Motie van het lid Wiersma c.s. over een verscherpte aanpak van het verbod op gezichtsbedekkende kleding
Instelling van een gedeeltelijk verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding in het onderwijs, het openbaar vervoer, overheidsgebouwen en de zorg (Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding)
Motie
Nummer: 2019D37598, datum: 2019-09-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-34349-19).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.D. Wiersma, Tweede Kamerlid (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: C. Stoffer, Tweede Kamerlid (SGP)
- Mede ondertekenaar: H. van der Molen, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: S.J.F. van der Graaf, Tweede Kamerlid (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 34349 -19 Instelling van een gedeeltelijk verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding in het onderwijs, het openbaar vervoer, overheidsgebouwen en de zorg (Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding).
Onderdeel van zaak 2019Z18089:
- Indiener: A.D. Wiersma, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: H. van der Molen, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: C. Stoffer, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S.J.F. van der Graaf, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2019-09-26 10:16: Debat over de handhaving van de Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding (Plenair debat (debat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
34 349 Instelling van een gedeeltelijk verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding in het onderwijs, het openbaar vervoer, overheidsgebouwen en de zorg (Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding)
Nr. 19 MOTIE VAN HET LID WIERSMA C.S.
Voorgesteld 26 september 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de invoering van het gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding met veel onduidelijkheid gepaard gaat terwijl de wet glashelder is;
overwegende dat medewerkers in met name het openbaar vervoer zich bij de handhaving van de wet niet gesteund voelen, doordat eenduidige afspraken ontbreken over het aanspreken van mensen op de overtreding van het verbod;
verzoekt de regering, met de uitvoerende sectoren uit te werken hoe binnen de al bestaande taken en bevoegdheden, zoals door uitvoerende sectoren zelf vastgelegd in gebruikersovereenkomsten en huisregels, het aanspreken op en handhaven van het verbod op gezichtsbedekkende kleding door alle instellingen waarop het verbod van toepassing is kan worden verzekerd;
verzoekt de regering tevens, de Kamer nog dit kalenderjaar over deze verscherpte aanpak en afspraken te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Wiersma
Van der Molen
Stoffer
Van der Graaf