[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag houdende een lijst van vragen inzake vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2020 (Kamerstuk 35300-XIV)

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2020

Lijst van vragen

Nummer: 2019D37420, datum: 2019-09-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2019D37420).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2019Z15682:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2019D37420 Verslag houdende een lijst van vragen

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen.

De voorzitter van de commissie,
Kuiken

De griffier van de commissie,
Haveman-Schüssel

1 Kunt u, aangezien de afronding van de vereffening van de vormgeving van de productschappen zou doorlopen tot en met het voorjaar van 2019, aangeven hoe het hier nu mee staat, voor welke schappen er een batig saldo is en hoe gaat dit worden besteed aan de betreffende sectoren?
2 Kunt u een overzicht geven van het geld dat meerjarig en de komende jaren begroot en beloofd is voor de sanering van de veehouderij, met daarin een duidelijk onderscheid tussen het Klimaatakkoord, Urgenda en de Klimaatenveloppe uit het Regeerakkoord?
3 Waar staat de € 1 miljard voor transitie van de landbouw die de Minister bij Jinek noemde en is er binnen dit – forse – bedrag ook wat geld om natuurkwaliteit te herstellen, zodat we uit de klem van het Programma Aanpak Stikstof (PAS)-arrest kunnen komen?
4 Hoe is de € 500 miljoen voor de sanering van de veehouderij die het Kabinet noemt opgebouwd?
5 Op welke wijze wil u omgaan met de aanbevelingen uit het rapport «Waardevol toerisme» van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) van 12 september jl. en kunt u een toelichting geven bij iedere aanbeveling?
6 Kan het netwerk ecologische monitoring (NEM) ook gebruikt worden voor het in beeld brengen van de effecten van landelijk natuurbeleid (onder andere natuurbeheer, agrarisch natuur en landschapsbeheer en de resultaten van het deltaplan biodiversiteitsherstel) en wat zijn de geschatte kosten van het toevoegen van dit soort informatiedoelen?
7 Is het diergezondheidsfonds bedoeld voor gehouden dieren of komen ook huisdieren en in het wild levende dieren (amfibieën zoals vuursalamander) in aanmerking?
8 Onder welke post valt uitvoering van de motie van het lid De Groot (Kamerstuk 28 286, nr. 1048) over de basiskwaliteit voor natuur?
9 Wat betekent een generieke aanpak van sectoren concreet per sector, specifiek qua krimp van het aantal koeien, varkens en kippen?
10 Hoe vaak is er melding bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) gemaakt van stroperij in 2017 en hoe vaak in 2018?
11 Hoe vaak is er een sanctie opgelegd voor stroperij in 2017 en hoe vaak in 2018?
12 Hoeveel controles heeft de Omgevingsdienst per provincie uitgevoerd op de jacht in hun gebied/provincie?
13 Hoe vaak is er tijdens de controles van de Omgevingsdienst, per provincie, een overtreding aangetroffen en van welke aard?
14 Hoeveel jachtongelukken hebben het afgelopen jaar plaatsgevonden, hoeveel daarvan hadden een dodelijke afloop en hoeveel daarvan hadden een ziekenhuisopname tot gevolg?
15 Hoeveel vossen zijn het afgelopen jaar gedood in het kader van schadebestrijding en/of faunabeheer?
16 Hoeveel vossen (en/of andere predatoren) worden er gedood ter bescherming van vrije uitloop pluimvee?
17 Hoeveel edelherten zijn het afgelopen jaar gedood in het kader van schadebestrijding en/of faunabeheer?
18 Hoeveel wilde zwijnen zijn het afgelopen jaar gedood in het kader van schadebestrijding en/of faunabeheer?
19 Hoeveel reeën zijn het afgelopen jaar gedood in het kader van schadebestrijding en/of faunabeheer?
20 Hoeveel muskusratten zijn het afgelopen jaar gedood in het kader van schadebestrijding?
21 Hoeveel budget is er voor de diervriendelijke preventie van schade door muskusratten?
22 Hoeveel vossen zijn het afgelopen jaar geschoten buiten de weidevogelkerngebieden?
23 Hoeveel vossen zijn het afgelopen jaar geschoten binnen de weidevogelkerngebieden?
24 Hoeveel geld is gealloceerd voor (onderzoek naar) de diervriendelijke preventie van schade door fauna?
25 Hoeveel dieren (uitgesplitst naar soort) worden jaarlijks gedood vanwege gewasschade/-bescherming (ook afgezet tegen aantal doden voor andere jachtvrijstellingen)?
26 Hoeveel landbouwzoogdieren worden er (vermoedelijk/bewezen) gedood door vossen?
27 Hoeveel landbouwzoogdieren worden er (vermoedelijk/bewezen) gedood door wolven?
28 Hoeveel landbouwzoogdieren worden er (vermoedelijk/bewezen) gedood door (loslopende) honden?
29 Hoeveel budget is er gealloceerd voor de totstandkoming van de positieflijst en waar gaat dit naar toe?
30 Bent u begonnen aan de ontwikkeling en uitvoering van de positieflijst voor vogels en reptielen?
31 Welke concrete acties heeft u genomen om ervoor te zorgen dat de positieflijst ook op Europees niveau wordt ingevoerd?
32 Wat is de definitie van kringlooplandbouw?
33 Hoe vaak is er in de periode 2018–2019 bij de NVWA op het gebied van naleving van dierenwelzijn gebruikt gemaakt van strafrecht op basis van de Wet Dieren?
34 Hoe vaak is er in de periode 2018–2019 bij de NVWA op het gebied van naleving van dierenwelzijn een proces-verbaal opgemaakt?
35 Kunt u een stand van zaken geven omtrent het weidevogelbeheer en het beleid en de beleidsacties (Kamerstuk 33 576, nr. 135) die u daarop ondernomen heeft?
36 Kunt u aangeven welke acties ingezet zijn ter uitvoering van de motie Von Martels c.s. (Kamerstuk 34 985, nr. 27)?
37 Kunt u aangeven hoe het staat met de uitvoering van de motie Von Martels c.s. (Kamerstuk 34 985, nr. 26)?
38 Hoeveel geld gaat er jaarlijks naar onderzoek waarbij dierproeven worden gebruikt, uitgesplitst naar fundamenteel, toegepast translationeel en wettelijk verplicht veiligheidsonderzoek?
39 Welke kosten heeft uw ministerie in 2018 en 2019 gemaakt ten behoeve van (leden van) het Koninklijk Huis en welk bedrag is hiervoor precies gereserveerd in de begroting van 2020?
40 Kunt u aangeven welke acties zijn ondernomen om in samenwerking met agrarische ondernemers en ketenpartijen verder te werken aan een nieuw perspectief: duurzaam en innovatief met het vooruitzicht een goede boterham te kunnen verdienen?
41 Op welke wijze wordt specifiek de biologische sector ondersteund in de transitie richting kringlooplandbouw?
42 Kunt u aangeven wanneer het wetswijzigingsvoorstel om de positie van boeren in de keten te versterken ter consultatie wordt aangeboden?
43 Waar staan de budgetten voor onderzoek door en in samenwerking met natuurorganisaties en kennisinstellingen om een bijdrage te leveren aan herstel van de biodiversiteit door een meer duurzaam gebruik van bodem, water, mest en gewasbeschermingsmiddelen?
44 Zijn er duurzaamheidscriteria verbonden aan de investeringen voor een «duurzame bedrijfsontwikkeling» die de borgstellingsregeling voor Vermogensversterkende kredieten mogelijk maakt voor jonge boeren? Zo ja, welke?
45 Op welke manier gaat u het gesprek aan met de banken en andere financiers over financiële producten, ook gezien de berichtgeving dat banken steeds kritischer kijken naar leningen voor boeren?
46 Wat is het doel van het omvormen van het Groen Kennisnet (GKN) naar een interactief digitaal platform?
47 Hoeveel bezoekers worden maandelijks verwacht op het interactieve digitale platform?
48 Wie is er verantwoordelijk voor het interactieve digitale platform?
49 Kunt u een toelichting geven op de prioriteiten binnen de kringlooplandbouw?
50 Is er in de begroting ook ruimte om de milieueffecten van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in veldonderzoek te gaan meten? Zo ja, waar in de begroting is dit te vinden?
51 Waar is het budget te vinden voor de financiering van extra bronmaatregelen om de stikstofproblematiek aan te pakken en de natuur in gunstige staat van instandhouding te krijgen?
52 Waar is het budget te vinden om de meerkosten te financieren voor projecten die ofwel via de ADC-toets vlot getrokken worden en dus extra compensatiemaatregelen moeten nemen, ofwel via extern salderen waardoor stikstofbronnen moeten worden opgekocht?
53 Wat gaat er veranderen aan de stromen binnen de voedselketen die naar landbouwdieren vanuit de doelstelling om te komen tot een systeem van kringlooplandbouw en komen er stromen bij of gaan er stromen af? Zo ja, welke?
54 Waarom wordt het inzetten op een stop op de import van stikstof in de vorm van krachtvoer niet opgenomen in de begroting, terwijl deze maatregel (wat betreft soja uit Brazilië) al door u is genoemd als oplossing voor het stikstofprobleem en ter bevordering van de kringlooplandbouw (Nederlands Dagblad, 18-09-2019)?
55 Wordt er in de begroting geld gereserveerd voor mestverwerking? Zo ja, hoeveel?
56 Hoeveel mestverbranders zijn er in Nederland en waar staan deze?
57 Hoeveel mestvergisters zijn er in Nederland en waar staan deze?
58 Welk aandeel van deze mestvergisters zijn co-vergisters en wat wordt hier (per installatie) als cosubstraat toegevoegd?
59 Wat was het percentage biologisch landbouwareaal in Nederland in 2018 en hoe verhoudt zich dat tot het gemiddelde in de Europese Unie (EU)?
60 Waarom stelt u geen streefgetal voor het biologische areaal in 2030 in het kader van de Toekomstvisie Gewasbescherming?
61 Voor welke concrete maatregelen is geld begroot die bij moeten dragen aan de omschakeling naar weerbare teeltsystemen, zoals combinaties van teelten, boslandbouw en strokenteelt?
62 Welke maatregelen neemt u op Europees niveau voor meer weerbare teeltsystemen, zoals combinaties van teelten, boslandbouw en strokenteelt?
63 Hoeveel gewasbeschermingsmiddelen waren in 2018 toegelaten?
64 Hoeveel toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen zijn in 2018 vervallen?
65 Kunt u een overzicht geven van het aantal hectare pachtgrond, erfpacht, tijdelijke pacht en geliberaliseerde pacht per provincie/per jaar over de afgelopen tien jaar?
66 Wie stelt de meetmethoden voor bodemkwaliteit vast?
67 Is de meetmethode bodemkwaliteit openbaar?
68 Wanneer is deze meetmethode voor het laatst herijkt en op basis van welke inzichten?
69 Op welke manier kan worden gegarandeerd dat de meetmethode bodemkwaliteit accuraat en gevalideerd is?
70 Welke maatregelen worden/zijn er genomen om de trendbreuk naar meer weerbare planten en teeltsystemen in te zetten?
71 Betekent de nieuwe aanpak van natuurkwaliteit dat de bestedingen voor natuur op termijn teruggebracht kunnen worden naar het niveau dat aanvankelijk nodig werd geacht (circa € 900 miljoen rond 2000) om te voldoen aan onze internationale verplichtingen inzake Natura2000 en het biodiversiteitsverdrag (CBD)?
72 Kunnen de budgetten om veehouderijen te stimuleren om emissies te reduceren worden gekoppeld aan benodigde budgetten om ook natuurkwaliteit te herstellen en de staat van instandhouding te verbeteren?
73 Hoeveel veeboeren zijn van plan om binnen vijf jaar te stoppen met hun bedrijfsvoering en hoe ziet dit eruit per sector?
74 Welk aandeel van veeboeren heeft wel een milieuvergunning en welk aandeel niet?
75 Hoeveel geld is er gereserveerd voor de inzet in Europees verband van uw ministerie en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) voor de verruiming van de toepassing van nieuwe veredelingstechnieken zoals CRISPR-Cas?
76 Voor de toelating van welke andere veredelings- of genetisch gemodificeerd organisme (ggo)-technieken zet u zich in Europees verband in?
77 Waarop baseert u de aanname dat het gebruik van landbouwgif af zal nemen wanneer nieuwe veredelingstechnieken worden toegestaan?
78 Wat zijn de maatschappelijke kosten van de veehouderij en de verwerkende industrie van deze producten en hoe verhouden die zich tot elkaar?
79 Hoe verhouden de maatschappelijke kosten zich tot de baten van de veehouderij en de verwerkende industrie?
80 Welke stappen zijn reeds gezet om in Europees verband een doorbraak te creëren voor verruiming van de toepassing van nieuwe veredelingstechnieken?
81 Hoeveel geld is gereserveerd voor het verbeteren van de biodiversiteit in Nederland?
82 Hoeveel geld is gereserveerd om schade aan de biodiversiteit te voorkomen in Nederland?
83 Wat wordt verstaan onder meerjarige Rijksinzet in het kader van het Deltaplan Biodiversiteitsherstel?
84 Hoeveel hectare bomen wordt jaarlijks gekapt in het kader van Natura 2000-maatregelen?
85 Hoeveel hectare bomen wordt jaarlijks gekapt in het kader van stikstofmaatregelen?
86 Hoeveel hectare bomen wordt jaarlijks gekapt in het kader van regulier bosbeheer, zoals bosverjonging en houtoogst?
87 Hoeveel geld is gereserveerd voor de uitbreiding van het bosareaal in Nederland?
88 Met welke hoeveelheid zal de stikstof-depositie teruggedrongen moeten worden, en op welke termijn, om woningbouwprojecten op korte termijn weer doorgang te kunnen laten krijgen?
89 Wat zijn de gevolgen voor de stikstof-opgave van de projecten die vanaf oktober wel weer doorgang kunnen krijgen (projecten die intern salderen en geen toename van de feitelijke depositie veroorzaken en de projecten die op lange termijn een gunstig effect hebben op de depositie)?
90 Kunt u toelichten hoe het ervoor staat met de subsidieregeling sanering varkenshouderijen en welke voorbereidingen, zoals op het gebied van communicatie of een leertraject door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), alvast voor de regeling worden getroffen?
91 Kan een deel van de subsidieregeling «Sanering varkenshouderijen» en «bevordering brongerichte emissiebeperkende innovaties» worden aangewend om de staat van instandhouding van soorten en habitats in de buurt te verbeteren, zodat uitstootbeperking hand in hand gaat met herstel?
92 Welk deel van de door u opengestelde subsidieregeling ter bevordering van brongerichte emissiebeperkende innovaties in stallen wordt gesubsidieerd en welk deel komt voor de rekening van boeren?
93 Hoeveel dierrechten zouden kunnen worden opgekocht voor het bedrag dat wordt opengesteld voor deze subsidieregeling, om hoeveel koeien, varkens en kippen zou dit gaan en hoeveel CO2-equivalenten zou dat besparen?
94 Hoe hoog zijn de maatschappelijke kosten die voortkomen uit de problematiek in veenweidegebieden, waar het veen oxideert en de bodem daalt als gevolg van een laag waterpeil en intensief agrarisch gebruik?
95 Welke technieken worden gestimuleerd voor de ontwikkeling van robuuste rassen en teeltsystemen?
96 Welke emissies bedoelt u in de zinsnede «het reduceren van emissies via diervoer (ook voor de gezondheid van omwonenden)» en aan welk effect voor omwonenden wordt hier gerefereerd?
97 Hoe stimuleert u boeren om, in verband met bodemdaling, minder intensieve vormen van landgebruik en andere teelten toe te passen en de natuur te versterken, en hoeveel geld wordt hiervoor gereserveerd?
98 Hoe worden de effecten van maatregelen tegen bodemdaling gemonitord?
99 Op welke manier zet u zich in Europees verband in voor aanpassing van de Nitraatrichtlijn om het gebruik van kunstmest te verminderen, wat is hiervan het beoogde effect op de nitraatnormen en wat zal het effect zijn op de nitraatemissies in de praktijk?
100 Wat houdt de campagne «hoe verspillingsvrij ben jij?» precies in?
101 Wat wordt er bedoeld met het geven van een hoogwaardigere bestemming voor grondstoffen uit de voedselketen en wat kan daar allemaal onder vallen?
102 Met welke concrete maatregelen gaat u consumenten stimuleren om duurzame keuzes te maken in hun aankoopgedrag, naast het terugdringen van voedselverspilling?
103 Hoeveel budget van de kennis- en innovatieagenda van LNV (via en buiten de topsectoren) wordt ingezet om de beoogde transitie naar kringlooplandbouw te bevorderen?
104 Hoeveel budget van de kennis- en innovatieagenda van LNV (via en buiten de topsectoren) is nog gericht op het oude paradigma van volume en lage prijs?
105 Hoeveel bindstallen zijn er in Nederland?
106 Hoeveel dieren in Nederland leven er in bindstallen?
107 Hoeveel dieren, procentueel, absoluut en uitgesplitst naar diersoort, leven er in het 1 sterren, 2 sterren en 3 sterren Beter Leven Keurmerk-sterrensysteem?
108 Bij hoeveel Nederlandse bedrijven worden leghennen gehouden in verrijkte kooien?
109 Bij hoeveel Nederlandse bedrijven worden leghennen gehouden in koloniekooien?
110 Wat is het aantal dieren en wat is het percentage leghennen dat gehouden wordt in een verrijkte kooi?
111 Wat is het aantal dieren en wat is het percentage pluimvee dat gehouden wordt in een koloniekooi?
112 Wat is het aantal dieren en wat is het percentage pluimvee dat gehouden wordt in een scharrelsysteem zonder uitloop?
113 Wat is de «uitval» van konijnen, vleeskuikens, vleeskuikenouderdieren, leghenouderdieren, leghennen, eenden, kalkoenen, geiten, schapen, kalveren op melkveebedrijf, kalveren bij mesterijen, vleesrunderen, melkkoeien, varkens in percentage en in absolute aantallen in 2017, 2018 en 2019?
114 Wat was in 2017, 2018 en 2019 het absolute aantal en het percentage dieren dat stierf tijdens transport, uitgesplitst naar diersoort?
115 Kunt u het aantal dieren dat stierf tijdens transport in 2018 per diersoort uitsplitsen naar de tijd van het jaar en de oorzaak van het overlijden?
116 Wat was in 2016, 2017, 2018 en 2019 het aantal noodslachtingen en het aantal gevallen van euthanasie van melkkoeien op melkveebedrijven?
117 Tonen cijfers van Rendac en RVO aan dat er grotere sterfte is onder landbouwdieren tijdens hittegolven of vorstperiodes?
118 Wat zijn de cijfers van Rendac en RVO ten aanzien van de sterfte onder landbouwdieren tijdens hittegolven en vorstperiodes over de afgelopen vijf jaar?
119 Hoe vaak zijn landbouwdieren in de afgelopen tien jaar door de vloer van hun stallen gezakt, uitgesplitst naar diersoort?
120 Hoe vaak in de afgelopen tien jaar zijn dieren in de mest- of gierput beland, uitgesplitst naar diersoort?
121 Hoeveel ongelukken hebben er in de afgelopen vijf jaar plaatsgevonden met veetransport, uitgesplitst naar diersoort?
122 Hoeveel stalbranden hebben er in 2018 en 2019 plaatsgevonden?
123 Wat is het aantal dierlijke slachtoffers, uitgesplitst naar diersoort, als gevolg van stalbranden in 2018 en 2019?
124 Wat is het aantal dierlijke slachtoffers van staldrama’s (niet zijnde stalbranden), zoals oververhitting van dieren met slachtoffers of het uitvallen van de ventilatie over de jaren 2018 en 2019 tot nu toe?
125 Hoeveel nertsenhouderijen zijn er nog over en met hoeveel nertsen?
126 Hoeveel kameelachtigen worden er in Nederland gehouden voor melk?
127 Waar en op welke wijze worden kamelen geslacht?
128 Hoeveel struisvogels worden er jaarlijks in Nederland geslacht?
129 Welk percentage en hoeveel hectare van de beschikbare landbouwgrond in Nederland wordt gebruikt voor begrazing en het verbouwen van gewassen voor veevoer?
130 Welk percentage en hoeveel hectare van de beschikbare landbouwgrond in Nederland wordt gebruikt voor het verbouwen van plantaardige gewassen voor menselijke consumptie?
131 Hoeveel knaagdieren worden jaarlijks gedood rondom boerenbedrijven?
132 Hoeveel dieren, uitgesplitst naar soort, zijn er in 2018 ante mortem en post mortem afgekeurd voor menselijke consumptie?
133 Hoeveel nertsenfokkerijen voldoen niet aan de meldingsplicht waardoor ze geen recht hebben om tot 2024 nertsen te fokken?
134 Hoeveel nertsenfokkerijen zijn er op 19 september 2019 nog in bedrijf?
135 Hoeveel controles hebben er plaatsgevonden bij nertsenfokkerijen in 2017 en 2018 tijdens de vergassingsperioden in maart/april en in november/december?
136 Hoeveel overtredingen zijn er geconstateerd bij nertsenfokkerijen in 2017 en 2018 tijdens de vergassingsperioden in maart/april en in november/december?
137 Hoeveel transporten van nertsen hebben er in 2017 en 2018 plaatsgevonden naar het buitenland, uitgesplitst per jaar?
138 Hoeveel controles zijn er uitgevoerd tijdens transporten van nertsen in 2017 en 2018, uitgesplitst per jaar?
139 Hoe vaak zijn in 2018 en 2019 overtredingen van het verbod op het doden van dieren, als bedoeld in artikel 2.10 van de Wet dieren en artikel 1.9 van het Besluit houders van dieren, vastgesteld?
140 Hoe vaak is in 2018 en 2019 een overtreder op het verbod op het doden van dieren vervolgd en welke straffen zijn voor dit misdrijf opgelegd?
141 Hoeveel overtredingen zijn er in 2018 en 2019 geconstateerd in de gezelschapsdierenbranche voor wat betreft de overtreding van huisvestingsvoorschriften, zoals bepaald in artikel 1.6 (algemene voorschriften) en artikel 3.12 (bedrijfsmatige houderij) van het Besluit houders van dieren?
142 Hoe vaak heeft in de periode van 2015 t/m 2018 handhaving plaatsgevonden op het gebied van verboden lichamelijke ingrepen, en het ter verkoop aanbieden van deze dieren, als bedoeld in artikel 2.7 derde lid en artikel 2.8 van de Wet dieren?
143 Op welke wijze vindt de handhaving plaats op het gebied van verboden lichamelijke ingrepen, en het ter verkoop aanbieden van deze dieren, als bedoeld in artikel 2.7 derde lid en artikel 2.8 van de Wet dieren?
144 Hoeveel advertenties zijn sinds de samenwerking van Marktplaats met de NVWA per maart 2019 inmiddels van Marktplaats verwijderd, voor wat betreft het aanbod van dieren waarbij een verboden lichamelijke ingreep, als bedoeld in artikel 2.7 derde lid en artikel 2.8 van de Wet dieren, heeft plaatsgevonden?
145 Op welke wijze vindt de handhaving plaats van de afspraken met Marktplaats, voor wat betreft het aanbod van dieren waarbij een verboden lichamelijke ingreep, als bedoeld in artikel 2.7 derde lid en artikel 2.8 van de Wet dieren?
146 Hoe vaak heeft in 2018 en 2019 handhaving plaats gevonden van artikel 3.4 eerste en tweede lid van het Besluit houders van dieren, namelijk het fokken van dieren waarbij het welzijn en de gezondheid van het ouderdier of de nakomelingen werd benadeeld?
147 Welke straffen zijn opgelegd, dan wel welke maatregelen zijn genomen, bij de handhaving van artikel 3.4 eerste en tweede lid van het Besluit houders van dieren, namelijk het fokken van dieren waarbij het welzijn en de gezondheid van het ouderdier of de nakomelingen werd benadeeld?
148 Hoeveel Gidsen voor Goede praktijken, zoals bedoeld in artikel 8.44 van de Wet dieren, zijn er momenteel voor handhaving in gebruik en zijn er reeds nieuwe gidsen in ontwikkeling?
149 Hoeveel bedraagt het budget ten behoeve van het wetenschappelijk onderzoek dat voortkomt uit het zeehondenakkoord wat naar verwachting eind dit jaar gesloten wordt?
150 Hoe vaak is in de periode 2013 tot 2019 na een stalbrand de omgevingsvergunning van de betreffende stal ingetrokken door een gemeente of provincie?
151 Hoe vaak is er in 2019 tot nu toe opgetreden of een waarschuwing gegeven wegens slechte luchtkwaliteit in varkensstallen?
152 Hoe vaak is er in 2019 al opgetreden of een waarschuwing gegeven wegens ongeschikt verrijkingsmateriaal in varkensstallen?
153 Wanneer begint de feitelijke handhaving van de handhavingscriteria «fokken met kortsnuitige honden», zoals in werking is getreden per 18 maart 2019?
154 Hoe vaak is er een waarschuwing of een boete uitgedeeld omdat fokkers de handhavingscriteria «fokken met kortsnuitige honden» overtraden?
155 Hoeveel tijd en geld wordt er door de Nederlandse overheid geïnvesteerd in het ontwikkelen van een vaccin voor de Afrikaanse Varkenspest?
156 Hoeveel dierenwelzijnsinspecties zijn er in het jaar 2017, 2018 en 2019 door de NVWA uitgevoerd in Nederlandse vleeskalverstallen?
157 Hoe vaak hebben dierenwelzijnsinspecties in het jaar 2017, 2018 en 2019 in Nederlandse vleeskalverstallen geleid tot het opleggen van een maatregel of een waarschuwing?
158 In hoeveel gevallen van de dierenwelzijnsinspecties in het jaar 2017, 2018 en 2019 was (ongeschikte) huisvesting de reden voor handhaving?
159 Waarom is de vleeskalverhouderij uitgezonderd van het fosfaatrechtenstelsel?
160 Wat zijn uw beweegredenen om in de vleeskalverhouderij geen dierrechten in te voeren?
161 Hoeveel varkensbedrijven waren er in Nederland in 2007?
162 Hoeveel varkens werden er in Nederland gehouden in 2007?
163 Hoeveel varkens zaten er in de grootste stallen in 2007?
164 Hoeveel varkensbedrijven waren er in Nederland in 2012?
165 Hoeveel varkens werden er in Nederland gehouden in 2012?
166 Hoeveel varkens zaten er in de grootste stallen in 2012?
167 Hoeveel varkensbedrijven waren er in Nederland in 2018?
168 Hoeveel varkens werden er in Nederland gehouden in 2018?
169 Hoeveel varkens zaten er in de grootste stallen in 2018?
170 Hoeveel melkveebedrijven waren er in Nederland in 2007?
171 Hoeveel melk- en kalfkoeien werden er in Nederland gehouden in 2007?
172 Hoeveel melk- en kalfkoeien zaten er in de grootste stallen in 2007?
173 Hoeveel melkveebedrijven waren er in Nederland in 2012?
174 Hoeveel melk- en kalfkoeien werden er in Nederland gehouden in 2012?
175 Kunt u een toelichting geven op de aankondiging dat er in 2020 verder wordt ingezet op de bevordering van geïntegreerde plaagdierbeheersing?
176 Hoeveel melk- en kalfkoeien zaten er in de grootste stallen in 2012?
177 Hoeveel melkveebedrijven waren er in Nederland in 2018?
178 Hoeveel melk- en kalfkoeien werden er in Nederland gehouden in 2018?
179 Hoeveel melk- en kalfkoeien zaten er in de grootste stallen in 2018?
180 Hoeveel pluimveebedrijven waren er in Nederland in 2007?
181 Hoeveel legkippen en hoeveel vleeskippen werden er in Nederland gehouden in 2007?
182 Hoeveel legkippen en hoeveel vleeskippen zaten er in de grootste stallen in 2007?
183 Kunt u een overzicht geven van alle in gang gezette maatregelen en nog in te plannen maatregelen met concrete doelen over de ombouw naar een circulair voedselsysteem?
184 Hoeveel pluimveebedrijven waren er in Nederland in 2012?
185 Welk bedrag is er gemoeid met het «team reststromen»?
186 Hoeveel legkippen en hoeveel vleeskippen werden er in Nederland gehouden in 2012?
187 Hoeveel legkippen en hoeveel vleeskippen zaten er in de grootste stallen in 2012?
188 Hoeveel pluimveebedrijven waren er in Nederland in 2018?
189 Hoeveel legkippen en hoeveel vleeskippen werden er in Nederland gehouden in 2018?
190 Hoeveel legkippen en hoeveel vleeskippen zaten er in de grootste stallen in 2018?
191 Hoeveel geitenbedrijven waren er in Nederland in 2007?
192 Hoeveel geiten werden er in Nederland gehouden in 2007?
193 Hoeveel geiten zaten er in de grootste stallen in 2007?
194 Hoeveel geitenbedrijven waren er in Nederland in 2012?
195 Hoeveel geiten werden er in Nederland gehouden in 2012?
196 Hoeveel geiten zaten er in de grootste stallen in 2012?
197 Hoeveel geitenbedrijven waren er in Nederland in 2018?
198 Hoeveel geiten werden er in Nederland gehouden in 2018?
199 Hoeveel geiten zaten er in de grootste stallen in 2018?
200 Hoeveel konijnenbedrijven waren er in Nederland in 2007?
201 Hoeveel konijnen werden er in Nederland gehouden in 2007 voor de productie van vlees?
202 Hoeveel konijnen zaten er in de grootste stallen in 2007?
203 Hoeveel konijnenbedrijven waren er in Nederland in 2012?
204 Hoeveel konijnen werden er in Nederland gehouden in 2012 voor de productie van vlees?
205 Hoeveel konijnen zaten er in de grootste stallen in 2012?
206 Hoeveel konijnenbedrijven waren er in Nederland in 2018?
207 Hoeveel konijnen werden er in Nederland gehouden in 2018 voor de productie van vlees?
208 Hoeveel konijnen zaten er in de grootste stallen in 2018?
209 Hoe worden konijnen die ziek, zwak of uitgeselecteerd zijn in de dagelijkse praktijk gedood door de veehouder in de stal, waarbij nadrukkelijk niet wordt gevraagd naar de relevante (wettelijke) voorschriften, maar naar de dagelijkse praktijk in stallen?
210 Hoe worden vleeskuikens die ziek, zwak of uitgeselecteerd zijn in de dagelijkse praktijk gedood door de veehouder in de stal, waarbij nadrukkelijk niet wordt gevraagd naar de relevante (wettelijke) voorschriften, maar naar de dagelijkse praktijk in stallen?
211 Hoe worden leghennen die ziek, zwak of uitgeselecteerd zijn in de dagelijkse praktijk gedood door de veehouder in de stal, waarbij nadrukkelijk niet wordt gevraagd naar de relevante (wettelijke) voorschriften, maar naar de dagelijkse praktijk in stallen?
212 Hoe worden vleeskuikenouderdieren die ziek, zwak of uitgeselecteerd zijn in de dagelijkse praktijk gedood door de veehouder in de stal, waarbij nadrukkelijk niet wordt gevraagd naar de relevante (wettelijke) voorschriften, maar naar de dagelijkse praktijk in stallen?
213 Hoe worden opfokleghennen die ziek, zwak of uitgeselecteerd zijn in de dagelijkse praktijk gedood door de veehouder in de stal, waarbij nadrukkelijk niet wordt gevraagd naar de relevante (wettelijke) voorschriften, maar naar de dagelijkse praktijk in stallen?
214 Hoe worden kalfjes die ziek, zwak of uitgeselecteerd zijn in de dagelijkse praktijk gedood door de veehouder in de stal, waarbij nadrukkelijk niet wordt gevraagd naar de relevante (wettelijke) voorschriften, maar naar de dagelijkse praktijk in stallen?
215 Hoe worden melkkoeien die ziek, zwak of uitgeselecteerd zijn in de dagelijkse praktijk gedood door de veehouder in de stal, waarbij nadrukkelijk niet wordt gevraagd naar de relevante (wettelijke) voorschriften, maar naar de dagelijkse praktijk in stallen?
216 Hoe worden vleeskoeien die ziek, zwak of uitgeselecteerd zijn in de dagelijkse praktijk gedood door de veehouder in de stal, waarbij nadrukkelijk niet wordt gevraagd naar de relevante (wettelijke) voorschriften, maar naar de dagelijkse praktijk in stallen?
217 Hoe worden biggen die ziek, zwak of uitgeselecteerd zijn in de dagelijkse praktijk gedood door de veehouder in de stal, waarbij nadrukkelijk niet wordt gevraagd naar de relevante (wettelijke) voorschriften, maar naar de dagelijkse praktijk in stallen?
218 Hoe worden zeugen die ziek, zwak of uitgeselecteerd zijn in de dagelijkse praktijk gedood door de veehouder in de stal, waarbij nadrukkelijk niet wordt gevraagd naar de relevante (wettelijke) voorschriften, maar naar de dagelijkse praktijk in stallen?
219 Hoe worden vleesvarkens die ziek, zwak of uitgeselecteerd zijn in de dagelijkse praktijk gedood door de veehouder in de stal, waarbij nadrukkelijk niet wordt gevraagd naar de relevante (wettelijke) voorschriften, maar naar de dagelijkse praktijk in stallen?
220 Hoe worden eenden die ziek, zwak of uitgeselecteerd zijn in de dagelijkse praktijk gedood door de veehouder in de stal, waarbij nadrukkelijk niet wordt gevraagd naar de relevante (wettelijke) voorschriften, maar naar de dagelijkse praktijk in stallen?
221 Kunt u bevestigen dat volgens KWIN 2018–2019 (Kwantitatieve Informatie Veehouderij) de uitval voor spenen bij konijnen 9% is en de uitval na spenen nog eens 8% en hoeveel konijnen zijn dit?
222 Waarom beschikt u niet over de sterftecijfers in de konijnenhouderij als de sector zelf wel over deze cijfers beschikt: interesseren deze cijfers u niet?
223 Kunt u bevestigen dat volgens KWIN 2018–2019 de uitval bij de opfok van vleeskuikenouderdieren 11% is? Zo nee, om welke aantallen gaat het dan? Zo ja, hoeveel dieren zijn dit?
224 Kunt u bevestigen dat volgens KWIN 2018–2019 de uitval bij de vleeskuikenouderdieren die worden gehouden voor de broedeierenproductie tussen 22 en 61 weken bij hennen 5 tot 15% is en bij hanen 30 tot 45%? Zo nee, om welke aantallen gaat het dan? Zo ja, hoeveel dieren zijn dit?
225 Kunt u bevestigen dat volgens KWIN 2018–2019 de uitval onder vleeskuikens in 2016 3,6% was en gaat dit uitsluitend om de vleeskuikens die worden gehouden in de hoogste bezetting?
226 Welke positie krijgt dierenwelzijn in de transitie naar kringlooplandbouw?
227 Kunt u over de afgelopen vijf jaar per jaar aangeven hoeveel stalbranden hebben plaatsgevonden en daarbij tevens specificeren hoeveel dieren per soort zijn omgekomen?
228 Met welke maatregelen komt het kabinet om de plaagdieroverlast tegen te gaan en valt hier ook de bestrijding van knaagdieren onder?
229 Wanneer komt het voorstel voor extra ruimte voor ondernemers tot plaagdierbestrijding?
230 Wat doet het «team reststromen», met hoeveel fte doen zij dit, hoeveel contacten met ondernemers zijn er en wat is de concrete doelstelling van het team?
231 Hoeveel geld wordt er uitgegeven aan het tegengaan van voedselverspilling en hoe is dat uitgesplitst?
232 Behoort «verbetering van de staat van instandhouding van soorten en habitats» ook tot de «meervoudige regionale opgaven» en waar op de begroting staan de bedragen om soorten en leefgebieden er bovenop te helpen?
233 Kunt u aangeven wanneer duidelijk is wat de implicaties zijn van het mislukte ICT-project bij de NVWA?
234 Welke overige stakeholders zullen betrokken worden bij het Nationaal Strategisch Plan voor de herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB)?
235 Welk percentage van de Europese landbouwgelden gaat momenteel naar biologische landbouw en welk percentage gaat naar de reguliere landbouw?
236 Gaat u voor de herziening van het GLB inzetten op een verschuiving van deze percentages, ten behoeve van de doelstelling van de transitie naar een «duurzame landbouw met aandacht voor biodiversiteit»?
237 Wat doet u om te garanderen dat het realiseren van een gelijk speelveld in het kader van handelsakkoorden niet zorgt voor een «race to the bottom» wat betreft de duurzaamheidsdoelstellingen van Nederland en Europa?
238 Wat zijn de gevolgen voor boeren van dergelijke handelsverdragen?
239 Wat wordt verstaan onder «gelijk speelveld» als inzet bij handelsakkoorden en klopt het dat gelijk speelveld niet over de productiewijze gaat maar over het eindproduct?
240 Wat behelst het innovatieprogramma 2020 voor de visserij en hoeveel budget is hiervoor gereserveerd?
241 Zijn er reeds resultaten bekend van het onderzoek van uw kabinet om te kijken in welke mate GLB-subsidies kunnen worden ingezet om de overgang naar ecologische bedrijfsvoering te bespoedigen?
242 Welk deel van de GLB-subsidies kan voor het versnellen van de overgang naar ecologische landbouw worden ingezet?
243 Waarom staat de agenda vitaal platteland nog niet op de begroting?
244 Is er al een doel voor de regeerakkoordmiddelen voor Warme sanering (restant envelop)?
245 Bij welke afdelingen binnen de NVWA komen deze fte’s beschikbaar?
246 Kunt u een toelichting geven op het «Netherlands Food Partnership» en daarbij in ieder geval ingaan op wat de functie is, welke maatregelen er genomen worden, wat de concrete doelstellingen zijn, welke kosten hieraan zijn verbonden en wat het kabinet verstaat onder gezond voedsel?
247 Welke middelen worden gekoppeld aan internationaal verantwoord ondernemen?
248 Waarom staan de regeerakoordmiddelen uit envelop F29 Warme sanering nog niet op de LNV-begroting?
249 Welke regels moeten aangepast worden om kunstmestvervanging vorm te geven?
250 Vallen monitoring van biodiversiteit en landschapselementen ook onder de «prestatiemetingen» die voor 2020 zijn begroot op € 25 miljoen en kan de succesvolle pilot van het Boeren Insecten Meetnet Agrarische Soorten (BIMAG) hiermee uitgebreid worden naar meer meetpunten en soortgroepen?
251 Hoeveel geld wordt er geïnvesteerd in kennis en innovatie specifiek voor de biologische sector?
252 Kunt u toelichten om welke redenen de uitgaven aan de regeling sanering varkenshouderij ook verspreid worden over de jaren 2021, 2022 en 2023 en 2024, en kunt u per jaar aangeven waaraan deze middelen worden besteed?
253 Kunt u aangeven of er met de mutatie ten aanzien van «NVWA reistijd is werktijd» na 2021 een oplossing is, of zijn er dan mogelijk ook nog middelen nodig om deze achterblijvende kostenbesparing te compenseren?
254 Kunt u toelichten hoe de middelen voor de Nationale Parken besteed gaan worden?
255 Kunnen Nationale Parken zelf een beroep doen op de post voor Nationale Parken of is dit bedoeld voor het Nationale Parken Bureau?
256 Hoe verhoudt zich het bedrag voor Nationale Parken (€ 2 miljoen, p. 17) tot de enorme opgave voor natuurherstel, de bedragen voor betrokkenheid van de samenleving en marketing (p.51) en de € 1 miljoen voor communicatie en marketing waarmee de «de waarde van het park» benut kan worden en waarom loopt het bedrag na drie jaar af?
257 Kunt u toelichten waaraan de post «ICT-middelen herinrichting» wordt besteed en of deze middelen worden besteed aan de NVWA?
258 Wat zijn de verwachte gevolgen qua CO2-equivalenten van de aanvullende middelen voor de sanering van de varkenshouderij in het kader van de Urgenda-uitspraak?
259 Zowel de NVWA als RVO hebben taken die toezien op het mestbeleid, hoe zijn deze taken verdeeld?
260 Vindt u het effectief om zowel de NVWA als RVO een rol te laten spelen in het toezicht op het mestbeleid? Zo ja, waarom?
261 Waarom zijn exotische huisdieren vrijgesteld van de Identificatie en registratie (I&R)-plicht, terwijl het bewezen is dat een aantal van de gehouden diersoorten besmettelijke ziektes kunnen verspreiden?
262 Hoeveel exotische huisdieren, die mogelijk besmettelijke ziektes kunnen overdragen, worden er momenteel in Nederland gehouden?
263 Waarom kan de besparing op de regeling «reistijd is werktijd» niet op de beoogde manier worden behaald en wat zijn de gevolgen voor de regeling zelf en budgettair?
264 Wat zijn de verwachte gevolgen voor de bouw van nieuwe mestverwerkers (in aantallen, in relatie tot het huidige aantal) in het kader van het Klimaatakkoord en in welke regio’s voorziet u dat deze zullen komen?
265 Hoe gaat u ervoor zorgen dat innovatieve technieken en methoden met betrekking tot brongerichte emissiereducerende maatregelen sneller erkenning krijgen en in de praktijk op grote schaal toegepast kunnen worden, en niet verzanden in bureaucratische procedures?
266 Welke concrete maatregelen en innovaties worden, in de subsidieregeling die wordt uitgewerkt in het kader van brongerichte maatregelen binnen het Klimaatakkoord, bedoeld met «aanpassing van bestaande stalsystemen en de ontwikkeling van nieuwe stalsystemen»?
267 Wordt, in de subsidieregeling die wordt uitgewerkt in het kader van brongerichte maatregelen binnen het Klimaatakkoord, rekening gehouden met de bevindingen dat boeren zich mogelijk niet houden aan de voorschriften voor luchtwassers?
268 Wordt er in de begroting geld gereserveerd om gesjoemel met luchtwassers tegen te gaan? Zo ja, hoeveel?
269 Op welke manier worden de middelen ingezet voor het ontwikkelen en stimuleren van innovaties en investeringen in emissiearme stalsystemen?
270 Hoeveel extra fte's komen er bij de NVWA ter versterking van het toezicht en handhaving op het gebied van dierenwelzijn?
271 Hoeveel ondernemers kloppen bij het Ministerie van LNV aan voor hulp en/of subsidie bij hun innovatieve stalsysteem en wat doet het kabinet, naast de subsidieregeling, om innovatieve stalsystemen te ondersteunen en de barrières die worden ervaren weg te nemen?
272 Hoe verhouden de bedragen voor het tegengaan van voedselverspilling zich tot de bedragen uitgegeven aan efficiënter maken van reststromen en biomassa?
273 Waar wordt het geld voor voedselverspilling precies aan uitgegeven?
274 Kunt u aangeven welke acties worden ondernomen om met een programma te komen voor bodemkoolstof?
275 Hoeveel kost het (gemiddeld) om een hectare bos te planten?
276 Waar wordt de € 6 miljoen voor bomen, bos en natuur precies aan uitgegeven en hoe is dit uitgesplitst?
277 Welke organisaties kunnen aanspraak maken en beroep doen op het budget beschikbaar voor het ondersteunen van Nationale Parken?
278 Kunt u toelichten wat natuur-, cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten inhouden bij uw beleid gericht op Nationale Parken en hoe u deze waarden weegt bij het toekennen van deze middelen?
279 Hoe worden de extra gelden van € 2 miljoen over 2020 voor het versterken van de Nationale Parken verdeeld?
280 Op basis van welke criteria wordt het budget van € 6 miljoen dat beschikbaar is gesteld om de kwaliteit van de Nationale Parken te verhogen verdeeld over de Nationale Parken?
281 In hoeverre draagt «educatie van bezoekers en toeristen» bij aan de cultuurhistorische waarde van een nationaal park?
282 Waar was het geld voor het NatuurOffensieF bedoeld en waarom is het niet uitgegeven?
283 Kunt u in het onderdeel van de niet-juridisch verplichte uitgaven op natuur, biodiversiteit en gebiedsgericht werken aangeven welke nieuwe projecten er op het gebied van internationale samenwerking in 2020 bijkomen?
284 Vanuit welke landen heeft Nederland welke hoeveelheden soja geïmporteerd in 2018?
285 Hoeveel soja heeft Nederland in 2018 geïmporteerd voor eigen gebruik en welk aandeel daarvan was bestemd voor veevoer?
286 Van welk aandeel van de geïmporteerde soja voor eigen gebruik kan worden gegarandeerd dat er geen ontbossing voor heeft plaats gevonden en kunt u dit opsplitsen naar gebied?
287 Kan van de geïmporteerde soja voor eigen gebruik in 2018 worden uitgesplitst welke verschillende type certificeringen van toepassing zijn en met welk aandeel?
288 Heeft Nederland een concrete ambitie om de import van soja te verminderen? Zo ja, welke doelstellingen zijn hiervoor geformuleerd?
289 Op welke manier stimuleert u de kennisontwikkeling en -doorwerking van innovatie en nieuwe technologieën?
290 Kunt u inzichtelijk maken hoe de indicator voedselverspilling gerelateerd is aan de inzet van beleid?
291 Hoeveel procent van de in Nederland geproduceerde dierlijke producten wordt geëxporteerd naar het buitenland uitgesplitst naar product?
292 Kunt u inzichtelijk maken hoe de indicator voedselverspilling gerelateerd is aan de inzet van het beleid?
293 Wat is de definitie van «duurzame investeringen»?
294 Wat verklaart het verschil tussen 2014 (28%) en de raming 2020 (15%) in de verhouding duurzame/totale investeringen?
295 Hoeveel budget is gereserveerd voor het behalen van de doelstellingen van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid 2020?
296 Wat heeft Nederland het afgelopen jaar gedaan om de doelen van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid 2020 te halen?
297 Bent u voornemens om geur-grenswaardes te stellen, waar een veehouder zich permanent aan moet houden, om stankoverlast voor omwonenden te voorkomen?
298 Kunt u inzichtelijk maken welke doelstellingen worden nagestreefd voor wat betreft de duurzame veehouderij? Welke reducties beoogt u op welke termijn?
299 Is er binnen het GKN ook ruimte om, bijvoorbeeld in een meerjarige pilot, behalve bedrijfsadviseurs, boeren en tuinders aan te sluiten bij de «kracht van groene vrijwilligers», met de tellers, vertellers, herstellers en hun organisaties?
300 Is er binnen de post kennisontwikkeling en innovatie (€ 106 miljoen) ook ruimte voor verdere uitbreiding van monitoring van biodiversiteit op het platteland, voor oorzaak/gevolg-studies naar insectensterfte en klimaatverandering en voor ingreep/effect-onderzoek naar biodiversiteitsherstelprojecten?
301 Hoe wordt kennisontwikkeling en innovatie (post «Opdrachten») besteed?
302 Is de opdracht kennisontwikkeling en innovatie voornamelijk voor Wageningen University and Research (WUR) of zijn er open inschrijvingen, welke criteria worden er meegegeven en ligt de nadruk op productie of transitie?
303 Kunt u een overzicht geven van alle middelen die ingezet worden voor de sociaaleconomische positie van boeren, gecombineerd met een overzicht van de bijbehorende beleidsdoelstelling, de doeltreffendheid en de doelmatigheid die wordt nagestreefd?
304 Kunt u een overzicht geven van alle middelen die ingezet worden voor duurzame veehouderij, gecombineerd met een overzicht van de bijbehorende beleidsdoelstelling, de doeltreffendheid en de doelmatigheid die wordt nagestreefd?
305 Kunt u een overzicht geven van alle middelen die ingezet worden voor glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen, gecombineerd met een overzicht van de bijbehorende beleidsdoelstelling, de doeltreffendheid en de doelmatigheid die wordt nagestreefd?
306 Kunt u een overzicht geven van alle middelen die ingezet worden voor duurzame visserij, gecombineerd met een overzicht van de bijbehorende beleidsdoelstelling, de doeltreffendheid en de doelmatigheid die wordt nagestreefd?
307 Kunt u een overzicht geven van alle middelen die ingezet worden voor mestbeleid, gecombineerd met een overzicht van de bijbehorende beleidsdoelstelling, de doeltreffendheid en de doelmatigheid die wordt nagestreefd?
308 Kunt u een overzicht geven van alle middelen die ingezet worden voor diergezondheid en dierenwelzijn, gecombineerd met een overzicht van de bijbehorende beleidsdoelstelling, de doeltreffendheid en de doelmatigheid die wordt nagestreefd?
309 Kunt u een overzicht geven van alle middelen die ingezet worden voor voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking, gecombineerd met een overzicht van de bijbehorende beleidsdoelstelling, de doeltreffendheid en de doelmatigheid die wordt nagestreefd?
310 Heeft het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) ruimte om extern expertise in te huren en de gevolgen van toelatingen te monitoren door middel van meerjarig veldonderzoek?
311 Welk deel van de ambitie van het verduurzamen van de veehouderij moet gerealiseerd worden met de warme sanering?
312 Kunt u uitleggen waarom een stoppersregeling het beste instrument is om een deel van de doelstellingen voor duurzame veehouderij te realiseren?
313 Hoe wordt het effect op de economische positie van boeren van de subsidie sociaal economische positie boeren gemonitord?
314 Op basis van welke criteria kunnen varkenshouderijen in aanmerking komen voor de subsidies voor bedrijfsbeëindiging en wordt hierbij ook gekeken naar dieraantallen en de nabijheid van omwonenden?
315 Is er (behalve geld voor onderzoek van de WUR naar plantaardige eiwitten) budget gereserveerd voor de transitie naar de productie van meer plantaardige eiwitten?
316 Waarom is de subsidie voor toegepast onderzoek volledig toegekend aan Wageningen Research, en niet aan andere onderzoeksinstituten?
317 Hoe verhoudt zich het budget voor kennisontwikkeling ten behoeve van N2000 (€ 1,3 miljoen) zich tot de forse opgave die na het PAS-arrest weer extra onder de aandacht is gekomen en is er ruimte om dit kennisprogramma vanuit de transitie van de landbouw te versterken?
318 Kunt u een stand van zaken geven van het opzetten van de agri-nutrimonitor?
319 In welke indicatoren gaat de agri-nutrimonitor inzicht bieden?
320 Waarom wordt voor de implementatie van het nieuwe Europese fytosanitaire stelsel in 2020 de NVWA niet genoemd bij de keuringsinstellingen?
321 Is er extra geld gereserveerd voor de aanvullende taken die de NVWA toebedeeld krijgt in het kader van de nieuwe Plantgezondheidsverordening?
322 Kunt u aangeven welke mogelijkheden u ziet om het Nationaal Actieprogramma Groente en Fruit en Dutch Cuisine blijvend te ondersteunen?
323 Kunt u een overzicht geven van de gebieden waarbinnen niet wordt voldaan aan de uit de Nitraatrichtlijn en de Kaderrichtlijn Water voortvloeiende normwaarden ten aanzien van stikstof?
324 Zijn voor alle 34 binnen de bestuursovereenkomst voor het zesde actieprogramma Nitraatrichtlijn gespecificeerde grondwaterbeschermingsgebieden nu afgeronde maatwerkplannen beschikbaar? Zo nee, kan een overzicht gegeven worden voor welke gebieden wel/niet?
325 Is de deadline van 30 juni 2019 binnen de bestuursovereenkomst voor een besluit over of de uitgewerkte aanpak voor het actieprogramma Nitraatrichtlijn voldoende perspectief biedt gehaald? Zo ja, wat was de uitkomst hiervan?
326 Wie stelt de opdrachten voor kennis en innovatie op het gebied van voedselbeleid (€ 10,8 miljoen) voor de kennisinstituten samen, welke concrete doelen worden er gesteld en zijn alle onderzoeken na presentatie openbaar?
327 Hoeveel geld wordt er per beleidsdoel in het kader van dierenwelzijn uitgegeven?
328 Welke middelen worden gebruikt bij de bepaling voor een zo effectief en doelmatig mogelijke inzet van internationale agrarische samenwerking?
329 Op welke manier en door wie wordt bepaald waar een agentschap, zoals de Rijksrederij, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en de NVWA, advies over uitbrengt en onderzoek naar doet?
330 Wordt de opzet van onderzoeken van agentschappen nog gevalideerd op wetenschappelijke correctheid alvorens het onderzoek wordt gestart en worden de uitkomsten van een onderzoek door een externe partij gevalideerd (middels een peer review) alvorens de uitkomsten van een onderzoek op basis van metingen of bevindingen door één partij als waarheid worden bevonden?
331 Is onderzoek en advies dat is uitgevoerd en uitgebracht door de agentschappen (Rijksrederij, RIVM, NVWA), en dus indirect gefinancierd met gemeenschapsgeld, in zijn geheel openbaar voor derden?
332 Hoe verantwoorden de verschillende agentschappen zich over het beschikbare budget aan het Ministerie van LNV en is hier vooraf controle op of alleen achteraf en waarom?
333 Kunt u een overzicht geven van de investeringen die er in 2020 naar proefdiervrije innovatie gaan, van zowel de begroting van uw ministerie als vanuit andere departementale begrotingen?
334 In hoeveel en in welke onderzoeksprogramma’s die financiering krijgen, worden proefdieren gebruikt?
335 Welk percentage van het onderzoeksbudget gaat naar de stimulering van proefdiervrij onderzoek?
336 Welk percentage van het onderzoeksbudget gaat naar onderzoek waarin dierproeven worden gebruikt?
337 Welke stappen heeft Nederland in 2019 in Europees verband gezet om proefdiervrij onderzoek te stimuleren?
338 Welke kansen heeft Nederland in 2020 om in Europa proefdiervrije innovatie te agenderen?
339 Maakt u gebruik van wiskundige modellen om de inzet van middelen voor internationale agrarische samenwerking in andere landen zo effectief en doelmatig mogelijk te laten zijn?
340 Hoe is de samenwerking met Wageningen Research voor kennisbasisonderzoek tot stand gekomen?
341 Komen andere onderzoeksinstituten dan Wageningen Research in aanmerking voor dezelfde financiële steun?
342 In welke mate wordt het strategisch plan samen met de landbouwsector opgesteld?
343 Hoeveel budget is gereserveerd voor het de toezicht en handhaving op het welzijn van gezelschapsdieren?
344 Is er budget vrijgemaakt voor het toezicht op en handhaving van een gezonde fokkerij van rashonden en katten?
345 Op welke wijze worden de extra middelen voor het vergroten van de capaciteit van de NVWA ingezet en in welke mate is dit bestemd voor personele uitbreiding op het gebied van handhaving en inspectie bij veehouderijbedrijven?
346 Hoeveel geld wordt in de begroting gereserveerd voor de bestrijding van de handel in exotische soorten?
347 In hoeverre hebben toeristische bezoekers in het verleden en heden een bijdrage geleverd aan de duurzame onderhoudscapaciteit van Nationale Parken?
348 Kunt u een toelichting geven, uitgesplitst per aanbeveling, hoe u wilt omgaan met de aanbevelingen uit het Rli-rapport «Waardevol toerisme» van 12 september jl. in het kader van Nationale Parken?
349 Kunt u duidelijk maken waarom de indicator «percentage niet bedreigde soorten» gehandhaafd blijft in de begroting en hoe deze indicator op het beleid past?
350 Wat is het totaal bedrag dat alle bevoegde rijksinstanties hebben besteed aan de implementatie van het Europese exotenbeleid sinds 2015?
351 Welke specifieke acties hebben alle bevoegde rijksinstanties genomen om het Europese exotenbeleid te implementeren?
352 Welk bedrag is door u begroot voor 2020 voor de implementatie van het Europese exotenbeleid?
353 Kunt u aangeven of en op welke wijze u de provincies ondersteunt in hun beheermaatregelen?
354 Waarom heeft u de keuze voor het percentage van «niet bedreigde soorten» als indicator genomen in plaats van het percentage van bedreigde soorten?
355 Kunt u duidelijk maken waarom de indicator «percentage niet bedreigde soorten» gehandhaafd blijft in de begroting en hoe deze indicator in het beleid past?
356 Wat wordt er gemeten bij de indicatoren «Fauna in natuurgebieden op land» en «Fauna in agrarisch gebied»; gaat het hier om de diversiteit in soorten, het aantal aanwezige dieren of het leefgebied dat ze tot hun beschikking hebben?
357 Hoe verhouden de indicatoren «Fauna in natuurgebieden op land» en «Fauna in agrarisch gebied» zich tot beleidsdoelstellingen en kunt u aangeven welke concrete beleidsinitiatieven ontwikkeld worden om voortgang op deze doelstellingen te bewerkstelligen?
358 Worden uitheemse (invasieve) soorten meegenomen in de telling van fauna in natuurgebieden?
359 Hoeveel procent van de biodiversiteit (Mass Species Abundance) is nog over in Nederland?
360 Hoe staat de biodiversiteit in Nederland ervoor ten opzichte van andere EU-landen?
361 Hoe ontwikkelen de insectenstand en de vogelstand zich sinds 1990 en kunt u hierbij tevens de percentages van «niet bedreigde soorten» aangeven, zoals voor de volledige faunastand reeds is gedaan?
362 Wat wordt er gemeten bij de indicatoren «Fauna in natuurgebieden op land» en «Fauna in agrarisch gebied»; gaat het hierbij om de diversiteit in soorten, het aantal aanwezige dieren of het leefgebied dat ze tot hun beschikking hebben?
363 Hoe verhoudt de regionale veenweidestrategie zich tot het veenplan uit de motie van de leden Kröger en Schonis (Kamerstuk 35 141, nr. 15)?
364 Waar wordt de € 79 miljoen in de komende twee jaar voor veen vanuit het klimaatakkoord precies aan uitgegeven?
365 Hoeveel budget is beschikbaar voor het herstel van landschapselementen en op welke manier wordt dit ingezet?
366 Hoeveel geld is gereserveerd voor het voorkomen van het uitsterven van soorten in Nederland?
367 Hoeveel geld is gereserveerd voor het behouden van het aantal soorten in Nederland?
368 Wanneer worden de bestedingsplannen voor het veenweidegebied gepresenteerd en wanneer komt er budget vrij voor de aanpak van veenweidegebied?
369 Welke middelen komen ten goede aan de uitvoering van de Nederlandse bijdrage aan internationale actieplannen onder de Convention for the Conservation of Migratory Species (CMS of Bonn Conventie), zoals bijvoorbeeld herstel van het leefgebied van zomertortel (ihkv International Single Species Action Plan for the Conservation of the European Turtle-dove) of van andere terrestrische trekvogelsoorten (ihkv African-Eurasian Migratory Landbird Action Plan)?
370 Wat bedoelt u met «Het Rijk heeft met de decentralisatie van het natuurbeleid naar de provincies een beperkte rol bij natuur en biodiversiteit op land»?
371 Hoeveel geld is gereserveerd voor behoud en bevordering van de mariene biodiversiteit in de Noordzee?
372 Hoeveel geld is gereserveerd voor het afmaken van het Natuurnetwerk Nederland?
373 Is de bijdrage van LNV aan de nationale databank flora en fauna toereikend om deze voorziening overeind te houden, te ontsluiten voor publiek en professionele gebruikers, verder te ontwikkelen zodat ook andere publiek gefinancierde instellingen (Naturalis, Rijkswaterstaat, Alterra, Imares, Deltares, het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee, Nederlands Instituut voor Ecologie, universiteiten) hun natuurdata via deze voorziening beschikbaar stellen tot groot algemeen nut?
374 Hoeveel dragen de andere partijen bij (LNV draagt € 1,7 miljoen bij) aan het «natuurlijk kapitaal»?
375 Hoeveel dragen de andere partijen bij (LNV draagt € 1,8 miljoen bij) aan het «natuurcombinaties»?
376 Is € 1,2 miljoen voldoende om onze Natura 2000-verplichtingen na te komen en soorten en habitats in gunstige staat van in stand houding te brengen? Zo ja, wanneer verwacht de Minister dat dat zover is? Zo nee, welk bedrag verwacht de Minister dat daarvoor nodig is?
377 Kunt u een indicator opnemen in de begroting die laat zien hoe de uitgaven op artikel 12 zich verhouden tot de uitgaven op artikel 11?
378 Wordt het verdrag van Florence ook meegenomen in de internationale natuurdoelen en -rapportages? Zo nee, waarom niet?
379 Waar is het bedrag van € 1,2 miljoen op gebaseerd, die dient voor het ontwikkelen van een nieuwe stikstofaanpak, en zijn hier ook de te verwachten kosten in opgenomen die (gezien de omvang van de problematiek) nodig zullen zijn om de depositie significant te verlagen?
380 Wat is de precieze inzet als het gaat om het meten van stikstofdepositie?
381 Gaat u ervoor zorgen dat externe partijen inzicht kunnen krijgen in alle data en berekeningsmethoden van het rekeninstrument AERIUS?
382 Hoe stuurt het Deltaplan Biodiversiteit op het daadwerkelijke herstel van fauna in natuurgebieden en agrarisch gebied en op welke termijn worden deze doelen bereikt?
383 Dekt het bedrag voor Caribisch Nederland de uitvoering van het gehele Natuurbeleidsplan voor 2020?
384 Hoort de Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora (CITES) tot de lijst van verdragen en afspraken over biodiversiteit?
385 Wat was de verplichte contributie van Nederland aan CITES in 2019 en verandert dit bedrag in 2020?
386 Is Nederland van plan om, naast de verplichte contributie van Nederland aan CITES, een extra bijdrage te doen voor bijzondere opdrachten aan het CITES secretariaat, zoals de implementatie van beslissing 18.BB in CoP18 Com. II. 9?
387 Hoeveel meer of minder geld wordt aan de regeling In Beslag genomen Goederen (IBG) besteed in 2020 ten opzichte van 2019?
388 Welke doelen uit het internationale biodiversiteitsverdrag (Aichi-doelen) worden wel en niet gehaald en waarop baseert u dat?
389 Is het budget voor Caraïbisch Nederland bedoeld voor het opstellen van het plan of is er ook geld voor implementatie ervan, en gaat dat alleen om herstel van koraal of ook over haaien en de endemische leguaan Iguana delicatissima?
390 In hoeverre is het bedrag van € 27,3 miljoen toereikend voor de exploitatie en waarom verkoopt Staatsbosbeheer gronden om elders voldoende natuurkwaliteit te kunnen realiseren?
391 Waar zijn de budgetten om de resterende 4% (17% is onze verplichting en we doen 13%) van ons landoppervlak als natuur te verwerven, in te richten en te beheren?
392 Hoeveel capaciteit wordt binnen de NVWA besteed aan de handhaving van CITES?
393 Hoeveel capaciteit wordt binnen de RVO besteed aan de handhaving van CITES?
394 Op welke manier worden de uitkomsten en het nakomen van de afspraken van de Regio Deals gemonitord?
395 Worden de (tussentijdse) uitkomsten/resultaten van de Regio Deals gedeeld met de Kamer?
396 Zitten er deadlines aan het behalen van de doelen uit de Regio Deals?
397 Wat zijn de consequenties als de Regio Deals niet tot de gewenste resultaten leiden (bijvoorbeeld op het gebied van de transitie naar kringlooplandbouw of het stimuleren van de biodiversiteit)?
398 Waarom kiest u ervoor om de tweede tranche Regio Deals beschikbaar te stellen aan de regio’s als decentralisatie-uitkeringen en niet als specifieke uitkeringen, zoals u voornemens bent voor de derde tranche?
399 Hoe waarborgt u dat u de voortgang van de Regio Deals kan monitoren, wanneer de middelen zijn uitgekeerd als een decentralisatie-uitkering, waarbij dus sprake is van beleids- en bestedingsvrijheid voor de regio?
400 Hoe kan de Kamer controle uitoefenen op de voortgang van de Regio Deals, wanneer de middelen zijn uitgekeerd als een decentralisatie-uitkering, waarbij dus sprake is van beleids- en bestedingsvrijheid voor de regio?
401 Hoe bent u van plan vast te stellen in hoeverre de voorwaarden die u heeft gesteld aan de Regio Deals in de eerste en tweede tranche worden nageleefd?
402 Wat zijn de gevolgen van het beschikbaar stellen van de middelen uit de Regio Envelop voor de derde tranche middels een specifieke uitkering in plaats van een decentralisatie-uitkering?
403 Op welke punten wordt gewerkt aan een wetswijziging in het kader van de beschikbare instrumenten voor regiomiddelen en wanneer kan de Kamer deze wetswijziging tegemoet zien?
404 Welke financiële consequenties heeft de stopzetting van INSPECT voor de begroting van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit in 2020?
405 Hoe gaat u tegenvallers zoals het niet behalen van de doelen uit NVWA 2020 dekken uit de begroting voor 2020?
406 Wat betekent de verwachte bezuiniging op de NVWA vanaf 2020 voor de opbouw van de noodzakelijke capaciteit?
407 Hoeveel van de gerapporteerde gevallen van besmetting door exotische huisdieren tussen 2013 en 2016 waren gemeld of gesignaleerd door de eigenaren van de dieren?
408 Hoeveel budget is er voor het doden van wilde zwijnen in het kader van de bestrijding van de Afrikaanse Varkenspest?
409 Hoeveel wilde zwijnen zijn het afgelopen jaar gedood in het kader van de bestrijding van de Afrikaanse Varkenspest?
410 Hoeveel budget is er voor de preventie van de verspreiding van de Afrikaanse Varkenspest via bijvoorbeeld verontreinigde materialen van jagers, veetransportwagens, of vleesproducten van besmette wilde zwijnen?
411 Kunt u aangeven uit welke post de middelen voor de bijdrage hogere Cloud-kosten voor de NVWA worden gefinancierd?
412 Wat is de huidige stand van zaken omtrent de motie van de leden Sienot en De Groot (Kamerstuk 34 526, nr. 20)?
413 Wat is de huidige stand van zaken omtrent de motie van de leden Sienot en De Groot (Kamerstuk 34 526, nr. 19)?
414 Wat is de stand van zaken omtrent de motie van de leden Bromet en De Groot (Kamerstuk 35 000-XIV, nr. 30) over de melkveehouders op Schiermonnikoog?
415 Wat is de stand van zaken omtrent het toevoegen van dierenwelzijn aan het Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO)-convenant Voedingsmiddelen?
416 Op welke wijze heeft u zich de afgelopen tijd verzet tegen de koppeling van resultaatindicatoren in het GLB aan beleidsinterventies buitenom het GLB, zoals genoemd in de motie van het lid Bisschop (Kamerstuk 21 501–32, nr. 1156)?
417 Welke concrete acties heeft u genomen om, bij voorkeur in samenwerking met Europese partners, uw invloed aan te wenden om tijdens de CITES-conferentie CoP18 in Genève te bewerkstellingen dat bedreigde soorten beter worden beschermd en te bevorderen dat maatregelen worden genomen tegen landen die de op hen rustende beschermingsverplichtingen onvoldoende nakomen?
418 Kunt u toelichten hoe u uitvoering geeft aan de motie van de leden Dik-Faber en Von Martels (Kamerstuk 27 858, nr. 466) en of u daarover in contact bent met de agrarische sector?
419 Hoeveel geld wordt in de begroting gereserveerd voor de implementatie van het Haaienactieplan?
420 Kunt u toelichten wat de uitkomsten zijn van het onderzoek Ondersteuning projecten biologische sector, met name via Bionext?
421 Kunt u de Kamer informeren over de stand van zaken rond de biologische sector als resultaat van de invoering van het fosfaatrechtenstelsel?
422 Hoeveel biologische boeren zijn inmiddels failliet gegaan mede als resultaat van de invoering van het fosfaatrechtenstelsel en van hoeveel boeren wordt verwacht dat zij op korte termijn failliet gaan?
423 Wat is de status van de biologische mestmarkt en wat zijn de gevolgen van het fosfaatrechtenstelsel voor de biologische akkerbouw?
424 Op welke manier wordt bepaald welk onderzoek wanneer wordt gestart en afgerond en hoe is dit bijvoorbeeld gegaan bij het onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid bij het Ctgb en de plantaardige en biologische keuringsdiensten?
425 Wat is het effect van de verhoging van het lage btw-tarief van 6% naar 9% op de consumptie van groente en fruit, uitgesplitst naar huishoudens met een hoge en een lage sociaaleconomische status?
426 Welke concrete maatregelen neemt u om de consumptie van groente en fruit te stimuleren?
427 Welke mogelijkheden ziet u om het EU-schoolfruitprogramma structureel te maken, zodat dit een grotere bijdrage zal leveren aan het stimuleren van de consumptie van groenten en fruit op scholen?
428 Wat is er nodig om vanuit het EU-schoolfruitprogramma iedere dag groente en fruit te verstrekken aan scholen voor een periode van 41 weken in plaats van de huidige 20 weken?
429 Welke mogelijkheden ziet u om de EU-schoolmelkregeling mee te laten gaan in de transitie naar meer plantaardige eiwitten en daarmee ook plantaardige melk-alternatieven aan te bieden?
430 Kunt u nader toelichten op welke wijze u gaat samenwerken met stakeholders om de consumptie van groente en fruit gemakkelijker en aantrekkelijker te maken?
431 Bent u bereid om een eenduidige, jaarlijkse monitor van de inname van groente en fruit op te zetten in aanvulling op de VCP die niet jaarlijks wordt afgenomen? Zo nee, waarom niet?
432 Op welke manier wordt het geld dat door de EU beschikbaar is gesteld voor schoolfruit en -groente en schoolmelk besteed?
433 Hoeveel vissen, uitgesplitst per soort, bevinden zich in aquacultuur in Nederland?
434 Hoeveel geld is gereserveerd voor de handhaving van de aanlandplicht?