Reactie op de gewijzigde motie van het lid Ploumen c.s. over uitdragen dat ME/CVS wordt beschouwd als chronische ziekte en op de motie van het lid Ploumen over toetsen van de beoordeling van cliënten met ME/CVS
Chronisch Vermoeidheidssyndroom (ME/CVS)
Brief regering
Nummer: 2019D38463, datum: 2019-10-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-34170-14).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Onderdeel van kamerstukdossier 34170 -14 Chronisch Vermoeidheidssyndroom (ME/CVS).
Onderdeel van zaak 2019Z18472:
- Indiener: B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2019-10-03 14:45: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-10-16 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2021-01-20 10:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
34 170 Chronisch Vermoeidheidssyndroom (ME/CVS)
Nr. 14 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 oktober 2019
Met deze brief reageer ik op de gewijzigde motie van het lid Ploumen c.s. (Kamerstuk 34 170, nr. 11) die de regering vraagt om uit te dragen dat bij het ontwikkelen van beleid uitgegaan wordt van het advies van de Gezondheidsraad over ME/CVS en op de motie van het lid Ploumen die aandacht vraagt voor het toetsen van de beoordeling van cliënten met ME/CVS. De stemming in uw Kamer over deze moties staat geagendeerd op 1 oktober 2019.
Zoals ik in mijn reactie op het advies van de Gezondheidsraad heb aangegeven vind ik het belangrijk dat patiënten in hun klachten serieus worden genomen. De eerste motie (ter vervanging van die gedrukt onder Kamerstuk 34 170, nr. 8) sluit hier goed bij aan. Daarom laat ik deze motie over aan het oordeel van uw Kamer. Ik ontraad de tweede motie over toetsen van de beoordeling van cliënten met ME/CVS (Kamerstuk 34 170, nr. 9). Patiënten hebben nu al de mogelijkheid om bezwaar te maken als zij menen dat in strijd met beleid wordt gehandeld. Verzekeringsartsen zijn recent opnieuw op het beleid gewezen. Binnenkort zullen patiënten nader gewezen worden op hun mogelijkheden om een herbeoordeling aan te vragen, in lijn met de motie van het lid Raemakers (Kamerstuk 34 170, nr. 7) die uw Kamer op 24 september jl. heeft aangenomen (Handelingen II 2019/20, nr. 4, stemmingen motie reactie op het advies van de gezondheidsraad inzake ME/CVS). Bovendien is onduidelijk of het UWV een dergelijk onderzoek in de praktijk zou kunnen uitvoeren, gegeven het feit dat beoordelingen plaatsvinden op basis van de mogelijkheden en beperkingen van mensen, en niet hun ziektebeeld. Dit alles maakt dat een dergelijke motie geen verbetering brengt voor het perspectief van de patiënten, maar wel tot veel onduidelijkheid en discussie kan leiden.
Ik hoop uw Kamer hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins