[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Lijst van vragen over de Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën (Kamerstuk 35300-1)

Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën

Lijst van vragen

Nummer: 2019D37025, datum: 2019-09-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2019D37025).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2019Z15653:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2019D37025 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Financiën over zijn brief van 17 september 2019 inzake de Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën (Miljoenennota 2020) (Kamerstuk 35 300, nr. 1).

De voorzitter van de commissie,
Anne Mulder

De adjunct-griffier van de commissie,
Schukkink

1. Kunt in een tabel per ministerie en per afzonderlijke kostenpost uitsplitsen welke kosten elk ministerie heeft gemaakt ten behoeve van (leden van) het Koninklijk Huis in 2018 en 2019 apart? En welk bedrag is hiervoor precies per ministerie en per kostenpost gereserveerd in de begroting van 2020?
2. Klopt het dat de hoogste inkomensgroep er in absolute bedragen tien keer meer op vooruit gaat dan de laagste?
3. Hoe zullen de voorgenomen plannen m.b.t. box 3 de vermogensongelijkheid beïnvloeden?
4. Heeft de verlaging van de winstbelasting (tweede tariefschijf) van 25% naar 21,7% invloed op de inkomens- of vermogensongelijkheid? Zo ja, welke?
5. Hoe verhoudt de opbrengst uit belasting op vermogen in Nederland (als percentage van de totale belastinginkomsten) zich tot die in andere OESO-landen?
6. Hoe ontwikkelen de beleidsmatige lasten zich tussen 2010 en 2020 voor bedrijven per jaar en cumulatief?
7. Wat zou het budgettaire effect zijn als verhuurders zouden worden uitgezonderd van de renteaftrekbeperking in de vennootschapsbelasting (Vpb), in 2020 en structureel?
8. Wat is het budgettaire effect wanneer het lage-inkomensvoordeel (LIV) zou worden afgeschaft, in 2020 en structureel?
9. Kunt u de totale opschalingskorting voor gemeenten weergeven in een tabel? Kunt u aangeven in hoeverre gemeenten erin slagen om de opschalingskorting in te vullen?
10. Wanneer komt het Centraal Planbureau (CPB) eind dit jaar precies met nieuwe houdbaarheidsberekeningen? In hoeverre wordt ook gekeken naar de opzet van de houdbaarheidsberekeningen, en bijvoorbeeld ook naar de langjarig lage rente? Wat is er nog onzeker met betrekking tot het effect van het Pensioenakkoord op de houdbaarheidsberekeningen?
11. Welke maatregelen heeft het kabinet genomen in de afgelopen periode om de marginale druk te verlagen, waar de RvS aandacht voor vraagt? Welke zaken knellen nu nog bij de marginale druk? Wanneer komt het kabinet exact met haar eigen onderzoek naar de marginale druk?
12. Welke opties verkent u, in samenwerking met de Minister van Economische Zaken en Klimaat, in uw analyse hoe de Monitor Brede Welvaart meer in de beleidscyclus kan worden gebruikt? Denkt u hierbij ook aan bijvoorbeeld een traject waarbij indicatoren uit de Monitor gekoppeld worden aan departementale indicatoren en indicatoren van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s)? En maakt een wetgevingstoets op brede welvaartsaspecten onderdeel uit van uw verkenning?
13. Welke personen hebben zitting in de 16e Studiegroep Begrotingsruimte? Zijn hiervoor, conform de motie-Bruins (35 200, nr. 20), ook de directeuren van Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) uitgenodigd?
14. Kunt de lastenverlichting van € 3 miljard uitsplitsen naar individuele maatregelen?
15. Op welke manier is de Kamer geïnformeerd over de aangekondigde onderuitputtingsanalyse?
16. Klopt het dat er bijna € 22 miljard minder is uitgegeven tijdens deze regeerperiode dan in het regeerakkoord was geraamd? Welk deel hiervan zal in de volgende kabinetsperiode leiden tot extra uitgaven?
17. Wat zijn de oorzaken voor de verslechtering van het structurele EMU-saldo voor 2020 van 1 procentpunt in deze Miljoenennota ten opzichte van de stand in het stabiliteitsprogramma van april jl.?
18. Welk doel ten aanzien van het houdbaarheidstekort stelt het kabinet voor de komende jaren?
19. Welke afstand tot de begrotingsnormen hanteert het kabinet om schokken in de overheidsfinanciën te kunnen opvangen?
20. Kunt u toelichten welk effect de budgettair nog niet verwerkte gevolgen van de aanpassing van de een-op-een-koppeling van de AOW-leeftijd aan de levensverwachting, de klimaatplannen en het mogelijk nog op te richten investeringsfonds hebben op het houdbaarheidssaldo?
21. Bent u conform het advies van de Raad van State van plan om procyclische elementen van het huidige beleid in de toekomst te elimineren?
22. Kunt u aangeven met hoeveel de energierekening volgend jaar zal stijgen? Hoe hoog zullen de energietarieven zijn?
23. Kunt u inzichtelijk maken hoe de wijzigingen in de uitgavenplafonds en het inkomstenkader op de middellange termijn uitwerken in een meerjarige tabel tot 2030?
24. Wat wordt de mogelijke omvang van het investeringsfonds? Aan welke orde van grootte moet worden gedacht?
25. Hoe groot acht u de kans dat er in 2019, net als in 2018, een grotere onderschrijding van het totaalplafond blijkt bij het Financieel Jaarverslag Rijk als gevolg van verdere onderuitputting?
26. Kunt u per departement uitsplitsen hoeveel er in 2020 wordt bezuinigd en geïntensiveerd zonder naar de verticale toelichting van de bijlage van de Miljoenennota te verwijzen?
27. Zijn er op dit moment nog begrotingen waar sprake is van een nog in te vullen taakstelling? Zo ja, welke ministeries hebben nog een taakstelling van welke omvang op hun begroting?
28. Onderschrijft u de analyse van de Raad van State dat overheidsuitgaven feitelijk worden gedekt uit meevallers in de zorg en dat de keuze hiervoor niet wordt toegelicht in de Miljoenennota?
29. Kunt u in dit verband nader ingaan op de constatering van de Raad van State dat «lagere zorgkosten zich immers ook zouden kunnen vertalen in lagere zorgpremies voor huishoudens»?
30. Kunnen de Europese begrotingsregels dan wel de Zalmnorm worden aangepast dan wel worden overschreden voor een dergelijk investeringsfonds?
31. Wat zal uw technische oordeel zijn wanneer de Tweede Kamer een amendement indient om ruimte onder het uitgavenplafond in te zetten voor lastenverlichting indien dat een efficiënte financieringswijze is?
32. Constaterende dat een op de negen kinderen in Nederland opgroeit in armoede, hoe heeft dit aantal zich de afgelopen decennia ontwikkeld?
33. Constaterende dat een op de negen kinderen in Nederland opgroeit in armoede, hoe verhoudt dit zich tot andere vergelijkbare landen?
34. Klopt het dat de lasten van burgers deze kabinetsperiode met € 10 miljard dalen en dat per saldo de lasten met € 4 miljard dalen? Klopt het ook dat de lasten voor bedrijven per saldo met € 5 miljard stijgen?
35. Constaterende dat er bij de Opslag Duurzame Energie (ODE) een verschuiving gaat plaatsvinden van 50/50 naar 33/67 tussen huishoudens en bedrijven, hoe is deze verhouding bij de energiebelasting? Hoe ziet deze verhouding eruit als je ODE en energiebelasting combineert?
36. Klopt het dat de geraamde verhuurdersheffing voor 2020 stijgt, ondanks de € 100 miljoen die wordt uitgetrokken voor een verlaging? Kunt u aangeven hoeveel?
37. Hoeveel geld geeft Nederland uit aan ontwikkelingssamenwerking als percentage van ons bbp? Hoe ontwikkelt deze trend zich? In hoeverre verhoudt dit zich tot (internationaal) gemaakte afspraken?
38. Klopt het dat het komende kabinet te maken krijgt met een begrotingstekort in het basispad?
39. Waarom komt van het bedrag van € 749 miljoen in 2019 voor de woningmarkt, maar € 220 miljoen in 2020 en € 242 miljoen in 2021 weer terug? Wat gebeurt er met de rest van de middelen? En hoe verhouden deze bedragen zich tot de viermaal € 250 miljoen voor woningbouw die op pagina 33 van de Miljoenennota wordt genoemd? Is die € 1 miljard voor woningbouw gefinancierd uit de ruimte in begrotingsjaar 2019 of op een andere manier?
40. Kunt u nader toelichten wat er in 2020 precies gaat gebeuren met de in=uit-taakstelling? Waarom is het nu wel mogelijk om hier aan te sleutelen en kon dit in voorgaande jaren niet?
41. Kunt u de lastenontwikkeling voor 2019, 2020 en 2021 zowel voor bedrijven als voor gezinnen uitsplitsen in basispad, effect Regeerakkoord, effect voorstellen na Regeerakkoord en het totale effect?
42. Wat gebeurt er precies met de dividendbelasting? Waar komt de € -0,9 miljard vandaan? In hoeverre staan de opbrengsten van de dividendbelasting onder druk, zoals eerder werd verwacht?
43. Hoe verhoudt Tabel 5.2.3 (gemiddelde marginale druk naar inkomenscategorie voor werknemers) zich tot de tabel «marginale druk eenverdiener» die bij het Belastingplan 2020 aan de Kamer is verstuurd? Waarom zijn de marginale tarieven in Tabel 5.2.3 soms wel 30%-punt lager dan in de tabel bij het Belastingplan 2020?
44. Kunt u de meest actuele cijfers van de verzilveringsproblematiek in Nederland weergeven?
45. Wat voor oplossingen zijn er mogelijk om de marginale druk van rond de 80% te verlagen zonder dat lage inkomens erop achteruitgaan?
46. Welk probleem wordt er precies opgelost met het verlagen van het toptarief in box 1? Klopt het dat het toptarief al vele jaren rond de 52% ligt? In hoeverre was dit een probleem?
47. Hoeveel geld kost het de overheid dat het toptarief wordt verlaagd van 51,75% naar 49,50%? Is het voorstel om het toptarief te verlagen naar 49,5% getoetst aan Artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet? Is dit voorstel inderdaad doelmatig en doeltreffend?
48. Kunt u de koopkrachtplaatjes van de rijkste 20% verder uitsplitsen? Hoeveel gaat de rijkste 1% van de huishoudens er volgend jaar op vooruit (zowel in percentage als in euro)?
49. In hoeverre wordt de geraamde koopkracht van de rijkste 20% beïnvloed door de lage rentestand en verwachte beleggingsopbrengsten? In hoeverre is de koopkracht van de rijkste 20% anders dan de koopkracht van de armste 20% door beleggingsrendementen?
50. Is de lastenverlichting voor gezinnen in 2020 € 4 miljard of € 3,3 miljard?
51. Kunt u in een tabel aangeven hoe de huidige cijfers over het begrotingsoverschot en staatsschuld zich verhouden tot de cijfers van de middellangetermijnverkenning (MLT), het advies studiegroep begrotingsruimte en de startnota? In hoeverre loopt het kabinet op schema? In hoeverre lost het kabinet meer staatsschuld af dan gepland en geadviseerd door de studiegroep?
52. Hoe staat het ervoor met het onderzoek naar vermogensongelijkheid in Nederland? Wat zijn de meest actuele cijfers? Wanneer komt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) met een nieuwe manier van meten waarbij ook pensioenaanspraken zijn meegenomen?
53. Hoe heeft de vermogensongelijkheid zich de afgelopen jaren ontwikkeld in Nederland?
54. Op welke wijze wordt toegewerkt naar het voornemen uit het regeerakkoord Rutte III om het budget voor ontwikkelingshulp (ODA) deze kabinetsperiode weer op 0,7% van het bruto nationaal inkomen (bni) te krijgen? Zal dit voornemen gehaald worden?
55. Hoeveel gaan de huren in 2020 omhoog of omlaag ten opzichte van 2019?
56. Hoe groot is de vermogensongelijkheid van Nederland in vergelijking met economisch nabijgelegen landen (bijv. Duitsland, België, Frankrijk, het VK, de VS, Denemarken)?
57. Hoe hebben beleidsmaatregelen van zowel het kabinet Rutte II als het kabinet Rutte III gezorgd voor een toename dan wel een afname van de vermogensongelijkheid?
58. Als alle inkomensgroepen er procentueel evenveel op vooruit gaan, neemt de inkomensongelijkheid dan toe of blijft deze gelijk?
59. Klopt het dat de rijkste inkomensgroepen er tijdens Rutte III meer op vooruit zijn gegaan dan de armste inkomensgroepen? Klopt het dan ook dat de inkomensongelijkheid sinds het begin van Rutte III is toegenomen?
60. Hoe was de verdeling «inkomen uit arbeid» en «inkomen uit vermogen» over de afgelopen jaren in Nederland?
61. Hoe hangt de ontwikkeling in de verdeling tussen «inkomen uit arbeid» en «inkomen uit vermogen» samen met de ontwikkeling van de arbeidsinkomensquote?
62. Hoe groot is de ecologische voetafdruk van een gemiddelde Nederlander vergeleken met andere landen?
63. Welke lessen heeft u in de Miljoenennota 2020 getrokken uit de beste jaarverslagen uit het bedrijfsleven, conform uw toezegging tijdens het Verantwoordingsdebat 2019?
64. Hoe heeft de ecologische voetafdruk van de gemiddelde Nederlander zich over tijd ontwikkeld?
65. Klopt het dat de rijkste 1% van de wereld net zo veel uitstoot als de armste 50%?
66. Hoe zorgt u ervoor dat niet alleen materiële welvaart, maar ook de brede welvaart wordt meegenomen in de opzet van een investeringsfonds, zoals uiteengezet op p. 18 van de Miljoenennota 2020?
67. Klopt het dat slechts 3% van de wereldbevolking jaarlijks gebruik maakt van het vliegtuig?
68. Klopt het dat de 1,5% van de wereldbevolking die het meeste vliegt evenveel uitstoot als het 6e vervuilende land in de wereld?
69. Kunt u toelichten welk deel van de reservering voor Woningmarkt is bedoeld voor de gevolgen van de stikstofuitspraak? Hoe is dit bepaald?
70. Kunt u een totaaloverzicht geven van middelen uit de klimaatenvelop, het Klimaatakkoord, Urgenda, potje voor CO2-reductie, het regeerakkoord en overige middelen? Wat staat waar op welke begroting? Wanneer is dit toegevoegd? Gaat het om meerjarige bedragen of niet? Wat resteert er nog buiten de begroting?
71. Op welke manier is het budgettaire gat van het wetsvoorstel minimumtarief CO2-belasting opgevuld?
72. Hoe verhoudt de rekenrente in Nederland zich tot die in vergelijkbare landen? Klopt het dat Nederland de laagste rekenrente van Europa heeft? Waarom is dat het geval?
73. Klopt het dat de hoge rendementen deels komen door de lage rentestand (uitspraak premier Rutte bij de Algemene Politieke Beschouwingen)? Zo ja, hoeveel hoger zijn de totale rendementen vergeleken met een tijdperk waarin de rente hoger lag?
74. In hoeverre komen de huidige (hoge) rendementen door de lage rentestand? Is er inderdaad een negatieve correlatie tussen rentestand en rendement? Zo ja, waarom hanteert het kabinet dan een systeem waarin een lage rentestand als gevolg heeft dat pensioenfondsen moeten uitgaan van lagere toekomstige rendementen (positieve correlatie)?
75. Hoeveel geld zou het opleveren als de huidige witte vlek wel pensioen gaat opbouwen? Hoeveel toeslagen (huur, zorg, etc.) zou dit besparen?
76. Kunt u een uitgebreid overzicht maken, zowel voor het kabinet-Rutte II als voor het kabinet-Rutte III, hoe de onderlinge koopkrachtplaatjes zich hebben ontwikkeld? Klopt het dat bij de realisatie de hoge inkomens er een stuk meer op vooruit zijn gegaan dan de lage inkomens? Hoe groot was het verschil tussen de voorspelling en de realisatie (tot nu toe)?
77. Ziet u mogelijkheden om in reguliere begrotings- en verantwoordingsstukken een uitputtend overzicht op te nemen met alle (fiscale en andersoortige) klimaatmaatregelen en budgettaire gevolgen (inclusief realisatie) van de verschillende departementale begrotingen?
78. Wie zijn precies de 100.000 mensen die nog steeds langer dan een jaar werkloos zijn, naar opleidings- en inkomensachtergrond?
79. Kunt u een inschatting geven van de verwachte reële loonstijging als de inflatie berekend wordt zoals voor 2019 (dus waarin de btw-verhoging nog wordt meegenomen)?
80. Constaterende dat de teruglopende arbeidsproductiviteit deels verklaard kan worden doordat Nederland vroeger kon profiteren van een inhaalgroei, wat zijn de andere variabelen die de teruglopende arbeidsproductiviteit verklaren?
81. Kunt u toezeggen dat naast de in de Miljoenennota en de door de Raad van State genoemde aspecten, ook het budgetrecht en informatievoorziening aan de Tweede Kamer worden meegenomen in het onderzoek naar de mogelijkheden van een investeringsfonds?
82. Wat is volgens het kabinet de rol van de relatief hoge spaardrang en lage consumptie onder Nederlandse huishoudens in de teruglopende arbeidsproductiviteit? Hoe kijkt het kabinet vanuit dit perspectief naar de recente btw-verhoging?
83. Constaterende dat het kabinet aangeeft dat Nederland goed scoort op drijvers van productiviteitsgroei (zoals onderwijs, het innovatie-ecosysteem, en infrastructuur), hoe verhoudt dit zich tot de dalende arbeidsproductiviteit?
84. Wat bedoelt u met «verdienvermogen»? Hoe verhoudt het concept «vestigingsklimaat» zich tot het concept «verdienvermogen»?
85. Zijn er volgens u maatregelen die wel ten goede komen aan het verdienvermogen maar niet aan het vestigingsklimaat, en andersom? Zo ja, wat voor maatregelen zijn dit?
86. Waarom blijft de loonvoet achter bij de productiviteit? Op welke manier beïnvloedt dit de koopkracht van desbetreffende huishoudens?
87. Waarom zijn, zoals te lezen valt op pagina 22 van de Miljoenennota, belasting- en premie-inkomsten lager dan verwacht terwijl de belastingopbrengsten tegelijkertijd zijn toegenomen?
88. Constaterende dat het CPB verwacht dat de arbeidsparticipatie in de toekomst zal stijgen, wat gaat dit betekenen voor de huidige krapte op de arbeidsmarkt?
89. Constaterende dat uit CPB-onderzoek blijkt dat het Nederlandse bankenlandschap veel geconcentreerder is dan bankenlandschappen die ook onder Europees regelgevend kader vallen (zoals het Duitse), waarom wijst u op dit punt vervolgens enkel naar het Europees regelgevend kader om dit risico te adresseren?
90. Welke stappen bent u van plan in Nederland te zetten om de concentratie in het bankenlandschap terug te dringen?
91. Wat wordt bedoeld met een poortwachtersfunctie voor grote techbedrijven? Kunnen grote niet-techbedrijven ook een poortwachtersfunctie hebben? Pleit het kabinet ook voor aanvullende bevoegdheden met betrekking tot grote niet-techbedrijven?
92. Wat is bekend over de oorzaken van de daling van de inkomensmobiliteit tussen 2005–2015?
93. Kunt u overzichtelijk weergeven hoeveel geld er meerjarig wordt uitgetrokken voor het uitkopen van boeren?
94. Hoeveel financiële ruimte wordt er beschikbaar gemaakt naar aanleiding van de commissie-Remkes (stikstof)? Zowel voor volgend jaar als meerjarig?
95. Wat is het gemiddelde tarief aan energiebelasting dat grootverbruikers betalen en het gemiddelde tarief aan energiebelasting dat gewone huishoudens betalen? Hoeveel keer hoger is het tarief voor gewone huishoudens?
96. Hoeveel zijn de accressen voor het Gemeentefonds negatief bijgesteld sinds Voorjaarsnota? En hoeveel sinds de Miljoenennota 2019 en sinds het regeerakkoord?
97. Welke begrotingsregels heeft u allemaal geschonden bij de plannen voor komende jaren? Kunt u een uitputtende lijst presenteren?
98. Klopt het dat Duitsland het openbaar vervoer lager gaat belasten? Is dat ook mogelijk in Nederland? Wat zou het kosten?
99. Hoeveel kost het om groente en fruit lager te belasten? Is dit juridisch mogelijk?
100. Hoeveel extra geld gaat er in 2020 naar onderwijs ten opzichte van 2019?
101. Klopt het dat er tussen 2015 en 2018 elk jaar minder geld ging naar onderwijs (als percentage van het bbp) en komend jaar voor het eerst meer geld?
102. Wat is de oorzaak van het ontbreken van uitwerking van het Klimaatakkoord op het onderdeel Veenweide? Wanneer verwacht het kabinet deze plannen te kunnen delen met de Kamer?
103. Klopt het dat 40% van de huishoudens minder verdient dan het bruto modaal salaris?
104. Hoeveel zijn huizenbezitters er de afgelopen jaren op vooruitgegaan ten opzichte van huurders? Wordt hierbij ook rekening gehouden met de toegenomen waarde van het huis, de gestegen huurinkomsten en de beperkte belasting op huizenbezit?
105. Wat zijn de kosten voor de schatkist als de huidige ouderenkorting wordt afgebouwd naar nul, met een afbouwpercentage van 5% vanaf de huidige inkomensgrens voor de hoge ouderenkorting? En wat kost dezelfde vraag bij een verhoging van de ouderenkorting met € 400?
106. Wat zijn de kosten voor de schatkist als de ouderenkorting niet meer zou worden afgebouwd voor hoge inkomens?
107. Wat zijn de kosten voor de schatkist als de beperking van de inflatiecorrectie voor ouderen (i.h.k.v. de Bosbelasting en de houdbaarheidsbijdrage) wordt afgeschaft?
108. Kunt u een geactualiseerd overzicht geven van de effectieve AOW-premiepercentages voor verschillende huishoudtypen, waarbij het effect van heffingskortingen wordt meegenomen?
109. Kunt u een overzicht geven van de budgettaire consolidatie-inspanningen van Frankrijk en Italië sinds 2008, als percentage van het bbp?
110. Wat zijn de uitgaven aan AOW, uitgedrukt als percentage van het bbp, in 2016, 2017, 2018, 2019 en naar verwachting in 2020?
111. Kunt u aan de hand van de nominale aanpassingen van de begroting voor defensie gedurende het jaar 2019, aangeven welk effect dit exact heeft gehad op de defensie-uitgaven als percentage van het bbp?
112. Waarom ontbreekt de bij Voorjaarsnota beloofde onderuitputtingsanalyse op basis waarvan bij Voorjaarsnota € 1,8 miljard is verschoven naar latere jaren? Kunt u deze analyse alsnog voor de Algemene Financiële Beschouwingen toesturen?
113. Kunt u aangeven hoeveel pensioenpremie er cumulatief is afgedragen in de periode 2009 t/m 2018, hoeveel er cumulatief aan uitkeringen is uitbetaald alsmede hoeveel er in dezelfde periode cumulatief aan rendement is binnengekomen?
114. Kunt u van de tabel op pagina 7 van het oordeel van de begrotingsautoriteit, waarin de aanpassingen in de uitgavenkaders zijn opgenomen, ook een versie verschaffen voor het lastenkader?
115. Klopt het dat de beleidsmatige lastenontwikkeling van het CPB volgens de MEV laat zien dat de lastenverlichting in 2020 net zo groot is als de lastenverzwaring in 2019?
116. Hoe is de toename van de werkloosheid van 3,4% naar 3,5% te verklaren?
117. Kunt u aangeven hoeveel er nog moet worden afgelost om op hetzelfde zeer lage schuldniveau van voor de crisis te komen? Kunt u aangeven hoeveel privatisering van ABN AMRO en de Volksbank zou bijdragen aan de afbouw van de EMU-schuld en op welk percentage schuld Nederland dan zou zitten?
118. Wat zijn de gevolgen voor de uitvoering van de begroting 2020 en latere jaren indien Nederland de norm van -0,5% bbp in de middellangetermijndoelstelling (MTO) overschrijdt? Moet het kabinet in dat geval bezuinigen op geplande uitgaven? Klopt het dat het kabinet de ruimte had om een MTO van -1,0% voor te stellen aan de Europese Commissie?
119. Zijn de aanpassingen van de uitgavenplafonds en het inkomstenkader eenmalig? Zo ja, betekent de eenmaligheid van deze aanpassingen dat de uitgaven uit een mogelijk op te richten investeringsfonds binnen de kaders moeten worden ingepast? In hoeverre werkt dit procyclisch beleid in de hand?
120. Wat kost het om de uitgaven aan onderzoek op een niveau van 1% bbp te brengen?
121. Wat is de ontwikkeling van de Gini-coëfficiënt in Nederland over de afgelopen jaren?
122. Hoeveel procent van het totale vermogen is in het bezit van de 10% meest vermogenden? Hoe heeft zich dit ontwikkeld vanaf het jaar 2000 tot nu?
123. Kan de verwachte en de gerealiseerde stijging van de cao-lonen voor de laatste tien jaar gegeven worden?
124. Welke sectoren kenden over de laatste tien en vijf jaar de hoogste stijging van de cao-lonen? Hoe hoog waren deze stijgingen? En welke sectoren kenden over dezelfde periodes de laagste stijging?
125. Kan de economische groei van alle EU-lidstaten gegeven worden voor 2019 en 2020?
126. Hoe is de plafondaanpassing «Woningmarkt» tot stand gekomen?
127. Wanneer wordt een nieuwe «schokproef overheidsfinanciën» gedaan?
128. Kunnen de over- en onderschrijdingen op de verschillende budgettaire kaders bij de budgettaire nota’s van de laatste tien jaar gegeven worden? Welke veranderingen zijn zichtbaar?
129. Hoe wordt de effectiviteit van de aanvullende middelen voor de Woningmarkt getoetst?
130. Wat is de groeifactor van de uitgaven en zorg en sociale zekerheid? Met hoeveel zijn, bij ongewijzigd beleid, de kosten voor deze beide posten gestegen in 2030? Hoe verhoudt zich dit tot andere begrotingsposten?
131. Hoe ontwikkelen de SDE+-uitgaven zich na 2024?
132. Wat is de bijdrage van het mkb en het grootbedrijf aan de Vpb-opbrengsten? Kan deze splitsing voor de laatste 10 jaar gegeven worden?
133. Hoeveel inkomstenbelasting betaalt een huishouden op modaal, een huishouden op 2 keer modaal en een huishouden op 3 keer modaal (te weten twee keer anderhalf modaal) in 2021? Kan dit gegeven worden met en zonder kabinetsbeleid? Wat is dus de omvang van het voordeel van de lastenverlichting?
134. Wat is het langjarig gemiddelde voor de arbeidsproductiviteitsgroei? Wat was de gemiddelde loongroei in de laatste 10 jaar en wat is de trend in andere EU-lidstaten?
135. Met hoeveel hadden de zorgpremies kunnen dalen als de meevallers in de zorg niet waren aangewend om extra uitgaven elders te dekken?
136. Welke posten lieten vorig jaar de grootste onderuitputting of onderbesteding zien en welke posten laten structureel onderuitputting of onderbesteding zien?
137. Wat is de oorzaak van de onderschrijdingen bij het uitgavenplafonds zorg?
138. Kunt u in één tabel alle plussen en minnen voor de lasten van woningcorporaties laten zien voor woningbouwcorporaties? Kunt u hierin de specifiek de Vpb-lasten en de verhuurderheffing uitsplitsen, als ook de gevolgen van de renteaftrekbeperking uit de anti-belastingontwijkingsrichtlijn (ATAD) specificeren?
139. Hoeveel kost het de medewerkers in het voortgezet speciaal onderwijs (vso) onder de voortgezet onderwijs-cao te brengen?
140. Kunt u een totaaloverzicht met toelichting geven dat laat zien op welke begrotingen en om welke reden er kasschuiven zijn toegepast in de Miljoenennota 2020?
141. Hoe is de vergoeding van € 90 miljoen aan Exxon en Shell verwerkt in de begroting? Worden additionele betalingen verwacht? Hoe worden de € 90 miljoen en eventuele additionele betalingen gedekt?
142. Kan de Tweede Kamer via haar budgetrecht of de uitoefening van het recht van amendement ook een kasschuif over de jaren heen voorstellen? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?
143. Kan de Tweede Kamer de in de Voorjaarsnota aangekondigde en inmiddels uitgevoerde analyse ontvangen naar de kasritmes voor Defensie en bereikbaarheidsuitgaven en die geleid heeft tot de mutatie van minus € 1,8 miljard in 2019? Kunt u daarbij ook aangeven wat het kabinet voor lessen trekt uit deze analyse?
144. Wat is de hoogte van de totale rekening-courantschulden die directeuren-grootaandeelhouders (DGA's) aanhouden in hun bv's?
145. Wat is het effect van het tweeschijvenstelsel in 2020 voor iemand met een inkomen op modaal, twee keer modaal, drie keer modaal en 5 keer modaal?
146. Klopt de analyse dat woningcorporaties onvoldoende eigen financiële middelen niet als belangrijkste reden zien voor het niet kunnen realiseren van nieuwbouwplannen, maar het gebrek aan locaties met goedkope grond? Zo ja, hoe verhouden de extra middelen die nu worden toegevoegd zich tot het bereiken van het doel om meer woningbouw te stimuleren?
147. Hoeveel mensen maken gebruik van de salderingsregeling zonne-energie? Wat is het budgettair beslag? Welke overige subsidieregelingen bestaan er voor mensen die zonnepanelen willen kopen?
148. Kunt u toelichten hoe het komt dat kasuitgaven voor de SDE+-subsidieregeling achterblijven bij de aangegane verplichtingen?
149. Kunt u voor 2017, 2018 en (voor zover reeds beschikbaar) 2019 een overzicht geven van de verwachte cao-loongroei in de Miljoenennota, de Voorjaarsnota, de Najaarsnota en de daadwerkelijke realisatie?
150. Kunt u, naast het gegeven dat Nederland wereldwijd 14e is op het gebied van bbp per inwoner, ook een ranglijst aanleveren voor het bbp per inwoner (PPP)? Hoe beweegt Nederland zich op deze ranglijst de afgelopen jaren?
151. Wat is de positie van Nederland op de wereldranglijst voor private R&D-uitgaven? Hoe verhoudt dit zich tot de kasreserves en dividenduitkeringen bij bedrijven?
152. Wat is de verklaring voor het verschil in overschot tussen de afbeelding op pagina 9 (€ 3,4 miljard) en de afbeelding die op de pagina van rijksoverheid is gepubliceerd (staafdiagram «het overheidssaldo in 2020») waar staat er dat er een overschot is van € 2 miljard?
153. Zijn de contractlonen in omringende landen relatief meer of minder gestegen? Zo ja, hoe kan dit verschil verklaard worden?
154. Kan de stijging van de woningprijzen kwantitatief uitgesplitst worden naar de genoemde oorzaken?
155. Wat doet het kabinet om de arbeidsparticipatie en het meer uren gaan werken te bevorderen?
156. Kan figuur 1.2.1 gegeven worden met de stijging van de cao-lonen erin geplot?
157. Wat is het effect op het EMU-saldo van een 1%-punt hogere rente?
158.

Kan concreter aangegeven worden wat de planning is voor de brede agenda om het duurzaam verdienvermogen op de lange termijn te versterken en een investeringsfonds?

Valt een dergelijk fonds en/of haar voeding straks ook onder het EMU-saldo en/of EMU-schuld?

In hoeverre wordt er alleen gekeken naar een investeringsfonds om invulling te geven aan de groeiagenda? In hoeverre wordt er ook gekeken naar bestaande begrotingsfondsen en/of begrotingsposten?

Hoe gaat het kabinet het advies van de Raad van State over het meewegen hoe het investeringsfonds zich verhoudt tot het trendmatig begrotingsbeleid en de Europese begrotingsregels meewegen?

159. Kan de geraamde en gerealiseerde mediane koopkracht voor de laatste vijf jaar gegeven worden? Welke factoren verklaren het verschil?
160. Kan de mediane koopkrachtraming bij concept Macro Economische Verkenning (cMEV) gegeven worden in vergelijking met de mediane MEV-raming voor de laatste tien jaar?
161. Wat zijn de precieze effecten van de tegenvallende belastingopbrengsten, het Klimaatakkoord en het Pensioenakkoord op het saldo? Kan dit kwantitatief gegeven worden?
162. Wat is het doel van de afbouw van de staatschuld, die in 2020 daalt naar 47,7%, mede gegeven het feit dat het kabinet de constatering van de Raad van State in het kader van het begrotingstoezicht, dat een buffer verstandig om klappen op te kunnen vangen, onderschrijft?
163. Kunnen alle mutaties in de kaders vanwege veranderingen in de bijstand en de WW gegeven worden? Wanneer wordt deze «unieke positie» van deze twee posten geëvalueerd?
164. Hoe vaak is afgeweken van het trendmatig begrotingsbeleid sinds het invoeren ervan?
165. Kunt u specifiek ingaan op de opmerking van de Raad van State in de septemberrapportage begrotingstoezicht 2019 (p. 9) dat het moeilijk is een overzicht van alle aanpassingen in het inkomstenkader te krijgen en de aanpassingen de inzichtelijkheid van de begroting niet ten goede komen? Op welke wijze wilt u de inzichtelijkheid verbeteren?
166. Kunt u een uitputtend overzicht geven van de maatregelen die sinds het aantreden van het kabinet zijn genomen die invloed hebben op het belastingdeel van de energiebelasting, zoals de opslag duurzame energie, de belastingvermindering energiebelasting en andere relevante maatregelen in het kader van het Klimaatakkoord, en hierbij een onderscheid maken naar de effecten van deze maatregelen voor de lasten van huishoudens en het bedrijfsleven?
167. Welke verschillen zijn er waar te nemen als gevolg van procyclisch begrotingsbeleid, ten opzichte van de effecten indien er anticyclisch begrotingsbeleid was gevoerd? Kunt u hierbij ingaan op het multipliereffect in beide situaties?
168. Wat zijn de onderdelen c.q. oorzaken van het structureel EMU-saldo van -0,4% in 2020?
169. Tot welk jaar zullen de zorguitgaven nog blijven stijgen en wat is dan het percentage van het bbp dat wordt verwacht dat de zorguitgaven dan in beslag zullen nemen? Met andere woorden: Op welk percentage van het bbp zullen de collectieve zorguitgaven naar verwachting pieken?
170. Wat doet het kabinet om onderuitputting in 2020 en verder te voorkomen?
171. Kunnen alle mutaties in het accres/gemeentefonds bij budgettaire nota’s van de afgelopen 10 jaar gegeven worden? Hoe vaak is het budget n.a.v. de trap-op-trap-af-systematiek naar boven en hoe vaak naar beneden bijgesteld?
172. Wat is de reden dat in 2019 en 2020 de ontvangsten uit de vennootschapsbelasting minder sterk toenemen dan het bbp?
173. Hoe hebben de private schulden zich de afgelopen jaren ontwikkeld? Welke maatregelen neemt het kabinet om de private schuldenberg te laten dalen? Welk effect hebben deze maatregelen tot nu toe gehad?
174. Klopt het dat de totale geraamde uitgaven in de Miljoenennota 2020 inpasbaar waren geweest binnen het totale uitgavenplafond in zowel 2019, 2020 als 2021 ook als er geen correcties van de plafonds hadden plaatsgevonden? Wat is de reden dat er niet voor gekozen is om de beleidsmaatregelen uit deze Miljoenennota te presenteren binnen de reguliere plafonds zonder correctie en de alsdan ontstane over- en onderschrijdingen toe te lichten?