[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Monitor Vaccinatiegraad Nationaal Programma Grieppreventie 2018

Preventief gezondheidsbeleid

Brief regering

Nummer: 2019D39157, datum: 2019-10-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32793-447).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 32793 -447 Preventief gezondheidsbeleid.

Onderdeel van zaak 2019Z18823:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

32 793 Preventief gezondheidsbeleid

Nr. 447 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 oktober 2019

Met deze brief bied ik u de jaarlijkse griepmonitor van Nivel aan1. Hieruit blijkt dat de daling van de vaccinatiegraad van de griepvaccinatie is gestopt. Ik meld u de laatste stand van zaken over mazelen. Op 15 juli jongstleden heb ik uw Kamer geïnformeerd over het Gezondheidsraadadvies «Vaccinatie tegen gordelroos»2. In deze brief geef ik mijn reactie op dit advies. Daarnaast voldoe ik aan het verzoek van het lid Veldman om uw Kamer te informeren over de stand van zaken betreffende rotavirusvaccinatie voor risicogroepen. Ook kondig ik een verkenning aan naar het functioneren van het vaccinatiestelsel.

Monitor vaccinatiegraad nationaal programma grieppreventie 2018

Het Nivel onderzoekt in opdracht van het RIVM de jaarlijkse griepvaccinatiegraad. In 2018 was voor het eerst sinds 2008 sprake van een lichte stijging in het aantal personen dat gevaccineerd is tegen de griep. Van de doelgroep met een hoog risico op complicaties bij griep werd 51,3% gevaccineerd, tegenover 49,9% in 2017. Binnen de doelgroep voor griepvaccinatie is de vaccinatiegraad het hoogst bij mensen vanaf 65 jaar met een medische indicatie voor vaccinatie. Tijdens de campagne van 2018 is in totaal 18% van de Nederlandse bevolking gevaccineerd.

Ik ben zeer verheugd dat er voor het eerst sinds lange tijd een stijging is in de vaccinatiegraad van griepvaccinatie, hoe bescheiden deze ook is. De komende jaren moeten uitwijzen of deze trend zich voortzet en of de maatregelen die we hebben ingezet met «Verder met vaccineren» hieraan een bijdrage hebben geleverd.

Het griepseizoen is weer in aantocht en daarom wil ik iedereen die daarvoor in aanmerking komt, oproepen om de griepvaccinatie te halen. Niet alleen 60-plussers en kwetsbaren komen in aanmerking. Ook medewerkers in de zorg kunnen door het nemen van de griepvaccinatie de vaak kwetsbare patiënten waarmee zij werken tegen onnodige en soms ernstige gezondheidsschade beschermen. Ik wil dan ook benadrukken dat ik eraan hecht dat deze professionals hun verantwoordelijkheid hierin nemen. Ik zal uw Kamer nog voor het eind van dit jaar informeren over de uitkomsten van het onderzoek naar de mogelijkheid en wenselijkheid van het verplichten van de griepvaccinatie voor zorgwerkers.

Mazelenuitbraak op Urk voorbij

Van begin juni tot eind augustus was er een mazelenuitbraak op Urk, in totaal zijn er 32 patiënten gerelateerd aan deze uitbraak gemeld. Dit zijn vrijwel allemaal niet-gevaccineerde kinderen, die inmiddels allemaal hersteld zijn. Omdat de uitbraak nu voorbij is wordt er geen vervroegde BMR-vaccinatie meer aangeboden op Urk. Er zijn in Nederland in 2019 tot nu toe in totaal 80 patiënten met mazelen gemeld.

Beleidsreactie gordelroosvaccinatie

De Gezondheidsraad adviseerde positief over het aanbieden van een specifiek type gordelroosvaccinatie (Shingrix®), mits de prijs aanzienlijk daalt, zodat de vaccinatie kosteneffectief wordt. Onder het voorbehoud van de kosteneffectiviteit ben ik voornemens om het advies van de Gezondheidsraad over te nemen. Deze vaccinatie kan belangrijke bescherming bieden tegen een ziekte die veel pijn kan veroorzaken. De vaccinatie zou op de leeftijd van 60 jaar moeten worden aangeboden, zoals de GR adviseert.

Na het uitkomen van het advies van de GR heeft de fabrikant aangegeven dat het vaccin momenteel niet voorradig is. Dit zal waarschijnlijk op korte termijn ook niet veranderen. Om die reden heb ik het RIVM opdracht gegeven tot een marktverkenning. Het RIVM zal mij informeren zo gauw er signalen zijn dat het vaccin weer geleverd kan worden. Dat is ook het moment dat het gesprek gevoerd moet worden over de prijs van het vaccin, omdat deze nu dus niet kosteneffectief lijkt. Om die reden is het op dit moment niet mogelijk om dit vaccin snel beschikbaar te stellen. Daarnaast geldt dat het gordelroosvaccin momenteel ook niet beschikbaar is op de vrije markt.

Wat betreft de uitvoering van het advies van de GR, spelen daarnaast nog de nodige vraagstukken. Zo is de potentiële doelgroep van 60-plussers voor een inhaalcampagne van zeer grote omvang. Ook is het de vraag hoe een dergelijke inhaalcampagne efficiënt vormgegeven kan worden en wie het beste dit vaccin aan kan bieden aan alle 60-plussers. Aanbieding via de huisarts ligt voor de hand, naast de griepvaccinatie en de pneumokokkenvaccinatie, maar het is de vraag of huisartsen in de toekomst bereid zijn om dit vaccin aan te bieden3. Dit is voor mij mede aanleiding om een verkenning te starten naar het functioneren van het vaccinatiestelsel. De toelichting daarop volgt hieronder.

Stand van zaken rotavirusvaccinatie

Op 21 mei jongstleden heb ik uw Kamer geïnformeerd (Kamerst 32 793, nr. 389) over de voortgang van implementatie van het aanbieden van rotavirusvaccinatie aan risicogroepen, conform mijn besluit van 16 juli 2018 (Kamerstuk 32 793, nr. 321). Het lid Veldman heeft gevraagd uw Kamer in september te informeren over de voortgang. We zijn momenteel volop in overleg met jeugdgezondheidszorgprofessionals en kinderartsen over vanaf wanneer en op welke manier we de drie risicogroepen4 die we deze vaccinatie gaan aanbieden het best kunnen bereiken, in zowel de ziekenhuizen als via de jeugdgezondheidszorg. Zodra hier meer concrete informatie over bekend is, zal ik dit aan uw Kamer melden. Uiterlijk in mijn voortgangsbrief die u dit najaar zult ontvangen.

Verkenning vaccinatiestelsel

In de afgelopen periode is gebleken dat implementatie van vaccinaties soms erg veel tijd nodig heeft, en dat we daarbij tegen vragen omtrent de uitvoerende partij aanlopen. Daarnaast spelen vragen over de bestuurlijke, organisatorische en financiële vormgeving van het vaccinatiestelsel. Ik heb daarom behoefte om een verkenning uit te voeren naar de bestendigheid van het stelsel. Onlangs heeft op ambtelijk niveau een verkennend overleg plaatsgevonden met de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving over een advies betreffende het stelsel van vaccinatiezorg. Er zijn knelpunten en dilemma’s gedeeld die wij zien bij de advisering over vaccinaties en verschillende lopende implementaties. Er vinden voorbereidingen plaats om te komen tot een adviesaanvraag. Ik zal uw Kamer over dit traject op de hoogte houden.

Tot slot

Het vaccinatiebeleid is momenteel volop in beweging en er is veel discussie over en aandacht voor. Ik zet mij in voor een vaccinatiebeleid waarmee zoveel mogelijk gezondheidswinst wordt behaald. Een stijging van de vaccinatiegraad in Nederland is hiervoor nodig. Ik kan dit niet alleen bewerkstelligen. Om die reden kom ik in oktober weer samen met de vaccinatiealliantie. Ik zal uw Kamer nog voor het eind van dit jaar informeren over de voortgang van de alliantie, over de stand van zaken van alle maatregelen uit de brief «Verder met vaccineren» en de stand van zaken op gedane toezeggingen en moties.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis


  1. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎

  2. Kamerstuk 32 793, nr. 407↩︎

  3. https://www.lhv.nl/actueel/nieuws/patient-ikan-eind-2020-terecht-bij-huisarts-voor-pneumokokkenvaccinatie↩︎

  4. Het gaat om te vroeg geboren kinderen, kinderen met een laag geboortegewicht en kinderen met aangeboren afwijkingen. Dit betreft circa 8 procent van het totaal aantal kinderen dat per jaar in Nederland geboren wordt.↩︎