Antwoord op vragen van de leden Westerveld, Van den Hul en Kwint over de subsidiepot voor zijinstroom in het onderwijs
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2019D37330, datum: 2019-09-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20192020-162).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van zaak 2019Z16193:
- Gericht aan: A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
- Indiener: E.M. Westerveld, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: K.A.E. van den Hul, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J.P. Kwint, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
162
Vragen van de leden Westerveld (GroenLinks), Van den Hul (PvdA) en Kwint (SP) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over de subsidiepot voor zij-instromers in het onderwijs (ingezonden 2 september 2019).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 26 september 2019).
Vraag 1
Kent u het artikel «Subsidiepot voor zij-instromers leeg»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe kan het dat voor het tweede jaar op rij het plafond voor subsidiepot voor zij-instromers is bereikt?
Antwoord 2
In de afgelopen jaren is het aantal aanvragen voor de subsidie zij-instroom vooral in het po sterk gestegen. Het aantal toegekende subsidies in deze sector is van enkele tientallen in 2015 en 2016 gestegen naar 60 in 2017 en 355 in 2018. Voor dit jaar staat de teller al bijna op 450 aanvragen. Ook in het mbo is er de afgelopen jaren een sterke stijging geweest. Uiteraard hadden we een stijging voorzien, maar niet in die mate.
Om meer aanvragen te kunnen honoreren, hebben we het subsidieplafond onlangs verhoogd (zie Kamerbrief Aanpak van de tekorten in het onderwijs van 11 september 2019). Hiermee kunnen we in elk geval alle openstaande aanvragen uit het po (die ingediend zijn tot 29 augustus) toekennen en een deel van de aanvragen uit het mbo. Na de sluitingsdatum van de aanvraagtermijn, 15 oktober 2019, zal de eventueel resterende ruimte in het subsidiebudget worden herverdeeld tussen de sectoren, zodat meer aanvragen po en mbo kunnen worden toegekend. Mochten er toch nog meer aanvragen binnenkomen dan dat daar nu budget voor is, dan gaan we ons inzetten om daar bij najaarsnota dekking voor te vinden binnen de middelen voor het lerarenbeleid.
Vraag 3
Hoe kan het dat DUO2 een brief heeft verstuurd die volgens het ministerie OCW «nooit verstuurd had mogen worden»?
Antwoord 3
DUO heeft de betreffende aanvragers inderdaad, in samenspraak met OCW, laten weten dat hun aanvraag was «aangehouden», omdat voor de sectoren po en mbo geen budget meer beschikbaar was. Conform de regeling wordt het resterende budget immers pas na de sluitingsdatum van de aanvraagtermijn (15 oktober) herverdeeld over de sectoren (zie ook antwoord vraag 2). Aangehouden aanvragen kunnen daarna mogelijk alsnog worden toegekend. DUO dient de aanvragers hierover van tevoren te informeren, dus de brieven zijn terecht verstuurd.
De inhoud van de brief heeft tot onrust geleid, omdat onbedoeld de indruk is gewekt dat, naast het eventueel resterende bedrag, geen extra geld meer beschikbaar zou komen. In de Verzamelbrief van 12 juli 2019 (Verzamelbrief moties en toezeggingen primair en voortgezet onderwijs van 12 juli 2019, Kamerstuk 31 293, nr. 476) is echter aangekondigd dat de inzet was om alle aanvragen, die aan de voorwaarden voldoen, dit jaar toe te kennen. De inhoud van de brief wordt aangepast.
Vraag 4
Bent u voornemens om net als vorig jaar het bedrag aan te vullen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Ja, u bent hierover geïnformeerd. Zie antwoord bij vraag 2.
Vraag 5
Betekent het gegeven dat de subsidiepot leeg is dat besturen nu zelf de kosten voor reeds startende zij-instromers moeten betalen?
Antwoord 5
Nee, we hebben inmiddels het subsidiebedrag verhoogd en zullen, indien nodig, opnieuw middelen vrijmaken. Zie antwoord bij vraag 2.
Vraag 6
Zijn er aanvragen afgewezen? Zo ja, over hoeveel aanvragen gaat dit?
Antwoord 6
Nee, de aanvragen waarvoor geen budget beschikbaar was, zijn «aangehouden». Zie verder antwoord bij vraag 2.
Vraag 7
Wat gaat u doen om te voorkomen dat zich volgend jaar een soortgelijke situatie voordoet?
Antwoord 7
Op grond van het aantal toekenningen wordt aan het einde van elk jaar een zo goed mogelijke inschatting gemaakt voor het volgende jaar en worden de budgetten opnieuw vastgesteld. Wij monitoren de ontwikkeling van het aantal aanvragen goed, en zoeken, indien nodig naar extra middelen.
Vraag 8
Deelt u de mening dat de mogelijkheden voor zij-instroom juist moeten worden uitgebreid? Zo ja, bent u voornemens structurele maatregelen te treffen om zij-instroom verder aan te moedigen? Is het mogelijk om in plaats van een subsieidplafond een open-einde-regeling te maken, waardoor deze situatie zich niet meer kan voordoen?
Antwoord 8
We hechten veel belang aan zij-instroom, omdat we via deze route naar het leraarschap de diversiteit aan kennis en mensen binnen de school versterken.
Voor de langere termijn willen we zij-instroom in het onderwijs daarom verduurzamen door deze route te integreren in het opleidingsstelsel. Dit wordt meegenomen bij de nieuwe inrichting van de bevoegdheden en opleidingsstructuur zoals beschreven in de Kamerbrief Naar een aantrekkelijke onderwijsarbeidsmarkt van 2 juli 2019, 27923–269 (beleidsreactie op het Onderwijsraadadvies Ruim baan voor leraren).