Uitkomsten Situation Analysis en stand van zaken kinderrechten Caribisch Nederland
Jeugdzorg
Brief regering
Nummer: 2019D38887, datum: 2019-10-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31839-695).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit CDA kamerlid)
- Situatieanalyse kinderen en jongeren in caribisch nederland
- Situatieanalyse Caribisch Nederland 2019
Onderdeel van kamerstukdossier 31839 -695 Jeugdzorg.
Onderdeel van zaak 2019Z18689:
- Indiener: R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2019-10-08 15:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-10-16 13:00: Procedurevergadering commissie Koninkrijksrelaties (Procedurevergadering), vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2019-11-13 13:00: Procedurevergadering commissie Koninkrijksrelaties (Procedurevergadering), vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2019-11-28 12:00: Sociaal minimum en Kinderrechten (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
31 839 Jeugdzorg
Nr. 695 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 oktober 2019
Bijgaand treft u aan de uitkomsten en de aanbevelingen van het onderzoek dat UNICEF heeft uitgevoerd in Caribisch Nederland: De Situation Analysis1. Mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Sport, de Minister van Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Rechtsbescherming informeer ik u in deze brief op de afzonderlijke beleidsterreinen over de reactie op deze Situation Analysis. Conform de toezegging in mijn brief van 12 juli jl.2 informeer ik u tevens over de voortgang van de kinderrechtenmiddelen. Dit naar aanleiding van de motie van het lid Van der Graaf c.s.3 Tenslotte heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over het nieuwe programma dat UNICEF, mede op basis van dit onderzoek, de komende jaren gaat uitrollen.
Inleiding
Het verbeteren van de kinderrechten in Caribisch Nederland is een proces van de lange adem. Samen met de openbare lichamen en de verantwoordelijke ministeries zijn we stappen aan het zetten: de verantwoordelijkheden worden erkend en betrokken partijen zetten zich in om problemen aan te pakken. Ook de besteding van de kinderrechtenmiddelen is een proces van de lange adem. Gebrek aan uitvoeringskracht heeft ertoe geleid dat het langer duurt dan verwacht maar uiteindelijk zijn zowel door de openbare lichamen als door UNICEF waardevolle projecten opgeleverd. De ondersteuning van UNICEF in Caribisch Nederland zullen we voortzetten in een nieuw programma voor 2019–2021.
Hieronder zal ik als eerste ingaan op de besteding van de kinderrechtenmiddelen. Vervolgens zal ik ingaan op de uitkomsten van de Situation Analysis en de aanbevelingen. Tenslotte zal ik het nieuwe programma van UNICEF voor 2019–2021 toelichten.
Stand van zaken besteding kinderrechtenmiddelen
Terugblik
In mei 2013 bracht UNICEF Nederland de rapporten «Kind op Bonaire», «Kind op Sint Eustatius,» en «Kind op Saba» uit. In deze rapporten werd door UNICEF Nederland geconcludeerd dat de situatie waarin de kinderen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba opgroeien, niet voldoet aan de eisen die het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK) stelt.
Over deze rapporten en de kabinetsreactie hierop bent u per brief geïnformeerd.4
Naar aanleiding van deze rapporten is bij de vaststelling van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2015 door de leden Van Laar en Segers een amendement aangenomen om voor de jaren 2015 tot en met 2017 € 3 miljoen vrij te maken «voor de verbetering van de positie van kinderen in Caribisch Nederland door de bestrijding van (de oorzaken en gevolgen van) armoede en geweld en het verbeteren van participatie van jongeren».5 U bent vervolgens in 2015 en 2016 per brief geïnformeerd over de voortgang van de programma’s.6 In 2018 heeft u, na afloop van de drie jaar waarvoor de middelen bedoeld waren, de «Evaluatie amendementsgelden kinderrechtenmiddelen» (hierna: Evaluatie kinderrechten) ontvangen.7 Uit deze evaluatie kwam naar voren dat de eilanden moeite hebben met de besteding van de kinderrechtenmiddelen. Om die reden is ook de hulp van UNICEF Nederland ingeschakeld om de eilanden te helpen met programma’s om de kinderrechten te versterken.
Bonaire
Zoals ik in de Evaluatie kinderrechten heb beschreven is Bonaire in 2016 begonnen met vier projecten zoals beschreven in het «Plan van aanpak kinderrechten Bonaire»:
– Het instellen van een centraal dataregistratiesysteem (inclusief meldpunt kindermishandeling en huiselijk geweld);
– Het ontwikkelen van een pedagogische visie;
– Invoeren van het brede school concept met de nadruk op naschoolse activiteiten op school en het versterken van de kinderopvang.
De uitvoering van deze vier projecten worden hieronder afzonderlijk toegelicht:
Ad. 1 Voor de professionele uitvoering van het Algemeen Maatschappelijk Werk is een beleidskader gericht op maatschappelijke begeleiding ten behoeve van de ontwikkeling van kinderen ontwikkeld en een sociale kaart uitgewerkt. Ook is een kindgericht armoedebeleid opgesteld en zijn «kind pakketten» ontwikkeld. Op basis hiervan zal nog dit jaar de kindpas worden ingevoerd.
Ad. 2 De aanschaf van de software en de implementatie van de centrale registratie was voorzien in 2018. Dit project is niet tot een afronding gekomen. Wel wordt de noodzaak van centrale registratie blijvend onderkend. Het sociaal wijkteam van de directie Samenleving en Zorg zal de centrale registratie in samenwerking met de ketenpartners huiselijk geweld en kindermishandeling en het centrum voor jeugd en gezin gaan ontwikkelen. U wordt hierover nader geïnformeerd door de Staatssecretaris van VWS (zie pagina 6: Aanbevelingen met betrekking tot bescherming).
Ad. 3 Het uitwerken van de eilandelijke pedagogische visie heeft Bonaire opgepakt door een procesbegeleider aan te stellen die dit heeft uitgewerkt. De visie richt zich op de professionalisering en het werken langs een gelijkgerichte methodiek. Er is een werkgroep Pedagogische visie Bonaire ingesteld bestaande uit leden uit het werkveld van zowel de preventieve als de curatieve jeugdketen. Ook heeft er een filmproductie plaatsgevonden: «Un focus differente». De film is vertoond op de basisscholen. Doel is kinderen te inspireren en te motiveren door voorbeeldgedrag te laten zien via rolmodellen in de samenleving.
Ad. 4 Het brede school concept is goed van de grond gekomen. In 2018 is het rapport implementatie beleidsplan Integraal Kindcentrum (hierna IKC) gepresenteerd aan de eilandsraad en vastgesteld. Dit plan is gericht op een planmatige aanpak voor de scholen en kinderopvanginstellingen die gekozen hebben een IKC te worden. Alle basisscholen op Bonaire hebben deze keuze gemaakt. Momenteel wordt ook, in samenwerking met het bestuurscollege van Bonaire, bezien hoe de IKC’s in het programma Bes(t)4 kids kunnen worden opgenomen.
De resterende amendementsmiddelen worden in onderling overleg door Bonaire het komende jaar besteed aan een kookfaciliteit in het IKC San Luis Bertran, een tekenwedstrijd, kindveiligheid in het verkeer, invoering van de kindpas: «Diamond pass Bonaire» en een activiteiten- en hulpverleningskaart.
Saba
Zoals in de Evaluatie kinderrechten valt te lezen is Saba voortvarend aan de slag gegaan: de kinderopvang is versterkt en er zijn een tiental kindplaatsen gesubsidieerd. Ook zijn de speeltuinen opgeknapt en voorzien van nieuw speelmateriaal. De buurtsportcoach VWS heeft verschillende activiteiten georganiseerd specifiek voor kinderen en gericht op sport, die zijn gefinancierd via de amendementsgelden. In 2019 heeft Saba voor het eerst een interlandelijk Sport festival georganiseerd voor kinderen van 10–12 jaar. Kinderen van de buureilanden (Anguilla, Sint Maarten, Sint Barth, Sint Eustatius en St. Kitts) zijn in juni voor twee dagen naar Saba afgereisd voor dit sportevenement. Het is de ambitie om dit evenement jaarlijks te herhalen. Saba heeft voor 2020 nog voldoende middelen om dit uit de amendementsgelden te financieren.
De Saba Comprehensive School biedt vanaf 1 september 2018 clubs aan voor jongeren vanaf 12 jaar. Onderwerpen zijn kunst, cultuur, dans, sport, zeilen, huiswerk, etc. Per semester schrijven scholieren zich in voor twee clubs. Iedere club komt twee keer per week na school samen. De clubs worden geleid door gediplomeerde leeraren, die een bescheiden toelage krijgen voor het extra werk. In de zomer van 2019 is het project geëvalueerd en heeft Saba besloten de subsidie te verlengen met nog een jaar. De clubs worden deels via de amendementsgelden gefinancierd.
De amendementsgelden hebben Saba in staat gesteld om beter te investeren in het welzijn van de kinderen op Saba en ontwikkelingen tot stand gebracht die nodig waren voor betere borging van kinderrechten. Waar nodig zijn of worden taken structureel belegd, onder andere programma’s of financieringsstromen.
Sint Eustatius
Ik heb in de Evaluatie kinderrechten aangegeven dat vanwege de bestuurlijke situatie op Sint Eustatius het enige tijd heeft geduurd voordat er daadwerkelijk aan de slag is gegaan met de kinderrechtenmiddelen. Sint Eustatius zet actief in op participatie van kinderen en deelname aan sociale en culturele activiteiten. Ik heb tijdens mijn bezoek aan Sint Eustatius op 23 september jl. de aftrap van de nieuwe Raden van kinderen mogen geven. Een mooi voorbeeld hoe Sint Eustatius, in samenwerking met UNICEF en de Missing Chapter foundation, participatie van kinderen stimuleert door hen een stem te geven in het oplossen van een dilemma voor een bedrijf of het openbaar lichaam. Vijf basisscholen en een middelbare school zijn hier op 23 september jl. weer mee van start gegaan.
Een groot deel van de middelen is uitgegeven aan de aanschaf van speeltoestellen voor basisscholen en naschoolse organisaties. De Golden Rock School, de Lynch Plantation SDA School en de Bethel Methodist School maakten elk hun eigen keus voor nieuwe speeltoestellen. Bij de Governor de Graaff School wordt de speelplaats uitgebreid. Bij Daugthers of the King, Statia Earth Farm & Garden Foundation en Mega D Youth Foundation zijn ook nieuwe faciliteiten voor de kinderen geplaatst. Op het sportveld zijn de gloeilampen vervangen zodat jongeren ook in de avonduren softbal kunnen spelen. Tijdens mijn reis in september heb ik de nieuwe speeltoestellen van de Buzzy Bees kinderopvang bezocht. Goed te zien hoe de kinderen genieten van deze nieuwe faciliteiten. Eind dit jaar zal een start worden gemaakt met de verbouwing van het jongerenhuis op het Sportcomplex. Dit zal naar verwachting eind 2020 zijn afgerond.
Samenvattend kan er geconcludeerd worden dat de amendementsgelden op alle drie de eilanden zinvol zijn ingezet. En gelet op alle inspanningen van de verantwoordelijke ministeries met bijbehorend budget zijn er voldoende middelen beschikbaar om knelpunten op te lossen. De al eerder genoemde beperkte uitvoeringskracht en het feit dat er soms andere prioriteiten worden gesteld heeft ertoe geleid dat de middelen nog niet tot volle besteding zijn gekomen. Ik verwacht dat dit eind 2020 wel het geval zal zijn.
Uitkomsten en aanbevelingen Situation Analysis
Tijdens de vorige begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties heb ik u gemeld dat ik, vijf jaar na het eerste onderzoek dat UNICEF heeft uitgevoerd, een subsidie aan UNICEF heb verleend voor een Situation Analysis, een kwalitatief onderzoek om de situatie van kinderen tegen het licht te houden. Naast de beoordeling van de vooruitgang was het doel van dit onderzoek ook om met de verschillende betrokken partijen consensus te bereiken over de nog bestaande of nieuwe uitdagingen bij het realiseren van kinderrechten en om gezamenlijk aanbevelingen voor acties te formuleren. Het rapport analyseert de rechten van kinderen waarbij specifiek wordt ingegaan op bescherming, armoede en ongelijkheid, onderwijs en participatie en gezondheid.
UNICEF concludeert dat de inspanningen van alle betrokken personen die belast zijn met taken op het gebied van kinderrechten duidelijk zijn: betrokken partijen zetten zich in om de problemen aan te pakken en worden gesteund met aanmerkelijke financiële investeringen. Wel is het noodzakelijk dat deze inspanningen worden voortgezet, met als belangrijk fundament een wettelijk kader en een beleidsomgeving waarin de resultaten van de inspanningen ook meetbaar zijn. In het onderzoek zijn 30 aanbevelingen geformuleerd, specifiek gericht aan de Nederlandse regering als eerstverantwoordelijke voor de bescherming van kinderrechten, de drie Openbare Lichamen en andere betrokkenen. Deze aanbevelingen hebben betrekking op de volgende drie prioriteitsgebieden die UNICEF aanmerkt als de belangrijkste knelpunten voor de vooruitgang van kinderrechten in Caribisch Nederland:
– Voer noodzakelijke wetgeving in, met name op het gebied van kindermishandeling en huiselijk geweld;
– Versterk de coördinatie in de hele jeugdketen tussen ministeries onderling en tussen ministeries en het openbaar lichaam;
– Verbeter het toezicht op de voortgang van nieuwe programma’s door het formuleren van meetbare indicatoren en zorg dat er gegevens en data beschikbaar zijn om de voortgang te meten.
De eerste 22 aanbevelingen richten zich met name op de meest betrokken departementen voor het jeugddomein: SZW, VWS, OCW en JenV.
Aanbevelingen op het terrein van bescherming (VWS, JenV)
UNICEF concludeert dat huiselijk geweld en kindermishandeling nog steeds een bedreiging vormen voor het veilig opgroeien van kinderen in Caribisch Nederland. Het Ministerie van VWS werkt continue aan het versterken en verbeteren van de zorg- en jeugdketen. De basis voor de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling in Caribisch Nederland, is het in 2017 afgesloten Bestuursakkoord Aanpak Huiselijk Geweld en Kindermishandeling tussen het Ministerie van VWS en de drie openbare lichamen. Samen met lokale partners wordt er gestaag gewerkt aan de overeengekomen prioritaire doelstellingen: preventie, deskundigheidsbevordering, versterken van de hulpverlening en van de keten, inrichten van een laagdrempelige meldstructuur en een juridisch kader. Het doel van het bestuursakkoord is om de aanpak in Caribisch Nederland in overeenstemming te brengen met het Verdrag van Istanbul. UNICEF beschrijft in haar rapportage meerdere reeds ingezette acties zoals het intensief trainen van professionals om de hulp aan slachtoffers van huiselijk geweld en kindermishandeling te verbeteren en de juridische handreiking die voor professionals is opgesteld met daarin een beschrijving van de bevoegdheden binnen geldende wetgeving. UNICEF geeft in haar rapport aan waar in wetgeving, beleid en praktijk leemtes zitten en stelt vast dat het ontbreken van een alomvattend wettelijk kader, een belangrijk knelpunt in de aanpak is. De aanbevelingen zullen naast de prioriteiten van het bestuursakkoord worden gelegd en bij de op te stellen werkplannen voor 2020, dat tevens het laatste jaar van het bestuursakkoord is, worden betrokken. U zult in het eerste kwartaal van 2020 nader worden geïnformeerd over de voortgang van het bestuursakkoord door de Staatssecretaris van VWS. Hij zal in voornoemde brief ook een doorkijk geven voor de aanpak vanaf 2021 en verder.
JenV treft momenteel voorbereidingen voor de invoering van het jeugdstrafrecht op de BES-eilanden. De aanbevelingen die UNICEF op dit terrein doet, sluiten aan bij de uitgangspunten en voorziene wijze van invulling van het jeugdstrafrecht. Streven is invoering bij algemene maatregel van bestuur per 1 januari 2020.
Aanbevelingen met betrekking tot levensstandaard (SZW)
UNICEF concludeert in haar rapport dat informatie over het aantal kinderen dat opgroeit in armoede beperkt is. In de brief van 27 juni 2019 «Voortgangsrapportage ijkpunt bestaanszekerheid Caribisch Nederland» heeft de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangegeven met de openbare lichamen in gesprek te gaan over de verdere invulling van de reductiedoestelling voor kinderen in Caribisch Nederland die opgroeien in armoede.8 De aanbeveling van UNICEF om een multidisciplinair onderzoek naar armoede onder kinderen in Caribisch Nederland en de onderliggende oorzaken te doen zal hierbij betrokken worden. Hetzelfde geldt voor de aanbeveling om meer zicht te krijgen op het aantal kinderen dat opgroeit in armoede.
Een van de andere aanbevelingen van UNICEF is om ervoor te zorgen dat de openbare lichamen voldoende capaciteit hebben voor het implementeren van beleid om armoede te verminderen. Armoedebeleid is een eilandelijke taak. In het bestuursakkoord met het openbaar lichaam Bonaire (OLB) is dan ook afgesproken dat het OLB zorg draagt voor professionalisering van de eilandelijke armoede- en schuldenaanpak en het beleid vastlegt in een verordening of algemeen kenbare beleidsregels. Tegelijkertijd is hierbij ook afgesproken dat het Ministerie van SZW hierbij desgevraagd ondersteuning kan leveren of helpen die ondersteuning te organiseren. Een soortgelijke afspraak is opgenomen in de Saba Package en is ook van toepassing voor Sint Eustatius.
Aanbevelingen met betrekking tot onderwijs (OCW, SZW)
UNICEF bevestigt dat de grote investeringen in het onderwijs in Caribisch Nederland in combinatie met de voortdurende focus op het verbeteren van de onderwijskwaliteit, veel heeft opgeleverd. Het onderwijs heeft zich sedert het bezoek van UNICEF in 2013 goed ontwikkeld. Een aantal van de destijds gesignaleerde uitdagingen zoals taalonderwijs en onderwijszorg, zijn complex en weerbarstig en vragen daarom ook thans de aandacht. Deze en andere uitdagingen worden door OCW en de stakeholders in Caribisch Nederland (h)erkend en zijn in de lopende Onderwijsagenda 2017–2020 als centrale beleidsprioriteiten aangemerkt.9
Voor wat betreft onderwijszorg heeft OCW recent een opdracht verstrekt voor een onafhankelijke evaluatie om zicht te krijgen op hoe de onderwijszorg in Caribisch Nederland functioneert en meer specifiek, hoe de inhoudelijke toereikendheid van de onderwijszorg is en waar knelpunten worden ervaren en oplossingen worden gezien.10 Op basis van deze evaluatie kunnen er, waar nodig, verbeteringen worden doorgevoerd.
Daarnaast adviseert UNICEF om in afstemming met de Inspectie de ontwikkeling van een visie en een actieplan inzake het meten en interpreteren van leeropbrengsten te versnellen. Momenteel zet OCW al extra in op het verbeteren van opbrengstgericht werken en het volgen van de leerlingen (voor rekenen, taal en andere vakken) o.a. door meer mogelijkheden te creëren om leerlingen methode-onafhankelijk te kunnen volgen. Het één en ander vindt plaats in afstemming met de Inspectie en in samenwerking met en deels door de scholen zelf.
UNICEF moedigt de openbare lichamen aan om een systeem voor verplichte onderwijsregistratie te hanteren. OCW is met de openbare lichamen in gesprek over verdere stappen die ze op het gebied van hun rol inzake handhaving van de leerplicht willen zetten. Registratie is daarin ook onderwerp van gesprek. Verder wordt OCW gevraagd de scholen te ondersteunen in hun beleid inzake het integreren van kinderrechten en participatieactiviteiten in het curriculum en het opschalen van de voorbereiding van leerlingen op vervolgonderwijs.
OCW biedt reeds ondersteuning, maar zonder inbreuk te maken op de autonomie en eigen verantwoordelijkheid van de schoolbesturen. Zo is integratie van kinderrechten en participatieactiviteiten in het curriculum een keuze van de school binnen de beleidsvrije ruimte in het curriculum. Kinderrechteneducatie en participatie is één van de onderdelen van het programma van UNICEF 2019–2021. Samen met en rekening houdend met het beleid van de scholen, zal met UNICEF per school worden bezien hoe dit kan worden vormgegeven.
Voorop staat dat scholen vrij zijn om binnen de toepasselijke wet- en regelgeving zelf invulling te geven aan loopbaan- en beroepsoriëntatie passend bij de visie en het beleid van de eigen school. Het expertisepunt Landelijk onderwijs bureau biedt, ook aan de scholen in Caribisch Nederland, desgewenst diverse instrumenten om hen daarbij te helpen. OCW heeft de scholen op de eilanden hier ook op geattendeerd. De voorbereiding van de leerlingen op vervolgonderwijs wordt verder als aandachtspunt meegenomen in een onafhankelijk onderzoek naar de doorstroming- en aansluitingsproblematiek van leerlingen uit de Caribische delen van het Koninkrijk. Over dit onderzoek vindt binnen het kader van de ambtelijke werkgroep «doorstroom», die in februari 2019 door het Vierlandenoverleg Onderwijs en Cultuur is ingesteld, nauw overleg met Aruba, Curaçao en Sint Maarten plaats.11
Op het gebied van kinderopvang is de aanbeveling van UNICEF voor zowel de openbare lichamen als het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om te bevorderen dat er in de thuissituatie aandacht is voor vroege stimulering voor de ontwikkeling van het kind als aanvulling op wat er gebeurt op de kinderopvang. UNICEF doet daarnaast de aanbeveling om een campagne te starten gericht op ouders om het belang daarvan te benadrukken
Het stimuleren van kinderen in hun ontwikkelen begint in de thuissituatie. Ouders dienen zich van het belang van vroegtijdige stimulering bewust te zijn. Ouders zullen op het belang daarvan worden gewezen. Dat kan op verschillende manieren via bijvoorbeeld consultatiebureaus, kinderopvangorganisaties en scholen. Het programma BES(t) 4 kids richt zich op het breder toegankelijk maken van de kinderopvang en het verbeteren van de kwaliteit daarvan. Daarin trekken de Ministeries van OCW, SZW, VWS en BZK en de openbare lichamen samen op. Kinderopvangorganisaties krijgen de verplichting om ouders te betrekken bij de opvang. In het kader van BES(t) 4 kids zal een campagne gericht op het beter bekend maken van het nut van het zo tijdig mogelijk stimuleren van jonge kinderen worden gestart. Het belang van een goede ontwikkeling van het kind in de thuissituatie wordt hierin meegenomen.
Aanbevelingen met betrekking tot gezondheidszorg (VWS)
Op het terrein van gezondheid van kinderen en jongvolwassenen doet UNICEF de aanbeveling om de verzameling en analyse van de data uit de health study van 2017 verder te versterken. De health study betreft een uitgebreid onderzoek dat in opdracht van het Ministerie van VWS is uitgevoerd door het RIVM, het CBS en de lokale afdelingen publieke gezondheid van de Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De resultaten van deze health study hebben als basis gediend voor de doelstellingen van de in mei dit jaar met de eilanden gesloten Sport- en preventieakkoorden.12 De akkoorden zijn, wat jeugd betreft, gericht op meer seksuele voorlichting op scholen, lesprogramma’s over alcohol, tabak en drugs, structureel beweeg- en sportaanbod en een ketenaanpak om overgewicht te voorkomen. Het Ministerie van VWS bezint zich nog op de vraag of er een vervolg komt op de health study en de frequentie ervan. Het uiteindelijke besluit hierover wordt met de openbare lichamen genomen.
UNICEF doet daarnaast de aanbeveling om een licht onderzoek te starten naar het welzijn, het gedrag en de geestelijke gezondheid van adolescenten. De fase van adolescentie is ontzettend belangrijk in de groei naar volwassenheid. De belangrijkste aanbieder van geestelijke gezondheidszorg in Caribisch Nederland is Mental Health Caribbean (MHC). Met de reeds beschikbare gegevens uit de health study zal het Ministerie van VWS in samenwerking met MHC het middelengebruik en de geestelijke gezondheid van deze groep verder in kaart brengen.
Aanbevelingen op het terrein van coördinatie en samenwerking (Rijk)
De laatste acht aanbevelingen richten zich met name op afstemming en samenwerking tussen overheden, zowel tussen ministeries onderling als tussen ministeries en de openbare lichamen. Ik zie het als mijn taak als coördinerend bewindspersoon om alle goede initiatieven op het gebied van kinderen en jeugd blijvend te stroomlijnen en de samenwerking waar nodig verder te bevorderen. Dit ligt ook in lijn met kabinetsreactie op het advies van de Raad van State die uw Kamer nog toekomt. Een gestructureerde en vooral pragmatische manier van werken is hierbij essentieel. Want er zijn zeer veel goede initiatieven maar het absorptievermogen is beperkt en ook de uitvoeringskracht van de openbare lichamen blijft een uitdaging.
Daar waar het gaat om gegevensverzameling, monitoring en evaluatie van effectief beleid zal ik de betrokken bewindspersonen verzoeken om daar in nieuw beleid en wetgeving meer aandacht aan te besteden. Bij nieuw onderzoek en gegevensverzameling kan worden gekeken hoe we dat beter kunnen combineren zodat de bevolking niet overspoeld wordt met nieuwe onderzoekers die langs de deur komen. In het nieuwe programma UNICEF 2019–2021 zal ook expliciet aandacht worden besteed aan gegevensverzameling en monitoring.
Nieuw programma UNICEF 2019–2021
UNICEF Nederland heeft zich in het vorige programma gericht op drie pijlers: kinderrechteneducatie, dialoog over opvoeding en participatie, met als doel het stimuleren van normen en waarden van en jegens kinderen (houding en gedrag) in de samenleving. In al deze activiteiten zet UNICEF in op capaciteitsversterking van lokale bestuurders, beleidsmedewerkers, NGO’s en leerkrachten en wordt nauw samengewerkt met het regiokantoor van UNICEF in Barbados.
Door de beperkte capaciteit op de eilanden heeft UNICEF Nederland ook voor het nieuwe programma een meer uitvoerende rol dan zij gewoon is in de regio.
De focus van het programma is bepaald op basis van de volgende inzichten: de bevindingen van de Situation Analysis; de geleerde lessen van het programma dat UNICEF Nederland van 2016–2018 in Caribisch Nederland heeft uitgevoerd; en verwachtingen en behoeften van de lokale overheden, zoals met UNICEF besproken in diverse consultaties in 2019.
Het doel van het programma is onder andere dat kinderen, leerkrachten, religieus leiders en professionals meer kennis hebben over kinderrechten en beter toegerust zijn om deze rechten toe te passen in de dagelijkse praktijk, vanuit het belang van het kind. Dit draagt er mede toe bij dat kinderrechten op de eilanden worden nageleefd en dat kinderen zich in een veilige omgeving optimaal kunnen ontwikkelen.
Het programma richt zich op de volgende drie domeinen met een gedifferentieerde aanpak per eiland:
1. Kinderrechteneducatie en -participatie
UNICEF organiseert kinderrechtenworkshops met de scholen, naschoolse opvang, en dagopvang. Op basis van feedback van de scholen, naschoolse opvangen, en dagopvang bieden ze vervolgens op maat gemaakt methodes, materialen en trainingen aan scholen om hen te helpen hun reguliere onderwijs en programma’s kinderrechtenvriendelijk te maken en vanuit een kinderrechtenbenadering vorm te geven. UNICEF organiseert samen met de lokale partners het Kinderrechten Filmfestival op de Cariben waarbij kinderen, ouders en de gemeenschap spelenderwijs over kinderrechten en participatie leren.
2. Communicatiecampagnes voor positief ouderschap
In samenwerking met o.a. het BES(t) 4 kids programma en de Huiselijk Geweld en Kindermishandeling projectleiders organiseert UNICEF op maat gemaakte communicatie trainingen per eiland die focussen op veranderen van houding en gedrag van ouders, verzorgers en professionals door het ontwikkelen van meetbare communicatie initiatieven die gebaseerd zijn op lokale normen en waarden. Per eiland worden discussies georganiseerd over de pedagogische visie die kan functioneren als een model voor ouders en verzorgers in hun interactie met kinderen. De religieus leiders worden betrokken bij het stimuleren van positief ouderschap, door het organiseren van dialoogsessies.
3. Monitoring en evaluatie ten behoeve van effectief beleid en programma’s voor kinderrechten
UNICEF draagt bij aan de ontwikkeling van de uitbreiding van de Caribisch Nederland Jeugdmonitor door CBS. In samenwerking met o.a. het BES(t) 4 kids programma organiseert UNICEF daarnaast een training op het gebied van RBM (results based management) met als doel professionals toe te rusten met de vaardigheden en gereedschappen die ze nodig hebben om de effectiviteit van hun programma's te monitoren.
De komende maanden wordt het programma per eiland besproken met de Bestuurscolleges van Saba en Bonaire en de regeringscommissaris van Sint Eustatius, zodat er een op maat gemaakt programma per eiland kan worden ontwikkeld.
Conclusie
De kinderen op de eilanden verdienen de beste kansen. Dat is ook van belang voor de ontwikkeling van de eilanden. De kinderen zijn immers de toekomst. Met de aanbevelingen van UNICEF kunnen we gericht verder werken aan het verbeteren van de kinderrechten in Caribisch Nederland. Samen met OCW, VWS, SZW en JenV hebben we hierin al goede stappen gezet. Het programma BES(t)4 kids wordt in dit verband al vaker genoemd. Een gestructureerde en vooral pragmatische manier van werken is hierbij essentieel. Vanuit mijn coördinerende rol zal ik hier, samen met Staatssecretaris Blokhuis, beleidsverantwoordelijk voor kinderrechten, de benodigde stappen in zetten.
Dit kabinet heeft een duidelijk doel voor ogen: een verbeterde levensstandaard voor alle inwoners van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Dit geldt niet in de minste plaats voor de kinderen van de eilanden.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎
Kamerstuk 35 000 IV, nr. 66↩︎
Kamerstuk 35 000 IV, nr. 21↩︎
Kamerstuk 31 839, nr. 294↩︎
Kamerstuk 34 000 IV, nr. 9↩︎
Kamerstuk 31 839, nr. 499 en Kamerstuk 31 839, nr. 544↩︎
Kamerstuk 31 839, nr. 617↩︎
Kamerstuk 35 000 IV, nr. 61↩︎
Kamerstuk 34 550 VIII, nr. 108↩︎
Kamerstuk 35 000 VIII, nr. 212↩︎
Kamerstuk 35 000 VIII, nr. 212↩︎
Kamerstuk 35 000 XVI, nr. 132↩︎