt in het huidig Nederlandse beleid.
Vraag 4
Erkent u dat één van de belangrijkste conclusies van dit IPCC-rapport een urgente oproep is om het huidige voedselsysteem te hervormen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Het IPCC doet nooit concrete beleidsaanbevelingen. Het rapport geeft inzicht in de bijdrage van het voedselsysteem aan klimaatverandering, welke effecten klimaatverandering op het voedselsysteem en voedselzekerheid heeft en kan hebben en hoe aanpassingen in het voedselsysteem kunnen bijdragen aan mitigatie en adaptatie. Er zijn volgens het rapport veel effectieve strategieën beschikbaar die tegelijkertijd klimaatverandering, landdegradatie en voedselonzekerheid tegengaan. Daaronder valt ook het voedselsysteem. Het rapport geeft aan dat veranderingen in het hele voedselsysteem, van productie tot consumptie, kunnen bijdragen aan de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen en klimaatadaptatie en daarnaast bijvoorbeeld de druk op het land verminderen en bijdragen aan het tegengaan van armoede en verbetering van de gezondheid.
Vraag 5
Onderschrijft u één van de belangrijkste conclusies van dit IPCC-rapport dat een forse krimp van de wereldwijde veestapel onvermijdelijk is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Het IPCC-rapport bevat geen conclusie in die bewoordingen. Het rapport kent vele conclusies en aspecten waarvoor nadere bestudering noodzakelijk is. Een uitgebreide appreciatie van het IPCC-rapport ontvangt u in november (tezamen met die van het nog te verschijnen speciale rapport over Oceanen en IJs).
Vraag 6
Onderschrijft u de conclusie uit dit IPCC-rapport dat het grootschalig aanleggen van bossen, dat wil zeggen het creëren van zogenaamde «natuurlijke buffers», een van onze belangrijkste wapens tegen klimaatverandering is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Het IPCC-rapport bevat geen conclusie in die bewoordingen. Het rapport kent vele conclusies en aspecten waarvoor nadere bestudering noodzakelijk is. Een uitgebreide appreciatie van het IPCC-rapport ontvangt u in november (tezamen met die van het nog te verschijnen speciale rapport over Oceanen en IJs).
Vraag 7
Onderschrijft u de conclusie van het IPCC dat het landgebruik door de veehouderij een van de grootste veroorzakers van ontbossing en daarmee van klimaatverandering is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
De veehouderij en ontbossing dragen in belangrijke mate bij aan klimaatverandering, maar het IPCC concludeert niet dat ze de belangrijkste veroorzakers zijn van klimaatverandering. Feitelijk komt de grootste bijdrage aan klimaatverandering van het gebruik van fossiele energiedragers.
IPCC concludeert dat de landbouw, bosbouw en ander landgebruik (AFOLU) wereldwijd verantwoordelijk zijn voor 23% van de totale netto uitstoot van broeikasgasemissies door menselijke activiteiten wereldwijd gedurende 2007–2016.
Vraag 8
Onderschrijft u de conclusie van het IPCC dat de veehouderij een dermate grote claim op het landgebruik doet dat het daarmee een enorme sta-in-de-weg kan worden van effectief klimaatbeleid? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Het IPCC-rapport bevat geen conclusie in die bewoordingen. Het rapport kent vele conclusies en aspecten waarvoor nadere bestudering noodzakelijk is. Een uitgebreide appreciatie van het IPCC-rapport ontvangt u in november (tezamen met die van het nog te verschijnen speciale rapport over Oceanen en IJs).
Vraag 9
Wat zijn de vijf belangrijkste conclusies die u trekt uit dit IPCC-rapport voorover ze betrekking hebben op het Nederlandse kabinetsbeleid, of kunt u deze conclusies niet trekken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Het rapport kent vele conclusies en aspecten waarvoor nadere bestudering noodzakelijk is. Een uitgebreide appreciatie van het IPCC-rapport ontvangt u in november (tezamen met die van het nog te verschijnen speciale rapport over Oceanen en IJs).
Vraag 10 en 11
Bent u van plan om uw inzet – als het gaat om het stimuleren van vegetarische en volledig plantaardige diëten – te vergroten, omdat een verschuiving naar deze diëten volgens het IPCC enorme kansen biedt om de uitstoot van broeikasgassen tegen te gaan? Zo nee, waarom niet?
Vindt u het niet getuigen van struisvogelpolitiek om wel in te zetten op het tegengaan van voedselverspilling, maar niet in te zetten op de eiwittransitie (van dierlijke naar plantaardige eiwitten), omdat uit het IPCC-rapport immers blijkt dat de consumptie van dierlijke producten een veel grotere milieu en klimaatimpact heeft dan het voedsel dat we weggooien?
Antwoord 10 en 11
Het kabinet heeft in zijn reactie op het advies «Duurzaam en gezond, samen naar een houdbaar voedselsysteem» van de Raad voor Leefomgeving en Infrastructuur (Kamerstuk 31 352, nr. 217) aangegeven de analyse van de Raad te delen dat de productie en consumptie van dierlijke producten in belangrijke mate bijdragen aan de uitstoot van broeikasgassen en emissies met negatieve impact op natuur en biodiversiteit.
De aangrijpingspunten voor een consumptiepatroon dat het klimaat minder belast zijn minder voedselverspilling, meer consumptie van groenten en fruit en een groter aandeel consumptie van eiwitten op plantaardige basis. Het kabinet streeft naar een gezonde balans in de verhouding van eiwitten in het eetpatroon van de consument gebaseerd op de Schijf van Vijf, zonder de keuzevrijheid van de burger te beperken.
In 2018 is de LNV-visie «Landbouw, Natuur en Voedsel: Waardevol en Verbonden» verschenen, gevolgd door het «Realisatieplan Visie LNV: Op weg met nieuw perspectief» in 2019. De visie en de realisatie van de visie dragen bij aan de toenemende aandacht voor een meer plantaardige voedselvoorziening. De kern van de visie is de omschakeling naar een kringlooplandbouw. Volgend op het eiwitrapport van de Europese Commissie1 ontwikkelt het kabinet een nationale eiwitstrategie om de productie van plantaardige eiwitten en de benutting van eiwitten uit reststromen en andere bronnen te vergroten.
Vraag 12
Op welke manier bent u bereid om in het licht van de conclusies van het IPCC u ervoor in de te zetten dat de «Schijf van Vijf» zodanig herzien wordt dat de «Schijf van Vijf» ook de gevolgen van een bepaald eetpatroon voor het klimaat meeneemt?
Antwoord 12
Het rapport kent vele conclusies en aspecten waarvoor nadere bestudering noodzakelijk is. Een uitgebreide appreciatie van het IPCC-rapport ontvangt u in november (tezamen met die van het nog te verschijnen speciale rapport over Oceanen en IJs).
Vraag 13
Erkent u in het licht van dit IPCC-rapport dat de «Schijf van Vijf» onvoldoende rekening houdt met de gevolgen voor het klimaat van ons voedselsysteem? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 13
Het Voedingscentrum stimuleert consumenten vanuit het huidige voedingspatroon stapsgewijs te verschuiven naar een meer plantaardig voedingspatroon. Door de Nederlandse consument te bewegen meer volgens de Schijf van Vijf te eten wordt een gezonder, maar ook een duurzamer voedingspatroon gestimuleerd.
Vraag 14
Kunt u deze vragen één voor één en zonder te verwijzen naar andere antwoorden beantwoorden?
Antwoord 14
Ja.
Report from the Commission to the Council and the European Parliament – on the development of plant proteins in the European Union. Brussel, 22.11.2018. COM(2018) 757 final↩︎