[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Nota van wijziging

Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten in verband met het nieuwe omgevingsrecht en nadeelcompensatierecht

Nota van wijziging

Nummer: 2019D37203, datum: 2019-09-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35256-5).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35256 -5 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten in verband met het nieuwe omgevingsrecht en nadeelcompensatierecht.

Onderdeel van zaak 2019Z15077:

Onderdeel van zaak 2019Z17857:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

35 256 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten in verband met het nieuwe omgevingsrecht en nadeelcompensatierecht

Nr. 5 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 25 september 2019

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 3.4, onderdeel A, komt te luiden:

A

Artikel V komt te luiden:

ARTIKEL V

1. Op schade, veroorzaakt door besluiten of andere handelingen van de Belastingdienst/Toeslagen of van andere bestuursorganen voor zover genomen of verricht in het kader van aan de Belastingdienst opgedragen taken, is titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht eerst van toepassing:

a. voor besluiten en andere handelingen ter uitvoering van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969: met ingang van twee jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel A;

b. voor overige besluiten en andere handelingen: met ingang van vijf jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel A.

2. Op schade, veroorzaakt door besluiten of andere handelingen van de Belastingdienst/Toeslagen of van andere bestuursorganen voor zover genomen of verricht in het kader van aan de Belastingdienst opgedragen taken, met uitzondering van besluiten en andere handelingen ter uitvoering van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, is titel 8.4 van de Algemene wet bestuursrecht eerst van toepassing met ingang van vijf jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel A.

3. Indien voor het verstrijken van de termijn, genoemd in het eerste lid, onder a of onder b, onderscheidenlijk tweede lid, een voorstel van wet is ingediend dat in het onderwerp van het eerste lid, onder a of onder b, onderscheidenlijk tweede lid, voorziet, is, in afwijking van het eerste onderscheidenlijk tweede lid, titel 4.5 onderscheidenlijk titel 8.4 van de Algemene wet bestuursrecht ten aanzien van de in het eerste lid, onder a of onder b, onderscheidenlijk het tweede lid bedoelde besluiten en andere handelingen eerst van toepassing op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

4. Op schade waarop ingevolge dit artikel titel 4.5 of 8.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is, blijft, in afwijking van artikel IV, het recht van toepassing zoals dat gold voor 1 juli 2013.

2. In artikel 4.7, onderdeel B, wordt «4.» vervangen door «5.».

3. In artikel 4.22 wordt «artikel II» vervangen door «artikel I».

4. In artikel 4.39, onderdeel B, subonderdeel 2, wordt «van e» vervangen door «van de».

5. In artikel 5.1, aanhef, wordt «hoofdstuk 11» vervangen door «hoofdstuk 4».

Toelichting

1. Artikel 3.4, onderdeel A

Deze wijziging is van wetstechnische aard en strekt tot verduidelijking en verbetering van de in het wetsvoorstel opgenomen wijziging van het in artikel V van de Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten (Wns) opgenomen overgangsrecht inzake de toepasselijkheid van de titels 4.5 (nadeelcompensatie) en 8.4 (schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten) van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) op schadevergoedingsverzoeken gericht aan de Belastingdienst.

De in het wetsvoorstel opgenomen wijziging hield abusievelijk geen rekening met de omstandigheid dat voor het terrein van de vennootschapsbelasting titel 8.4 Awb reeds volledig van toepassing is sinds de inwerkingtreding van titel 8.4 per 1 juli 2013. Dit dwingt tot een andere opzet van artikel V Wns, waarbij de toepasselijkheid van titel 4.5 en titel 8.4 beter van elkaar worden onderscheiden. Verder is de tekst van artikel V verduidelijkt en vereenvoudigd door de uitgestelde werking direct in de betreffende artikelleden en onderdelen van artikel V te regelen (eerste lid, onderdelen a en b, en tweede lid) en deze uitgestelde werking te koppelen aan de inwerkingtreding van het relevante artikelonderdeel uit de Wns (namelijk artikel I, onderdeel A, dat onder andere het nieuwe artikel 4:126 Awb bevat). Het derde lid heeft, net als het huidige vierde lid, als oogmerk dat binnen de betreffende uitsteltermijn (twee of vijf jaar: zie eerste lid, onder a en b, en tweede lid) zo nodig voor het betreffende terrein in een aanvullend of afwijkend regime voor de Belastingdienst kan worden voorzien. Zodra een daartoe strekkend wetsvoorstel wordt ingediend, vervalt de uitsteltermijn van twee of vijf jaar. Duidelijkheidshalve is hierbij nu, gelet op de nieuwe opzet van het artikel, geregeld dat een nieuwe termijn bij koninklijk besluit wordt vastgesteld. Overigens laat dit onverlet dat het betreffende wetsvoorstel zelf daarvoor een voorziening bevat. Het vierde lid is gelijk aan het huidige tweede lid, met dien verstande dat duidelijkheidshalve de datum van 1 juli 2013 (datum inwerkingtreding Wns) in de wettekst is vermeld.

Inhoudelijk verandert er door deze nota van wijziging niets. Het voorgestelde verdere uitstel voor de Belastingdienst, zoals toegelicht op pagina 50 en 51 van de memorie van toelichting, blijft door deze wijziging onveranderd, met dien verstande dat dit uitstel dus niet de reeds geldende toepasselijkheid van titel 8.4 op schade veroorzaakt door besluiten of andere handelingen op het terrein van de vennootschapsbelasting betreft, hetgeen tot uitdrukking is gebracht in de formulering van het tweede lid.

2. Artikel 4.7, onderdeel B

Deze wijziging corrigeert een onjuiste artikellidaanduiding.

3. Artikel 4.22

Deze wijziging corrigeert een onjuiste verwijzing naar wetsvoorstel 35 042.

4. Artikel 4.39, onderdeel B

Deze wijziging corrigeert een verschrijving.

5. Artikel 5.1, aanhef

Deze wijziging corrigeert een onjuiste verwijzing naar de Invoeringswet Omgevingswet.

De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker