[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad 14-15 oktober 2019

Landbouw- en Visserijraad

Brief regering

Nummer: 2019D39164, datum: 2019-10-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-32-1198).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 32-1198 Landbouw- en Visserijraad.

Onderdeel van zaak 2019Z18830:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 1198 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 oktober 2019

Met deze brief informeer ik uw Kamer over de agenda van de Landbouw- en Visserijraad die op 14 en 15 oktober aanstaande plaatsvindt in Luxemburg. Tot op heden is er geen definitieve agenda beschikbaar. Conform toezegging in het AO «Behandelvoorbehoud EU-voorstellen voor het nieuwe GLB» van 4 september 2018 (Kamerstuk 34 965, nr. 4), informeer ik uw Kamer tevens over de stand van zaken van de onderhandelingen voor het toekomstig GLB, waarbij ik uw Kamer informeer over de zaken die aan bod zijn geweest in de Raadswerkgroepen over dit thema.

GEAGENDEERDE ONDERWERPEN OP DE RAAD

Toekomst GLB

Gedachtewisseling

Het Finse voorzitterschap heeft een gedachtewisseling geagendeerd over de drie GLB-herzieningsverordeningen, met hoogstwaarschijnlijk een focus op de groene architectuur. De groene architectuur vormt de ruggengraat van de klimaat- en leefomgevingsdoelen in het nieuwe GLB. De groene architectuur biedt kansen aan boeren om via doelgerichte betalingen een bijdrage te leveren aan de opgaven voor klimaat, leefomgeving en biodiversiteit.

Net zoals tijdens de Raad van juli jl. verwacht ik een herhaling van zetten voor wat betreft de discussie over de hoogte van de klimaat- en leefomgeving ambities in het GLB. Een meerderheid van de lidstaten heeft aangegeven dat hogere ambities een gelijk of hoger GLB-budget vragen. Zolang de Meerjarig Financieel Kader (MFK) onderhandelingen nog lopen verwacht ik weinig voortgang op dit onderwerp.

Dit neemt niet weg dat ik tijdens de Raad de Nederlandse ambities wederom zal onderstrepen. Ik wil dat het nieuwe GLB ondersteunend is aan het bereiken van de Europese doelstellingen waaraan Nederland zich heeft gecommitteerd. In dit kader zal ik wederom pleiten voor een Europese verplichting voor lidstaten om eco-regelingen in het nationaal strategisch plan op te nemen. Daarnaast zal ik vanwege het grote belang van een gelijk Europees speelveld mij uitspreken voor het oormerken van een minimum percentage van het te besteden budget voor eco-regelingen. Daar hoort echter wel de nodige flexibiliteit bij omdat de deelname voor de hele periode (2021–2027) gepland moet worden. Ik zal dus ook blijven pleiten voor een oplossing die voorkomt dat door een onjuiste planning financiële middelen ontbreken of niet ingezet kunnen worden voor het bereiken van de klimaat- en leefomgevingsdoelen.

Visserijfonds 2021–2027 (EMVAF)

Gedeeltelijke algemene oriëntatie

Afgelopen juni heeft de Raad een gedeeltelijke compromistekst voor het Europees Maritiem, Visserij- en Aquacultuur Fonds (EMVAF) 2021–2027 aangenomen. In oktober zal het voorzitterschap haar compromisvoorstel voor de nog niet aangenomen onderdelen van het Fonds presenteren, waarna hierover zal worden gestemd.

Het voorstel is bediscussieerd in de Raadswerkgroep Visserij. De technische aspecten ten aanzien van twee onderwerpen worden uitgewerkt. Ten eerste de monitoring van en verantwoording door de lidstaten over de uitvoering van hun nationale programma’s. Ten tweede de regels en financiële aspecten voor het directe en indirecte beheer van programma’s die worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de Europese Commissie.

Het voorzitterschap komt nog met een definitief gedeeltelijk compromisvoorstel. De verwachting is dat deze wordt aangenomen. Ik ben voornemens het voorstel te steunen.

Vaststellen vangstmogelijkheden 2020 Oostzee

Politiek akkoord

De Raad zal naar verwachting een politiek akkoord bereiken over de maximaal toegestane vangstmogelijkheden (Total Allowable Catches, TAC’s) voor 2020 in de Oostzee. Uit de adviezen van de Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee (International Council for the Exploration of the Seas, ICES) blijkt dat het met veel bestanden in de Oostzee niet goed gaat. Voor bijna alle bestanden wordt door de Europese Commissie, die de voorstellen baseert op de adviezen van ICES, dan ook een forse reductie van de TAC voorgesteld. Daarmee zijn de voorgestelde TAC’s in overeenstemming met de doelen voor visserijsterfte in het Meerjarenplan voor de Oostzee. Daarnaast zijn de vangstmogelijkheden hiermee zoveel mogelijk op het niveau van de maximale duurzame opbrengst (Maximum Sustainable Yield, MSY).

De Nederlandse visserijsector heeft geen belangen in de Oostzee. Ik hecht er wel belang aan dat het beheer van visserijbestanden in alle Europese wateren op duurzame wijze wordt gerealiseerd. Eventuele maatregelen ten behoeve van het herstel van bepaalde bestanden in de Oostzee moeten dan ook in die context worden bezien. Ik ben tevreden dat de voorstellen van de Commissie gebaseerd zijn op wetenschappelijk advies, met het doel om de maximale duurzame opbrengst te bereiken, en ik vind het positief dat voor de bestanden een TAC is voorgesteld in lijn met het Meerjarenplan voor de Oostzee.

De betrokken lidstaten zullen naar verwachting aangeven dat de sociaaleconomische gevolgen van de voorgestelde vermindering van oostelijke en westelijke kabeljauw en westelijke haring groot zijn. In het Commissievoorstel is daarnaast de verplichting opgenomen dat schepen die kabeljauwbijvangst hebben CCTV (camera’s) aan boord moeten hebben. Meerdere lidstaten zullen zich tegen dit voorstel verzetten.

EU-Noorwegen consultaties 2019

Gedachtewisseling

De Raad zal van gedachten wisselen over de aanstaande bilaterale onderhandelingen tussen de EU en Noorwegen over de visserijovereenkomst voor 2020. Jaarlijks wordt met Noorwegen onderhandeld over de vangstmogelijkheden (Total Allowable Catches, TAC’s) voor de gezamenlijk beheerde visbestanden in de Noordzee en het Skagerrak én over de ruil van vangstmogelijkheden tussen de EU en Noorwegen. De Europese Commissie streeft ernaar de onderhandelingen vóór de Raad in december af te ronden, zodat de resultaten kunnen worden opgenomen in de verordening met vangstmogelijkheden voor 2020.

Ik hecht groot belang aan een goede relatie op visserijgebied met Noorwegen, omdat het gezamenlijke beheer een aantal voor Nederland belangrijke visbestanden betreft. Het beheer van de gedeelde bestanden moet in overeenstemming zijn met de doelstellingen en principes van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid. Ik ben daarom van mening dat de TAC’s moeten worden vastgesteld volgens de regels van de Meerjarenbeheerplannen en de MSY-benadering (Maximum Sustainable Yield).

Voor de Nederlandse demersale visserij zijn vooral de afspraken die worden gemaakt voor de visserij op schol en kabeljauw van belang. Het advies van de Internationale Raad voor Onderzoek de Zee (ICES) voor schol in 2020 betreft slechts een reductie van 7,6%, van de TAC als gevolg van een fluctuatie in de aanwas van jonge schol. Het bestand is gezond en de totale omvang groeit al enkele jaren fors.

Het vangstadvies van ICES voor kabeljauw in de Noordzee voor 2020 is ruim 70% lager dan het quotum zoals vastgesteld voor 2019. Hierover is gesproken in uw Kamer tijdens de regeling van werkzaamheden van 2 juli 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 100, item 38). Naar aanleiding van dit ordedebat is door het lid Futselaar (SP) om een schriftelijke reactie gevraagd over het advies van ICES voor kabeljauw in de Noordzee (Handelingen II 2018/19, nr. 100, item 38). De schriftelijke reactie geef ik hieronder.

Het is jammer dat de positieve trend van de afgelopen jaren voor kabeljauw in de Noordzee doorbroken is. Dat het aankomt op een advies tot een grote reductie komt deels doordat de omvang van het bestand kleiner is en er minder aanwas is dan ICES eerder had berekend. Daarnaast is de visserijdruk te hoog. Deze combinatie zorgt ervoor dat het niet goed gaat met het bestand.

De grootste quotumhouder van kabeljauw in de Noordzee is het Verenigd Koninkrijk, gevolgd door Denemarken. Zoals gezegd is het advies zorgwekkend, maar een lager quotum voor Nederland zou niet direct tot grote problemen moeten leiden in de Nederlandse kottersector: Nederland heeft weinig directe visserij op kabeljauw.

Wel kan het problematisch worden in het kader van quotumruilen: Nederland ruilt regelmatig kabeljauw met andere lidstaten voor bestanden waar vraag naar is in de Nederlandse sector. Daarnaast zullen er waarschijnlijk maatregelen voorgesteld worden door de Commissie om herstel van het bestand te bevorderen. Dat er naar maatregelen wordt gekeken is positief, wel zouden eventuele maatregelen in eerste instantie betrekking moeten hebben op de gerichte kabeljauwvisserij, omdat voornamelijk daar het probleem van overbevissing ligt. Maatregelen zouden vooralsnog niet de vissers moeten treffen voor wie kabeljauw slechts bijvangst is. Met deze toelichting heb ik aan het verzoek om een schriftelijke reactie op het kabeljauwadvies van het lid Futselaar (SP) voldaan.

Voor de pelagische visserij ligt het belang vooral bij de specifieke afspraken die gemaakt zullen worden over de uitruil van de TAC voor blauwe wijting tegen Arctische kabeljauw. Ook zal tijdens de consultaties de TAC voor haring in de Noordzee worden vastgesteld.

Ik zal met mijn inbreng in de Raad aandacht vragen voor de vaststelling van verantwoorde en duurzame vangstmogelijkheden en een evenwichtige uitruil van vangstmogelijkheden tussen de EU en Noorwegen.

Complicerende factor is de huidige status van de Brexit-onderhandelingen, de mogelijkheid bestaat immers dat er nog dit jaar een Brexit zal plaatsvinden terwijl dan de TAC en quota onderhandelingen al in volle gang zijn. Daarom zal ik in de Raad de Europese Commissie oproepen om duidelijke procesafspraken te maken.

22e jaarvergadering van de International Commission for the Conservation of Atlantic Tuna (ICCAT)

Gedachtewisseling

De International Commission for the Conservation of Atlantic Tuna (ICCAT) zal dit jaar van 15 tot en met 18 november in Palma de Mallorca, Spanje, plaatsvinden. Tijdens de ICCAT-jaarvergadering zullen afspraken worden gemaakt over de beheerplannen en de toegestane vangstmogelijkheden voor tonijn en tonijnachtigen. De Raad zal van gedachten wisselen over de voorbereiding van deze jaarvergadering.

Nederland heeft geen direct belang in de tonijnvisserij. Er wordt niet door Nederlands gevlagde schepen op tonijn gevist. Nederland zet zich op de lange termijn in voor duurzaamheid en het terugdringen van ongewenste bijvangsten.

Dit jaar staan de soorten tropische tonijn, mediterrane zwaardvis en kortvinmako Haai centraal op de agenda, omdat er tijdens de vorige jaarvergadering geen consensus bereikt kon worden. Dit jaar staat daarom een herziening van de maatregelen voor deze soorten op de agenda. Daarnaast was er vorig jaar geen consensus mogelijk over maatregelen tegen ongewenste bijvangst van haaien, zeezoogdieren en zeeschildpadden. De te nemen maatregelen staan wederom op de agenda.

Ten aanzien van het ICCAT zelf staan de implementatie van de aanbevelingen van de tweede performance review, de samenwerking met andere organisaties en de aanpassingen aan het mandaat van het ICCAT-verdrag centraal. De aanpassingen van het mandaat zijn voor Nederland relevant omdat hierdoor ICCAT ook maatregelen zal kunnen gaan nemen tegen de (ongewenste) bijvangst van haaien. Dit proces is een aantal jaar geleden begonnen en kan hopelijk dit jaar worden afgerond.

Het wetenschappelijk comité van ICCAT komt van 30 september tot en met 4 oktober 2019 bijeen en de biologische adviezen voor de geëvalueerde soorten en overige bestanden worden in de loop van oktober gepubliceerd. Tijdens de jaarvergadering onderhandelt de Europese Commissie namens de Europese lidstaten en baseert haar inzet op het best beschikbare wetenschappelijk advies.

Ik zal bij de voorbereiding van de jaarvergadering inzetten op een duurzaam meerjarig visserij-beheer gebaseerd op de wetenschappelijke adviezen, de bescherming van kwetsbare haaien, het voorkomen van ongewenste bijvangsten en concrete maatregelen voor het herstel van de bestanden wanneer er sprake is van overbevissing.

EU-Bossenstrategie post 2020

Gedachtewisseling

Het voorzitterschap heeft dit punt geagendeerd omdat de huidige EU-Bossenstrategie in 2020 afloopt. De Raad heeft in haar Raadsconclusies van afgelopen april geconstateerd dat er een noodzaak is voor een nieuwe strategie vanaf 2020. Aanleiding hiervoor was een voortgangsverslag van de Europese Commissie over de huidige Bossenstrategie. De EU-Bossenstrategie streeft naar duurzaam beheer van bossen en evenwicht tussen de vele functies en diensten die het bos levert, door een efficiënte en concurrerende bos- en houtsector als bijdrage aan de biogebaseerde economie, te bereiken in 2020. Dit door een brede aanpak die coherentie zoekt met aanpalende beleidsvelden, zoals klimaat, biodiversiteit, groene economie, plattelandsontwikkeling en energie. Het voorzitterschap wil met het oog op het opstellen van een Green Deal door de nieuwe Europese Commissie graag van lidstaten weten op welke wijze een EU-Bossenstrategie kan bijdragen aan de uitdagingen waar de EU de komende tijd voor staat. Het beoogt met het debat een duidelijk signaal af te geven aan de Commissie dat een nieuwe Bossenstrategie onderdeel moet zijn van de Green Deal. Dit is mede ingegeven door de uitspraken van Commissaris Timmermans op de Klimaattop in New York waar hij opriep ontbossing te stoppen en vond dat ook in Europa zelf op grote schaal herbebossing zou moeten plaats vinden.

Europese bossen vervullen functies die de landsgrenzen overstijgen. Daarmee vervullen bossen dus een rol voor de gehele EU en dus ook voor Nederland. Veel beleidsvelden zoals klimaat, energie, biodiversiteit en industrie hebben invloed op bossen. Effectief duurzaam bosbeheer is gebaat bij coherentie tussen deze beleidsvelden. Hoewel dit is in de eerste plaats een zaak van de lidstaten is, acht Nederland beleidscoherentie van belang op Europees niveau voor het realiseren van duurzaam bosbeheer. Zeker nu we voor grote uitdagingen staan die het lidstaatniveau overstijgen. Commissaris Timmermans heeft tijdens de Klimaattop uitspraken gedaan over de aanpak van die uitdagingen door de EU waar bossen een belangrijke in spelen. Ik ben daarom voorstander van een coherent EU-beleid in de vorm van een strategie ten aanzien van bossen als onderdeel van een Green Deal, met in achtneming van de nationale bevoegdheid ten aanzien van bosbeleid. Ik zie voorstellen van het voorzitterschap en de nieuwe Commissie met belangstelling tegemoet.

Mededeling Intensivering EU inzet bescherming & herstel bossen wereldwijd

Gedachtewisseling

Het voorzitterschap heeft de Mededeling geagendeerd om een eerste oriënterende gedachtewisseling erover te voeren en streeft ernaar eind dit jaar tot raadsconclusies te komen. De Europese Commissie constateert in de mededeling dat ontbossing en bosdegradatie wereldwijd, en met name in tropische gebieden, aanhouden, ondanks alle inspanningen tot nu toe en dat de EU-inspanning op dit vlak moet worden opgeschroefd. De Europese Commissie benadrukt dat zij ondanks het aflopen van haar mandaat de mededeling heeft uitgebracht vanwege de urgentie van de problematiek. De mededeling onderscheidt vijf prioritaire beleidssporen met 36 actiepunten:

– Verklein de ecologische voetafdruk van de EU-consumptie op het land en bevorder de consumptie van producten uit ontbossingsvrije toeleveringsketens in de EU;

– Werk samen met producerende landen om de druk op bossen terug te dringen en maak de EU-ontwikkelingssamenwerking aantoonbaar ontbossingsbestendig;

– Versterk de internationale samenwerking om ontbossing en bosdegradatie te stoppen en bevorder het herstel van bossen;

– Verleg de financiering om duurzamer landgebruik te ondersteunen;

– Ondersteun de beschikbaarheid van, de kwaliteit van, en toegang tot informatie over bossen en toeleveringsketens van grondstoffen, en ondersteun onderzoek en innovatie.

Op 27 september jl. heeft uw Kamer het BNC-fiche (Kamerstuk 22 112, nr. 2826) met een eerste appreciatie van het kabinet van deze mededeling ontvangen. Ik zal op de Raad, conform het BNC-fiche, aangeven dat Nederland de mededeling van de Commissie verwelkomt die in grote lijnen overeenstemt met de Nederlandse beleidsinzet. De mededeling beschrijft een probleem waarvan Nederland al langer de urgentie voelt. Daarnaast is er momenteel wereldwijd veel aandacht voor ontbossing (en bosaanplant) in relatie tot klimaat en biodiversiteit vanwege de bosbranden in onder andere de Amazone, het rapport van het Intergouvernementeel Panel voor Klimaatverandering (IPCC) over Landgebruik en Klimaat en het eerder genoemde IPBES-rapport. Nederland onderschrijft de analyse van de Commissie dat, ondanks alle inspanningen die tot nu toe zijn verricht, de huidige beleidsmaatregelen het behoud, herstel en het duurzaam gebruik van de bossen niet voldoende waarborgen en dat de EU haar optreden moet intensiveren en een nog sterkere leiderschapsrol op zich moet nemen. Het kabinet steunt de Commissie in haar voorgestelde aanpak op EU-niveau omdat daarmee een gelijk speelveld wordt gecreëerd en de EU hierin meer als één handelsblok kan gaan opereren. Het is positief dat de Commissie transparante informatie over bossen en agrogrondstofketens beschikbaar wil maken. Er moet een effectieve monitoring inspanning komen op de doelen die de EU zich op dit dossier stelt.

Ik zal vooral aandacht vragen voor het volgende.

De in de mededeling door de Europese Commissie geïdentificeerde actie om in beeld brengen welke mogelijkheden er zijn om handelsketens volledig transparant te maken m.b.t. ontbossing, bosdegradatie en ecosysteem conversie, moet wat mij betreft op de kortst mogelijke termijn worden afgerond. Ik moedig de Commissie daarbij aan ook alle effectieve maatregelen te overwegen – zowel regelgevende als niet-regelgevende maatregelen om handelsketens vrij te maken van ontbossing, bosdegradatie en ecosysteemconversie. Ik vind ook dat de Commissie samen met de lidstaten, zoals ook in de mededeling aangestipt, intensiever diplomatie moet gaan voeren om de genoemde doelen af te stemmen met de grote consumentenlanden, zoals India en China en handelsblokken zoals Mercosur en ASEAN. Ten slotte moet er wat mij betreft een duidelijke planning komen voor de uitwerking van geïdentificeerde acties, zodat onduidelijkheden over uitvoering van de voorgestelde maatregelen worden weggenomen.

Diversenpunt: Stand van zaken Afrikaanse varkenspest

Informatie van de Europese Commissie

De Europese Commissie zal bij de Landbouw- en Visserijraad de lidstaten informeren over de laatste ontwikkelingen ten aanzien van Afrikaanse varkenspest in Europa en Azië en over de bijeenkomsten die sinds de vorige Raad hierover hebben plaatsgevonden.

De Commissie zal waarschijnlijk aangeven welke lidstaten en derde landen sinds de vorige Raad besmet zijn geraakt. De Europese Commissie zal de Raad tevens informeren over de recente bijeenkomsten en over de aanbevelingen die de Commissie heeft gedaan op de ministeriële conferentie in september dit jaar. Nederland steunt de Commissie in haar activiteiten en kan de aanbevelingen onderschrijven.

INFORMATIE TOEKOMST GLB

Stand van zaken Raadswerkgroepen

Raadswerkgroep Horizontale Vraagstukken

Deze Raadswerkgroep heeft op 12, 13 en 25 september 2019 plaatsgevonden. Op 12 en 13 september werd er gesproken over conditionaliteit, het geïntegreerde beheers- en controle systeem, de controles en sancties van de conditionaliteit, het nieuwe prestatiemodel en indicatoren. De discussies waren veelal van zeer technische aard waar lidstaten vaak om verduidelijking vroegen van de voorstellen die op tafel liggen. Een discussie van fundamenteler aard richtte zich op de goede landbouw- en milieucondities. In het Commissievoorstel zijn de huidige vergroeningseisen als goede landbouw- en milieucondities toegevoegd aan de conditionaliteit echter in een gewijzigde vorm. Zo is de eis van gewasdiversificatie veranderd naar gewasrotatie. Veel lidstaten hebben moeite met deze wijzigingen en pleiten voor een continuering van de huidige vergroeningseisen. In de Raadswerkgroep van 25 september jl. stonden technische aanpassingen in de Strategische Plan (SP) verordening in de artikelen over eco-regelingen en plattelandsontwikkeling op de agenda. Over het algemeen werden de voorgestelde aanpassingen positief ontvangen door de lidstaten, met hier en daar een verzoek om verdere toelichting.

Raadswerkgroep Agrifin

De Raadswerkgroep Agrifin is op 19 september jl. voor een korte bijeenkomst bij elkaar gekomen. Hier werd gesproken over de single audit, administratieve nacontroles voor GLB-betalingen die buiten het NSP vallen en het nieuwe prestatiemodel. Voor wat betreft de single audit heeft de Commissie een non-paper toegelicht met meer uitleg over Artikel 46 en 47 uit de Horizontale-verordening. Nederland heeft hier het belang van een echte single audit systematiek benadrukt en gevraagd om duidelijke juridische verankering van de single audit systematiek in de samenhang van beide artikelen. Het onderwerp administratieve nacontroles die in het toekomstig GLB een klein deel van de uitgaven zullen betreffen, stond op de agenda om een duidelijker beeld te krijgen hoe lidstaten nu in dit onderwerp staan. Dit leidde tot een gemengd beeld waardoor dit onderwerp bij de volgende vergadering wederom op de agenda zal staan om dit verder te bespreken. Daarnaast heeft de Commissie ook een presentatie gegeven over het prestatiemodel.

Raadswerkgroep Landbouwproducten

De Raadswerkgroep Landbouwproducten is voor het laatst bijeengeweest op 12 december 2018. Het Finse voorzitterschap zal eind oktober een bijeenkomst voor deze raadswerkgroep beleggen. Het is nog niet bekend wat er op de agenda zal staan.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten