Antwoord op vragen van het lid Wassenberg over de handel in apen naar Europese proefdiercentra door een Nederlands bedrijf
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2019D39591, datum: 2019-10-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20192020-279).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van zaak 2019Z14252:
- Gericht aan: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Gericht aan: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: F.P. Wassenberg, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
279
Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de handel in apen naar Europese proefdiercentra door een Nederlands bedrijf (ingezonden 3 juli 2019).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 8 oktober 2019).
Vraag 1, 2 en 3
Klopt het dat een Nederlands bedrijf, te weten R.C. Hartelust B.V (in het vervolg: Hartelust) te Tilburg, apen verkoopt aan een proefdierlaboratorium in Parma, waar vangstokken worden gebruikt om de dieren te fixeren en waarbij de apen willens en weten drinkwater wordt onthouden, waardoor ze hun eigen urine drinken en aan de spijlen van hun kooien likken? Wat is uw reactie op de beelden die via Animalrights.com te zien zijn?
Wat vindt u ervan dat een Nederlands bedrijf apen levert aan een proefdierlaboratorium waar zo met de dieren om wordt gegaan?
Vindt u het gewenst dat een Nederlands bedrijf optreedt als doorvoerhaven voor apen die afkomstig zijn uit China en deze apen verkoopt aan proefdiercentra in Europa?
Antwoord 1, 2 en 3
Ik vind het belangrijk dat er zorgvuldig en respectvol wordt omgegaan met proefdieren en ik kan goed begrijpen dat de undercover-beelden als schokkend worden ervaren. Ik ga er dan ook vanuit dat de Italiaanse autoriteiten dit verder zullen oppakken. De Europese Richtlijn 2010/63/EU voor de bescherming van proefdieren stelt namelijk strenge voorwaarden aan de huisvesting, verzorging en het gebruik van niet-humane primaten in dierproeven. Deze richtlijn is in alle lidstaten geïmplementeerd, in Nederland in de Wet op de dierproeven.
Er is in Nederland een bedrijf gevestigd dat een vergunning heeft om gefokte niet-humane primaten vanuit niet-EU landen te importeren en, na afloop van een quarantainetijd, te verhandelen naar erkende dierproefcentra in Europa. Dit bedrijf voldoet daarbij aan de wettelijke gestelde eisen, waar de NVWA streng op toeziet. Ik heb geen informatie voor welke soort dierproeven deze apen buiten Nederland worden ingezet.
Vraag 4, 5 en 6
Kunt u inzicht geven in het aantal apen dat jaarlijks door Hartelust wordt gekocht en verhandeld? Kunt u daarbij onderscheid maken naar apensoort?
Kunt u aangeven uit welke landen en instellingen Hartelust apen mag kopen en transporteren? Kunt u aangeven uit welke landen en instellingen de afgelopen jaren ook daadwerkelijk apen zijn geïmporteerd of ingekocht?
Aan welke landen en instellingen zijn de afgelopen jaren apen geleverd door Hartelust?
Antwoord 4, 5 en 6
Exact deze vragen zijn reeds in 2010 beantwoord door de Minister van VWS (Aanhangsel Handelingen II 2009–2010, nr. 2852).Hoewel ik het belangrijk vindt om bij dierproeven zo transparant mogelijk te zijn kan ik, in lijn met de eerdere beantwoording, deze Informatie vanwege de bescherming van bedrijfs- en fabricagegegevens niet verstrekken.
Vraag 7
Kunt u aangeven hoe de dieren getransporteerd worden van en naar Nederland en welke dierenwelzijnseisen aan het transport gesteld worden? Hoe wordt hierop toegezien? Worden de gezondheid en het welzijn van de apen tijdens het transport naar en van Nederland gemonitord? Zo ja, op welke wijze? Zijn er apen gestorven tijdens de transporten? Zo ja, hoeveel en wat was de precieze doodsoorzaak?
Antwoord 7
Alle instellingen die niet-humane primaten importeren moeten een erkenning hebben onder Richtlijn 92/65/EG (Bezemrichtlijn). Indien het gaat om proefdieren is daarnaast een vergunning vereist onder de Wet op de dierproeven (Wod) artikel 2. Conform deze vergunning dient het bedrijf te voldoen aan de vereisten voor huisvesting en dierenwelzijn van de Wod. De NVWA voert jaarlijks meerdere controles uit op de naleving hiervan. Transport door de lucht van primaten is binnen CITES slechts toegestaan als dit volgens de IATA-richtlijnen plaatsvindt (International Airport Transportation Association) voor het transport van levende dieren. Gezondheidscertificaten maken altijd onderdeel uit van een zending. De regels voor diertransporten binnen Europa zijn vastgesteld in de Verordening (EG) Nr. 1/2005 (Transportverordening). De NVWA houdt steekproefsgewijs toezicht op de naleving van deze voorschriften, er wordt echter geen registratie bijgehouden over gestorvene dieren. Daarnaast controleren ook de ontvangende lidstaten bij de certificering of het transport voldoet aan de eisen.
Vraag 8
Is het u bekend dat de Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschappen (KNAW) schrijft dat het «van groot belang [is] dat de herkomst van alle nhp (niet-humane primaten) die in Nederland gebruikt worden voor dierexperimenten bekend is, zodat wildvang en onnodig internationaal transport uitgesloten zijn»?
Antwoord 8
Ja. Het is in Europa verboden om niet humane-primaten uit het wild te gebruiken in dierproeven. Om dit te waarborgen beschikken alle apen die naar Europa geïmporteerd worden over een CITES certificaat dat de herkomst uit een fokinstelling bevestigt. Deze dieren ondergaan wel een internationale transport en een quarantainetijd. Alle Nederlandse onderzoeksinstellingen waar onderzoek met niet-humane primaten plaatsvindt, hebben daarom in 2014 toegezegd om voortaan bij voorkeur dieren te betrekken die in Nederland zijn gefokt (Kamerstuk 32 336, nr. 44). De herkomst van de niet-humane primaten in dierproeven in Nederland wordt ieder jaar gepubliceerd in de jaarregistratie «Zo doende» van de NVWA.
Vraag 9
Kunt u uitsluiten dat Hartelust een doorvoerhaven is voor apen die uit het wild zijn gevangen? Hoe controleert u of Hartelust voldoet aan de Cites-regelgeving inzake wildvang? Maakt het BPRC gebruik van apen afkomstig van Hartelust? Zo ja, wat is de herkomst van deze apen? Kunt u uitsluiten dat ze uit het wild gevangen zijn?
Antwoord 9
Zoals ik in het antwoord op vraag 8 heb aangegeven is het in Europa verboden om niet-humane primaten uit wildvang te gebruiken in dierproeven. De dieren moeten afkomstig zijn van een fokinstelling. Bij de invoer van niet-humane primaten is de CITES-overeenkomst van toepassing. Het CITES-certificaat geldt als bewijs voor legale herkomst uit een fokinstelling, afgegeven door de bevoegde autoriteiten in het land van herkomst. Invoer kan slechts plaatsvinden als in Nederland de onafhankelijke Wetenschappelijke CITES Autoriteit een positief advies heeft uitgebracht. De invoer wordt niet toegestaan indien er gerede twijfel bestaat over de fokstatus van de dieren.
Het BPRC beschikt sinds enkele jaren over zelfstandige fokkolonies voor de verschillende soorten niet-humane primaten en is daarmee onafhankelijk van import van dieren. Voor die tijd heeft het BPRC ook apen betrokken uit niet-EU landen. Deze dieren waren voorzien van de benodigde CITES-documenten die wildvang uitsluiten.
Vraag 10
Deelt u de mening dat de Nederlandse ambitie om het aantal dierproeven op apen te verminderen wordt ondergraven als Nederland een doorvoerhaven is van apen naar buitenlandse proefdiercentra? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Nee, de commerciële activiteit van een bedrijf in Nederland heeft geen enkele invloed op de kabinetsambitie om in Nederland het aantal dierproeven op apen te verminderen.
Vraag 11
Kunt u deze vragen een voor een beantwoorden?
Antwoord 11
Omwille van een betere leesbaarheid heb ik ervoor gekozen om de vragen 1, 2, 3 en 4, 5, 6 gezamenlijk te beantwoorden.