[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg inzake bekostigingsexperiment aanvullende beroepen geestelijke gezondheidzorg (ggz) en forensische zorg (fz) (Kamerstuk 25424-480)

Geestelijke gezondheidszorg

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2019D38034, datum: 2019-09-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2019D38034).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2019Z13863:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2019D38034 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond er bij de VVD-fractie behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief van 1 juli 2019 inzake het bekostigingsexperiment aanvullende beroepen geestelijke gezondheidszorg (ggz) en forensische zorg (fz) (Kamerstuk 25 424, nr. 480).

De voorzitter van de commissie,
Lodders

De adjunct-griffier van de commissie,
Clemens

Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief «Bekostigingsexperiment aanvullende beroepen geestelijke gezondheidzorg (ggz) en forensische zorg (fz). Deze leden zijn het ermee eens dat het experiment zo snel mogelijk van start moet gaan om de capaciteits- en wachtlijstproblematiek binnen de twee sectoren aan te pakken. Wel roept de brief nog enkele vragen op.

De leden van de VVD-fractie lezen in de brief dat uit een recent door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) gepubliceerd advies voor een nieuwe bekostiging in de ggz en fz blijkt, dat voor een zorgvuldige implementatie van deze nieuwe bekostiging het experiment niet meer nodig wordt geacht. Daarmee vervalt de noodzaak om het experiment ondersteunend te laten zijn aan de ontwikkeling van die nieuwe bekostiging. Genoemde leden willen weten hoe het kan dat het experiment voorheen wel nodig werd geacht om te komen tot nieuwe bekostiging, maar dat er nu anders wordt geconcludeerd.

Het experiment beoogt om de wachtlijsten en capaciteitsproblemen in de ggz en fz terug te dringen. De leden van de VVD-fractie vragen in hoeverre de Staatssecretaris denkt dat dit experiment bijdraagt aan dat doel.

Voor de uitvoerbaarheid van het voorgenomen experiment is het nodig dat zorgaanbieders erin slagen met alle verzekeraars dezelfde afspraken te maken over het al dan niet meedoen aan het experiment en over de beroepen die in het experiment worden betrokken. De leden van de VVD-fractie willen weten in hoeverre zorgverzekeraars en zorgaanbieders hiertoe bereid zijn. Voorziet de Staatssecretaris hierin problemen?