[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van een schriftelijk overleg over uitvoering van de motie van het lid Van den Bosch c.s. over verkenning van een grenscorrectie voor Spaarndam

Samenvoeging van de gemeenten Haarlemmerliede en Spaarnwoude en Haarlemmermeer

Verslag van een schriftelijk overleg

Nummer: 2019D40247, datum: 2019-10-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-34827-9).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 34827 -9 Samenvoeging van de gemeenten Haarlemmerliede en Spaarnwoude en Haarlemmermeer.

Onderdeel van zaak 2019Z19346:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

34 827 Samenvoeging van de gemeenten Haarlemmerliede en Spaarnwoude en Haarlemmermeer

Nr. 9 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 11 oktober 2019

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de brieven van 24 april 2019 en 19 augustus 2019 over de uitvoering van de motie van het lid Van den Bosch c.s. over verkenning van een grenscorrectie voor Spaarndam (Kamerstuk 34 827, nr. 6).

De vragen en opmerkingen zijn op 12 september 2019 aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voorgelegd. Bij brief van 10 oktober 2019 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie,
Ziengs

De griffier van de commissie,
Roovers

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de schriftelijke reactie van het kabinet op de motie van het lid Van den Bosch (VVD) c.s. over verkenning van een grenscorrectie voor Spaarndam. Hierin geeft de Minister aan dat de provincie Noord-Holland geen mogelijkheden ziet om het verzoek in de motie ten uitvoer te brengen. Uit de brief van de provincie Noord-Holland en uit een gesprek dat de CDA-fractie heeft gevoerd met de betrokken gedeputeerde blijkt dat de uitvoering van de motie strandt op de weigering van de gemeente Haarlemmermeer om daaraan mee te werken, aangezien zij de aanleiding tot het indienen van de (unaniem aangenomen) motie niet deelt. Volgens de gemeente is er geen maatschappelijk probleem. De leden van de CDA-fractie zien dat er dan geen mogelijkheden resten om de discussie over Spaarndam te vervolgen. Deze leden hebben begrip voor de oproep van de Minister om de voortdurende onduidelijkheid over een eventuele grenscorrectie te beëindigen. Daaraan kan worden bijgedragen door de parlementaire behandeling met dit schriftelijk overleg af te ronden. Wel heeft de CDA-fractie nog enkele vragen over de brief van de Minister.

De Minister stelt, dat niet bij alle inwoners van Spaarndam draagvlak is voor het plan van een mogelijke grenscorrectie. Op welke wijze is het draagvlak bij de inwoners van Spaarndam gepeild?

Een herindeling kan conform het Beleidskader alleen door de provincie worden geïnitieerd bij evidente bestuurskrachtproblematiek waarvoor gemeenten zelf geen oplossing kunnen vinden. De provincie trekt dat principe door naar grenscorrecties (formeel ook een vorm van gemeentelijke herindeling) en stelt dat er van evidente bestuurskrachtproblematiek geen sprake is. Deelt de Minister het standpunt van de provincie Noord-Holland, dat de vraag of er sprake is van evidente bestuurskrachtproblematiek leidend behoort te zijn bij de uitvoering van de motie-Van den Bosch c.s.?

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met interesse kennisgenomen van de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dd. 19 augustus jl. inzake de mogelijkheid voor een nadere grenscorrectie ten aanzien van Spaarndam. Met deze brief wordt uitvoering gegeven aan de motie van de leden Van den Bosch, Van der Molen, Den Boer en Van der Graaf die opriep tot een verkenning naar de mogelijkheid van een grenscorrectie voor het dorp Spaarndam. Deze leden constateren dat vanuit de provincie Noord-Holland en het Rijk conform het beleidskader gemeentelijke herindeling wordt gehandeld en dat op basis daarvan wordt geconcludeerd dat een grenscorrectie geen duurzame oplossing is. Deze leden ondersteunen derhalve de handelwijze van de provincie en het Rijk en delen de hoop van de Minister dat hiermee duidelijkheid wordt verschaft aan de inwoners van Spaarndam en de blik gericht kan worden op de gezamenlijke verdere toekomst. Gegeven dit alles zien de leden van de fractie van de ChristenUnie af van verdere inbreng.

Reactie van de Minister

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) dankt de leden van de fracties van het CDA en de ChristenUnie (CU) voor hun gestelde vragen.

De leden van de CDA-fractie vragen zich af hoe het draagvlak bij de inwoners van Spaarndam gepeild is en waaruit blijkt dat niet bij alle inwoners draagvlak is voor een eventuele grenscorrectie. Bij de totstandkoming van de herindeling van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude met de gemeente Haarlemmermeer zijn inwoners op verschillende momenten en manieren betrokken geweest. Destijds zijn er veel zienswijzen uit Spaarndam binnengekomen, waaruit steun bleek voor de voorgenomen herindeling.

Daarnaast konden betrokkenen hun opinie kenbaar maken bij het recente traject dat door de provincie Noord-Holland is doorlopen om uitvoering te geven aan de motie van het lid Van den Bosch c.s. Tijdens dit traject is een alternatieve dorpsraad opgericht, die juist pleit voor behoud van de huidige situatie. Hieruit is dus af te leiden dat niet alle Spaarndammers voorstander zijn van aansluiting bij Haarlem. Daarbij komt dat er bij het gemeentebestuur van de gemeente Haarlemmermeer überhaupt geen draagvlak is voor een grenscorrectie.

De tweede vraag van de CDA-fractie gaat over de provinciaal geïnitieerde herindeling c.q. grenscorrectie. Bij een door de provincie geïnitieerde herindeling dient er sprake te zijn van evidente bestuurskrachtsproblematiek waarvoor gemeenten zelf geen oplossing kunnen vinden. Er dient een goede aanleiding te zijn om iets wat niet van vanzelf van onderop tot stand komt door een andere bestuurslaag alsnog op te laten leggen. Ik deel met de provincie Noord-Holland dat dit uitgangspunt ook geldt voor grenscorrecties. En aangezien de motie-Van den Bosch c.s. oproept om een grenscorrectie te verkennen, ben ik ook van mening dat dit uitgangspunt zou moeten gelden bij de uitvoering van die motie.

Tenslotte dankt de Minister van BZK de leden van de CU-fractie voor hun inbreng en hun steun voor de gekozen aanpak.