[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde agenda bijeenkomst NAVO-ministers van Defensie op 24 en 25 oktober 2019 te Brussel

NAVO

Brief regering

Nummer: 2019D39646, datum: 2019-10-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-28676-323).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 28676 -323 NAVO.

Onderdeel van zaak 2019Z19029:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

28 676 NAVO

Nr. 323 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 oktober 2019

Inleiding

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan ten behoeve van de bijeenkomst van de NAVO-ministers van Defensie op 24 en 25 oktober a.s. te Brussel.

De bijeenkomst is een belangrijke opmaat naar de zogenoemde Leaders» Meeting, de bijeenkomst van de staatshoofden en regeringsleiders, op 3 en 4 december a.s. in Londen. De Ministers spreken in Brussel over lastenverdeling, de Deterrence & Defence Posture van de NAVO en NAVO-operaties en missies. Tijdens het werkdiner, in aanwezigheid van de EU Hoge Vertegenwoordiger en de Zweedse en Finse collega’s, komen het tegengaan van hybride dreigingen en de versterking van weerbaarheid van de samenleving aan de orde. De ministeriële wordt afgesloten met een bijeenkomst van de landen die een bijdrage leveren aan de Resolute Support missie in Afghanistan.

Lastenverdeling

De lastenverdeling binnen het bondgenootschap zal een belangrijk onderwerp zijn tijdens de Leaders» Meeting in december. In aanloop naar deze bijeenkomst bezien de Ministers de voortgang van de implementatie van de op de Top in Wales in 2014 gemaakte afspraken. De secretaris-generaal zal de bondgenoten vragen hun nationale plannen te actualiseren, zodat hij tijdens de Leaders» Meeting kan beschikken over de meest recente cijfers met betrekking tot de voorziene defensie-uitgaven in de periode tot 2024. Tijdens de vorige bijeenkomst van de NAVO-ministers in juni dit jaar (Kamerstuk 28 676, nr. 321), bleek dat er nog steeds elf van de 29 bondgenoten zijn, waaronder Nederland, die in 2024 niet de NAVO-norm van 2% bbp aan defensie-uitgaven zullen halen en daar ook (nog) geen plannen voor hebben.

Nederland heeft, bovenop het geld uit het regeerakkoord, met de voorjaarsnota in mei 2019 extra geld uitgetrokken om een start te maken met de uitvoering van de prioriteiten uit het nationaal plan. Dit plan is in december 2018 ingediend bij de NAVO, met daarin de vijf prioriteiten waar Nederland de komende tijd in wil investeren. De beschikbare middelen zijn onvoldoende om invulling te geven aan alle vijf de prioriteiten. Gekozen is om 9 extra F-35»s te kopen, extra te investeren in de ondersteuning en inzetbaarheid van de special forces en in het cyber- en informatiedomein door het versterken van de IT-infrastructuur. Daarnaast wordt er ook geïnvesteerd in het personeel.

Afschrikking en verdediging

Een belangrijk onderwerp van gesprek in het kader van afschrikking en collectieve verdediging zal het NATO Readiness Initiative (NRI) zijn. Eind dit jaar dient de politieke doelstelling om het initiatief te vullen met aangewezen eenheden te zijn gerealiseerd.

Er loopt momenteel een discussie over de samenvoeging van initiatieven zoals het NRI, de al bestaande enhanced NATO Response Force en overige eenheden die reeds door bondgenoten aan de NAVO zijn gecommitteerd, in wat dan de adapted NATO Response Force zal gaan heten. De Ministers zullen een oriënterend gesprek voeren over hoe deze aNRF mogelijk vorm kan krijgen als ook hoe de vulling daarvan dan dient te verlopen. Nederland is voorstander van het handhaven van de mogelijkheid van rotatie van eenheden tussen de landen. Dit helpt kleinere landen bij het leveren van hun bijdrage, door gezamenlijk of onder leiding van grotere landen een lange-termijn bijdrage te kunnen leveren.

De Ministers zullen ook van gedachten wisselen over het initial concept for the deterrence and defence of the Euro-Atlantic Area. Het doel van dit document is de in mei 2019 gepresenteerde NATO Military Strategy te operationaliseren, door onderliggende beleidsinitiatieven zoals aNRF, reinforcement en enablement te verbinden. Het concept bouwt voort op alle sinds 2014 gepleegde aanpassingen aan de Deterrence and Defence Posture van de NAVO. Het gaat dus niet zo zeer om deze verder aan te passen als wel om de samenhang tussen de genomen maatregelen te bevorderen.

NAVO-operaties en missies

De Ministers spreken over de relevante ontwikkelingen binnen diverse NAVO-operaties en missies in Afghanistan, Irak en Kosovo. Uw Kamer is op 14 juni jl. (Kamerstuk 29 521 nr. 381) geïnformeerd over het besluit van het kabinet om het mandaat voor de Nederlandse bijdrage aan de strijd tegen ISIS en de bredere Nederlandse veiligheidsinzet in Irak te verlengen tot en met 31 december 2021. Uw Kamer wordt binnen afzienbare tijd nader geïnformeerd over de invulling van deze bijdrage in 2020 en 2021.

De politieke ontwikkelingen in Afghanistan, waaronder het vredesproces en de presidentsverkiezingen, zullen onderwerp van gesprek zijn. Het Nederlandse standpunt blijft dat een inclusief, intra-Afghaans vredesproces dat gesteund wordt door de regio, de grootste kans op een duurzame vrede biedt. Nederland zal benadrukken dat voortzetting van internationale betrokkenheid bij Afghanistan cruciaal blijft om de partijen in staat te stellen om het politieke proces verder te brengen. Nederland zal de bondgenoten dan ook oproepen tot blijvende betrokkenheid.

Tevens zullen de Ministers spreken over de tekorten bij de vulling van genoemde operaties als ook van NAVO-initiatieven en activiteiten zoals de NATO Response Force en het NATO Readiness Initiative (NRI). De SG zal aandringen om deze tekorten weg te werken. In de Kamerbrief over de samenhang Nederlandse inspanningen in snelle reactiemachten en missies en operaties tot en met 2021 (Kamerstuk 29 521, nr. 381) is uw Kamer geïnformeerd over de Nederlandse bijdrage aan snelle reactiemachten. Daarin is geschetst dat de inspanningen veel van Defensie vragen, nu de krijgsmacht nog doende is met het herstel van de gereedheid. Er is slechts een single set of forces die kan worden ingezet voor de drie hoofdtaken van de krijgsmacht en dat vraagt derhalve iedere keer weer om een zorgvuldige afweging bij besluitvorming over eventuele (verlenging van) bijdragen in het kader van een van de drie hoofdtaken van Defensie.

Hybride dreigingen en weerbaarheid

Tijdens het werkdiner wordt in aanwezigheid van de EU Hoge Vertegenwoordiger en de Ministers van Defensie van Finland en Zweden gesproken over het tegengaan van hybride dreigingen en de versterking van nationale en bondgenootschappelijke weerbaarheid.

Hybride dreigingen vergen een geïntegreerde benadering en een maatschappij-brede aanpak met betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld en de private sector. Het Nederlandse beleid ten aanzien van het bestrijden van hybride dreigingen valt binnen het programma «statelijke dreigingen», waarover u op 18 april jl. bent geïnformeerd (Kamerstuk 30 821, nr. 72). De versterking van de weerbaarheid tegen deze dreigingen maakt een belangrijk onderdeel uit van het Nederlandse beleid. Ook de NAVO onderstreept het belang van weerbaarheid voor de nationale en collectieve verdediging waaronder tegen hybride dreigingen. In de praktijk betekent dit bijvoorbeeld dat civiele communicatie bestand moet zijn tegen externe beïnvloeding. In dit licht kan de Kamerbrief «Maatregelen bescherming telecomnetwerken en 5G» worden gezien, die het kabinet op 1 juli heeft verstuurd.

Nederland verwelkomt het feit dat hybride dreigingen worden besproken in aanwezigheid van de EU HV en de Ministers van Finland en Zweden. Nederland pleit voor het concretiseren van EU-NAVO samenwerking en kijkt daarbij onder andere naar samenwerking bij het tegengaan van hybride dreigingen, met een focus op omgevingsbewustzijn, het vergroten van weerbaarheid en het uitbreiden van mogelijke responsopties. De NAVO werkt aan de inzet van Counter Hybrid Support Teams, die NAVO-bondgenoten ondersteunen met hun expertise en daarbij bijdragen aan de weerbaarheid tegen hybride dreigingen.

Werksessie Resolute Support

De Ministers spreken met de Ministers van de operationele partners in Resolute Support en Afghanistan over de veiligheidssituatie in Afghanistan en de voortgang van de missie. Zoals hierboven genoemd, zal Nederland hier blijven pleiten voor een inclusief intra-Afghaans vredesproces dat door de regio wordt gesteund. Bovendien zal Nederland opnieuw aangeven dat een blijvend commitment van de NAVO en de internationale gemeenschap in Afghanistan nodig is om de juiste voorwaarden voor vrede te scheppen, waaronder een duurzaam en zelfredzaam veiligheidsapparaat.

De Minister van Defensie,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten