[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Van Eijs over het bericht ‘Ramen in gebouw ministerie springen kapot’

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2019D38331, datum: 2019-10-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20192020-170).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2019Z15773:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

170

Vragen van het lid Van Eijs (D66) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Ramen in gebouw ministerie springen kapot» (ingezonden 16 augustus 2019).

Antwoord van Staatssecretaris Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 1 oktober 2019).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Ramen in gebouw ministerie springen kapot»1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

In hoeverre levert de situatie gevaar op voor de gebruikers van het pand?

Antwoord 2

De situatie levert geen gevaar op voor de gebruikers van het pand. De ruitbreuken betreffen alleen de buitenruiten van de atria aan de noordzijde van het gebouw en niet de binnenruiten van het isolatieglas. Een gespecialiseerd adviesbureau heeft op 31 juli jl. in opdracht van het Rijksvastgoedbedrijf onderzoek gedaan naar de risico’s op letselschade in de huidige situatie en constateerde dat er op basis van de huidige situatie geen aanwijzingen zijn om aan de kwaliteit van de binnenruiten te twijfelen. Om die reden zijn geen voorzieningen aan de binnenzijde noodzakelijk.

Vraag 3

Welke maatregelen zijn en worden er getroffen om deze gevaren zo snel mogelijk te verhelpen?

Antwoord 3

De gebarsten buitenruiten zijn verwijderd. In november worden deze vervangen. Voor de risico’s die samenhangen met de ruitbreuken is uit voorzorg een calamiteitenplan opgesteld om de veiligheid te waarborgen. Centraal daarin staat de afsluiting van de onderdoorgang Rijnstraat 8 bij windkracht 7 of hoger. De uitgang van de Koningstunnel is tijdelijk overkapt. Onderzocht wordt welke tijdelijke en vervolgens permanente maatregelen getroffen kunnen worden om de veiligheidsrisico’s en de hinder die samenhangen met de ruitbreuken verder te voorkomen.

Vraag 4

Wat is het tijdspad voor het onderzoek door het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) naar de oorzaak van het barsten van de glasplaten en kunnen de uitkomsten van dit onderzoek met de Kamer worden gedeeld?

Antwoord 4

Nadat op 24 en 26 juli jl. een derde en een vierde ruit zijn gebarsten bij Rijnstraat 8 heeft het Rijksvastgoedbedrijf op 29 juli jl. een opdracht verstrekt aan een gespecialiseerd adviesbureau. Op 31 juli jl. is door het bureau onderzoek gedaan en op 2 augustus jl. leverde dit bureau een conceptnotitie op. Op grond daarvan heeft het RVB consortium PoortCentraal (verantwoordelijk voor bouw en exploitatie) aangesproken en in gezamenlijkheid met de gemeente Den Haag (verantwoordelijk voor de openbare ruimte) maatregelen getroffen. De definitieve versie van de notitie (20 augustus jl.) is als bijlage bijgesloten 2.

Vraag 5

Is het risico op het huidige verschijnsel voldoende onderkend en ondervangen in de huidige regelgeving? Zo ja, is voldaan aan deze regelgeving? Zo nee, moet de regelgeving niet worden aangepast?

Antwoord 5

Bekend is dat in dit type glas onzuiverheden kunnen zitten die onder invloed van omgevingsfactoren, zoals warmte, tot glasbreuk kunnen leiden. Om te kunnen voldoen aan de geldende NEN-norm moeten deze glasplaten een hittetest hebben ondergaan. Hiervoor zijn de bijbehorende documenten afgegeven. Een dergelijke test is erop gericht glasplaten met onzuiverheden te elimineren. Toch kan het voorkomen dat een enkele glasplaat door deze test komt, ook al bevat het dit soort onzuiverheden. Omdat in het geval van de Rijnstraat relatief veel ruiten zijn gebarsten, wordt nader onderzoek verricht naar mogelijke oorzaken en risico’s. Vanwege dit lopende onderzoek is het nog te vroeg om te concluderen dat regelgeving aangepast moet worden.

Vraag 6

In hoeverre heeft er bij oplevering van het gebouw toezicht plaatsgevonden door of in opdracht van het RVB naar de bouwkundige staat en veiligheid van het gebouw?

Antwoord 6

Contractueel is overeengekomen dat er een hoofdconstructeur, in dit geval PoortCentraal, verantwoordelijk is voor bouwkundig toezicht. Voor de (brand)veiligheid en beveiliging zijn voor oplevering integrale testen uitgevoerd, die succesvol zijn verlopen. Daarnaast is risicogestuurd getoetst, wat inhoudt dat die onderdelen zijn getoetst waar risico’s werden voorzien. Dit betreft bijvoorbeeld de constructie van de dragende kolommen van de onderdoorgang en de energieprestatie van het gebouw. Dit is in overeenstemming met het contract tussen het RVB en PoortCentraal.

Vraag 7

Zijn de risico’s op het breken en vallen van het veiligheidsglas in het vergunningentraject of het toezicht daarop naar voren gekomen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

Zowel in het vergunningentraject als in het toezicht daarop zijn de risico’s op het eventueel breken en vallen van het veiligheidsglas niet naar voren gekomen. Omdat het glas voorzien was van de vereiste documenten was hier ook geen aanleiding toe.

Vraag 8

In hoeverre zijn er andere risico’s voor de veiligheid van het gebouw gesignaleerd, en welke mitigerende maatregelen zijn daarop getroffen?

Antwoord 8

Sinds de ingebruikname zijn er, naast de ramen, drie risicovolle situaties gesignaleerd waarover uw Kamer al eerder is geïnformeerd:

De onderdoorgang Rijnstraat 8 bleek na oplevering te glad na regen, waardoor voetgangers konden uitglijden. Inmiddels is de onderdoorgang opnieuw aangelegd met klinkers, opgeruwde stoepdelen en een verbeterde waterafvoer;

De treden van de designtrappen hadden een opstaand randje en een leuning die onvoldoende grip gaf, waardoor gebruikers mogelijk zouden kunnen struikelen, wat in enkele gevallen ook is gebeurd. De eerste trappen zijn inmiddels aangepast. Op 14 oktober 2019 zullen alle trappen zijn aangepast;

Rijnstraat 8 heeft breedplaatvloeren. Uit voorzorg geldt voor het nieuwe aangebouwde deel als algemene beheersmaatregel dat de vloerbelasting niet mag toenemen. Dat houdt onder meer in dat specifiek voor Rijnstraat 8 wordt geadviseerd geen bijeenkomsten van 30 personen of meer op de werkverdiepingen te organiseren en geen extra gewicht toe te voegen in de vorm van stapels printpapier, extra kasten, enz. Voor enkele ruimten geldt een separate gebruiksbeperking. Voor de zekerheid wordt door floormanagers hierop toegezien. Hiermee is, in afwachting van herstelmaatregelen, een veilig gebruik gewaarborgd.

Vraag 9

In hoeverre is er bij de renovatie van Rijnstraat 8 rekening gehouden met de weersomstandigheden op de locatie en zijn de aan het pand gestelde veiligheidseisen zwaar genoeg om deze weersomstandigheden te weerstaan?

Antwoord 9

Bij elk bouwwerk dat wordt aanbesteed, dus ook bij Rijnstraat 8, is het uitgangspunt dat het altijd moet voldoen aan de voorschriften uit het Bouwbesluit. Daarin zijn ook criteria opgenomen over de weersomstandigheden die een pand moet kunnen weerstaan.

Vraag 10

Welke lessen heeft het RVB getrokken uit de casus rondom de Hoftoren in 2008 en hoe is het mogelijk dat er na deze casus nogmaals problemen ontstaan bij Rijksgebouwen onder bepaalde weersomstandigheden?3

Antwoord 10

Beide casussen zijn niet vergelijkbaar. Bij de Hoftoren ging het om aluminium beplatingen die onvoldoende waren geborgd. In de Rijnstraat gaat het om geleverde ruiten waarin, zoals uit het genoemde notitie blijkt, ondanks de uitgevoerde testen en de daarbij horende documentatie, onzuiverheden zitten die tot breuken hebben geleid.

Vraag 11, 12 en 13

Hoe verhoudt de keten van regelgeving en toezicht op bouwveiligheid zich tot de recente gebeurtenissen bij de Rijnstraat 8 en het AFAS-stadion?

Waar zitten volgens u eventuele zwakke schakels in de keten van regelgeving en toezicht op bouwveiligheid die geleid kunnen hebben tot de huidige gevaarlijke situaties?

Welke inspanningen doet u om deze zwakke schakels te versterken om dergelijke incidenten zo goed als mogelijk te voorkomen in de toekomst?

Antwoord 11, 12 en 13

Op dit moment is nog onduidelijk wat de oorzaak is geweest van het instorten van het dak van het AFAS-stadion. Dit moeten de onderzoeken van Royal HaskoningDHV en de Onderzoeksraad voor Veiligheid uitwijzen. Zodra er meer bekend is, zal de Minister van BZK zich beraden op mogelijke stappen. Door de Minister van BZK zijn overigens al acties genomen in relatie tot de bouwveiligheid. Zij heeft uw Kamer hierover geïnformeerd op 29 oktober 2018 (TK 28 325, nr. 178) in reactie op het rapport «Bouwen aan constructieve veiligheid – lessen uit de instorting parkeergebouw Eindhoven Airport» uit oktober 2018 van de Onderzoeksraad. De ketenpartners, zijn hierover een reactie aan de Onderzoeksraad aan het voorbereiden. In oktober zullen deze partijen de Onderzoeksraad daarover informeren.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Nijboer en Kuiken (beide PvdA), ingezonden 15 augustus 2019 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 169).


  1. «Ramen in gebouw ministerie springen kapot», Telegraaf.nl, 15 augustus 2019 (https://www.telegraaf.nl/nieuws/1870953560/ramen-in-gebouw-ministerie-springen-kapot)↩︎

  2. Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer↩︎

  3. «Hoftoren structureel onveilig», Bouwwereld.nl, 27 oktober 2008 (https://www.bouwwereld.nl/bouwkennis/hoftoren-structureel-onveilig/)↩︎