Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2019-2020

27 625 Waterbeleid

Nr. 483 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 september 2019

In mijn brief van 9 september 2019 heb ik u geïnformeerd over de actuele stand van zaken met betrekking tot de droogte (Kamerstuk 27 625, nr. 482). Deze situatie is vrijwel onveranderd. Zo is de afvoer van de Maas nog steeds laag voor de tijd van het jaar. De maatregelen om de gevolgen voor de scheepvaart te beperken, blijven dan ook van kracht.

In het Maasafvoerverdrag tussen Vlaanderen en Nederland zijn afspraken vastgelegd over de verdeling van Maaswater over de Maas en de verschillende Vlaamse en Nederlandse kanalen. Door de langdurige lage afvoer werd het de afgelopen weken voor Vlaanderen lastig deze afspraken na te komen. Daarom heeft Vlaanderen de hulp ingeroepen van Rijkswaterstaat. Als reactie op deze hulpvraag zijn, op kosten van Vlaanderen, vijf Nederlandse pompen geplaatst bij sluizen in het Albertkanaal tussen Genk en Antwerpen. Tevens zijn er twee Nederlandse experts aanwezig voor installatie, onderhoud en operationele afstemming. Door de inzet van Belgische en Nederlandse pompen is er een aaneengesloten netwerk van pompen gerealiseerd, waarmee Vlaanderen haar waterhuishouding in het Albertkanaal weer grotendeels op orde heeft gekregen. Dankzij deze inspanningen in Vlaanderen heeft Rijkswaterstaat ook de waterhuishouding van de Maas en omringende kanalen weer op peil weten te brengen.

In de regio Antwerpen wordt relatief veel water ingenomen vanuit het Albertkanaal, onder andere voor drinkwater. Om de gevolgen voor de waterstanden in het kanaal van deze waterinname beter te kunnen beheersen, heeft Vlaanderen om nog eens drie pompen gevraagd. Deze zijn inmiddels geplaatst. Dit heeft verder geen gevolgen voor de Nederlandse waterhuishouding. Ook de kosten voor deze pompen worden door Vlaanderen betaald.

Ik ben tevreden dat de samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland goed verloopt en dat we Vlaanderen kunnen helpen in deze droogteperiode die naar verwachting voorlopig nog zal aanhouden. Rijkswaterstaat en de waterschappen houden de situatie nauwlettend in de gaten. Als de situatie daar aanleiding toe geeft, zal ik u hierover uiteraard nader informeren.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga