[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van de Raad Algemene Zaken van 15 oktober 2019

Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Brief regering

Nummer: 2019D41142, datum: 2019-10-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-02-2075).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 02-2075 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken .

Onderdeel van zaak 2019Z19734:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2075 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 oktober 2019

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Algemene Zaken van 15 oktober 2019.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok

VERSLAG RAAD ALGEMENE ZAKEN EN RAAD ALGEMENE ZAKEN IN ARTIKEL 50 SAMENSTELLING VAN 15 OKTOBER 2019

Voorbereiding Europese Raad 17–18 oktober

Meerjarig Financieel Kader

Aan de hand van de discussienotitie van het Finse voorzitterschap sprak de Raad Algemene Zaken (RAZ) over het Meerjarig Financieel Kader (MFK). De discussie spitste zich toe op drie thema’s: (1) de totaalomvang van het nieuwe MFK, inclusief de financiering; (2) de balans tussen de verschillende uitgavencategorieën binnen het nieuwe MFK en; (3) conditionaliteiten en positieve prikkels. Het Finse voorzitterschap lichtte de discussienotitie toe en vroeg steun om op basis hiervan verder te werken aan de Negotiation Box ten behoeve van een bespreking tijdens de ER in december.

Na steun te hebben uitgesproken aan het Finse voorzitterschap om verder te werken aan de Negotiation Box heeft Nederland met een groep gelijkgezinde lidstaten benadrukt dat de door het Finse voorzitterschap voorgestelde bandbreedte voor de totaalomvang te hoog is en geen basis kan vormen voor een akkoord. Deze groep lidstaten is met het kabinet van mening dat een MFK-totaalomvang van 1% van het EU27 BNI de Unie voldoende ruimte geeft om te investeren in nieuwe prioriteiten, mits scherpe keuzes worden gemaakt op alle beleidsterreinen. Veel andere lidstaten en ook de Europese Commissie spraken zich om uiteenlopende redenen ook kritisch uit over de voorgestelde bandbreedte voor de totaalomvang, onder meer omdat zij zich verzetten tegen bezuinigingen op cohesie- of landbouwbeleid. Naast de opmerkingen over de totaalomvang heeft Nederland zich uitgesproken voor een ambitieuze inhoudelijke modernisering van het MFK; ofwel een MFK met nieuwe prioriteiten, zoals onderzoek en innovatie, veiligheid, migratie en klimaat, in combinatie met hervorming en bezuinigingen op het cohesiebeleid en gemeenschappelijk landbouwbeleid. Nederland heeft benadrukt dat het voorstel van het Finse voorzitterschap weliswaar een welkome verschuiving voorstelt van middelen naar nieuwe prioriteiten ten opzichte van het huidige MFK, maar dat aanvullende bezuinigingen nodig zijn om tot een acceptabele totaalomvang te komen. Ook spraken veel lidstaten zich in de RAZ uit over het verbinden van effectieve voorwaarden aan EU-uitgaven om zo beleidsprioriteiten en Europese waarden te waarborgen. Nederland heeft zich in deze discussie uitgesproken voor versterkte prikkels op het vlak van rechtsstatelijkheid, klimaat, migratie en structurele hervormingen. Deze zijn voor het kabinet onlosmakelijk verbonden met een moderner MFK. Veel lidstaten verwelkomden de bereikte voortgang ten aanzien van de conditionaliteit op het gebied van rechtsstatelijkheid.

Commissaris Oettinger herhaalde zijn oproep om spoedig tot besluitvorming te komen. De Europese Commissie pleitte daarnaast voor de invoering van nieuwe eigen middelen om de EU-begroting te financieren en verwees naar zijn Commissiemededeling van 9 oktober jl. In de discussie toonden een aantal lidstaten openheid om deze voorstellen verder te bespreken. Anderen stelden zich juist terughoudend op.

Institutioneel / follow-up strategische agenda

De Raad sprak kort over de komende institutionele cyclus ter voorbereiding van de discussie op de Europese Raad. Het Voorzitterschap bevestigde dat de voorgedragen voorzitter van de Europese Commissie Von der Leyen is uitgenodigd om de prioriteiten van de Commissie voor de komende vijf jaar toe te lichten. Ook gaf het Voorzitterschap aan dat de Finse premier gedurende de Europese Raad zal toelichten op welke wijze het Voorzitterschap de implementatie van de Strategische Agenda in de verschillende Raadsformaties ter hand heeft genomen. Nederland onderstreepte het belang van transparantie, o.a. in het Commissie werkprogramma en zag uit naar ambitieuze voorstellen ter zake. Hiermee werd de toezegging ter zake uit het AO belangenbehartiging van 3 oktober jl. uitgevoerd.

Klimaat

De Raad sprak over het klimaat in het kader van de voorbereiding van de Europese Raad. Het Voorzitterschap bevestigde dat dit debat op de Europese Raad zal plaatsvinden in het licht van de VN klimaattop van 23 september jl. en mede ter voorbereiding van de COP25 in Santiago in december. Een aantal lidstaten onderstreepte het belang van een ambitieus Europees klimaatbeleid en een leidende rol van de EU op mondiaal terrein hierop. Tegelijkertijd noemde een aantal lidstaten het van belang dat de klimaattransitie sociaal gebalanceerd is en noemde hierbij het aangekondigde «Just Transition Fund (JTF)» dat door de volgende Commissie zal worden aangenomen. Samen met andere ambitieuze lidstaten bracht Nederland hierbij in dat het voorstander is van een ambitieus Europees klimaatbeleid en de voorgestelde ambitie voor een klimaatneutrale Unie in 2050. Nederland gaf hierbij aan dat het toekomstige JTF in de context moet worden gezien van de aanscherping van de Europese ambities voor 2030 en 2050 alsmede in de context van het MFK. Een andere groep lidstaten gaf juist aan vast te willen houden aan bestaande afspraken en zag geen noodzaak nu al hogere doelstellingen vast te leggen. Het Voorzitterschap bevestigde dat de Europese Raad in december verdere richting zal geven op de lange-termijnklimaatdoelen van de EU, mede met het oog op het aannemen en indienen van de EU lange-termijnstrategie bij het UNFCCC begin 2020.

Extern

Het voorzitterschap gaf aan dat ook over Turkije zal worden gesproken, mede in het licht van de discussies en aangenomen conclusies op de Raad Buitenlandse Zaken van 14 oktober jl. over de Turkse inval in Noordoost Syrië en gasboringen rondom Cyprus (referte verslag Raad Buitenlandse Zaken d.d. 14 oktober, Kamerstuk 21 501-02, nr. 2074).

Uitbreiding

De Raad boog zich opnieuw over de aanbevelingen van de Europese Commissie om de toetredingsonderhandelingen met Noord-Macedonië respectievelijk Albanië te openen. De Raad besloot op 18 juni jl. om uiterlijk in oktober «duidelijke en inhoudelijke besluiten» te nemen ten aanzien van de respectievelijke aanbevelingen van de Commissie.

Nabuurschaps- en Uitbreidingscommissaris Hahn onderstreepte dat de Europese Commissie achter haar aanbevelingen stond en moedigde de Raad aan de toetredingsonderhandelingen met beide landen te openen. Een grote meerderheid in de Raad sprak zich vervolgens uit voor het openen van de toetredingsonderhandelingen met beide landen. Deze lidstaten onderstreepten dat de Unie geloofwaardig diende te blijven en haar beloftes moest nakomen. Het momentum van de justitiële hervormingen diende behouden te blijven en de Unie moest daarom besluiten de onderhandelingen te openen, zo meende een grote groep van Lidstaten. Alleen zo kon de EU haar waarden en normen projecteren op de Westelijke Balkanlanden en de bevolking perspectief bieden. Deze lidstaten wezen er ook op dat de RAZ niet voor het besluit stond om beide landen tot de Unie toe te laten, maar slechts diende te besluiten over het openen van de toetredingsonderhandelingen; de start van een lang proces. Enkele lidstaten wezen in dit verband op migratie en «brain drain». Voor veel lidstaten, zeker in de directe regio, spelen ook geopolitieke overwegingen en de stabiliteit in de regio een rol. Een aantal lidstaten wees in dit verband op het risico van toenemende invloed van derde landen in de regio.

Daartegenover stonden enkele lidstaten die onderstreepten dat de geloofwaardigheid van de Unie eerst en vooral samenhing met de strikte toepassing en naleving van de overeengekomen voorwaarden, voordat besluiten tot het openen van toetredingsonderhandelingen worden genomen door de Raad. Nederland heeft onderstreept te hechten aan het Europese perspectief van de landen op de Westelijke Balkan. Nederland heeft er echter op gewezen dat het prematuur is om nu tot het starten van de onderhandelingen met Albanië te besluiten, en dat een toekomstig besluit van de Raad tot openen van de toetredingsonderhandelingen met Albanië voorafgegaan moet worden door een nieuwe rapportage van de Europese Commissie over de voortgang op rechtsstaatsterrein, in het bijzonder de strijd tegen corruptie en georganiseerde misdaad, inclusief een track record dat deze voortgang onderbouwt. Nederland heeft voorts, ten aanzien van Noord-Macedonië, onderstreept dat het belang blijft hechten aan de totstandkoming van wetgeving die de onafhankelijke vervolging van eventuele toekomstige corruptie op het hoogste niveau garandeert. Nederland heeft tenslotte bepleit dat de Raad de Europese Commissie verzoekt om tijdig voorstellen voor verdere versteviging van de uitbreidingsmethodologie te presenteren aan de Raad, in het bijzonder om in de toekomst terugval op de rechtsstaatshervormingen na de start van de onderhandelingen te voorkomen.

Het Voorzitterschap moest vervolgens concluderen dat over het voorstel de toetredings-onderhandelingen met beide landen te openen geen consensus kon worden gevonden. Een voorstel van het Voorzitterschap om wel te besluiten de toetredingsonderhandelingen met Noord-Macedonië te openen, maar dat besluit ten aanzien van Albanië pas volgend voorjaar te nemen, kon evenmin op consensus rekenen. Enkele lidstaten insisteerden er vervolgens op dat de RAZ de politieke besluitvorming over het al dan niet openen van de toetredingsonderhandelingen met Noord-Macedonië en Albanië aan de Europese Raad van 17 en 18 oktober zou laten. Het Voorzitterschap concludeerde dat de Raad na de Europese Raad op dit onderwerp terug zal komen.

AOB Transparantieseminar

Het Finse Voorzitterschap koppelde kort terug van het recent door hen georganiseerde «Seminar on the Future of EU Transparancy».

Raad Algemene Zaken in Artikel 50 samenstelling

EU-Hoofdonderhandelaar Michel Barnier schetste de laatste stand van zaken in de technische gesprekken met het Verenigd Koninkrijk. Die zijn geïntensiveerd nadat het VK eind vorige week stappen in de juiste richting zette in een gesprek tussen de Britse premier Boris Johnson en zijn Ierse collega Leo Varadkar. Die stappen werden in Brussel door de Britse Secretary of State for Exiting the European Union Stephen Barclay en zijn onderhandelingsteam tegenover de Commissie bevestigd. Deze stappen komen erop neer dat het VK nu, in tegenstelling tot in eerdere voorstellen, onderkent dat het uitgangspunt van een akkoord moet zijn dat er geen douanegrens op het Ierse eiland ontstaat en dat een mechanisme voor instemming van de Noord-Ierse democratische instellingen niet als effect mag hebben dat één van de politieke partijen in Noord-Ierland een veto heeft.

Op basis van deze stappen voert de Commissie sinds zaterdag dag en nacht technische gesprekken met het VK om te proberen nog tijdig vóór de Europese Raad in Artikel 50 samenstelling van 17–18 oktober a.s. tot een akkoord te komen. Daarbij houdt de Commissie haar onderhandelingsmandaat scherp in de gaten, in het bijzonder waar het de bescherming van de integriteit van de interne markt en de douane-unie van de Europese Unie betreft. Ook zal er een oplossing moeten komen voor de Ierse grens die juridisch uitgewerkt en solide is en werkbaar vanaf de eerste dag na inwerkingtreding van het terugtrekkingsakkoord. Naast de genoemde punten van het overeen te komen douaneregime en een instemmingsmechanisme voor Noord-Ierland is er tussen de onderhandelingsteams van het VK en de EU nog discussie over de verwijzing in de politieke verklaring naar de toekomstige handelsrelatie en de garanties voor een gelijk speelveld die daarbij horen.

Barnier zal woensdag de EU27 lidstaten en het Europees Parlement informeren over de vorderingen in de gesprekken. Als er dan een akkoord is dat aan zijn mandaat voldoet, zal hij aanbevelen dat de Europese Raad dat akkoord verwelkomt. Als er geen akkoord is maar er wel vertrouwen is dat een akkoord binnen handbereik is, zal hij aanbevelen meer tijd te nemen. In dat geval komt de mogelijkheid van een verlenging van de in Artikel 50, lid 3, VEU bedoelde termijn ook in beeld. Alle lidstaten spraken hun steun uit voor Barnier en Nederland benadrukte met een aantal andere lidstaten het belang van de integriteit van de interne markt en douane-unie en van waarborgen voor een gelijk speelveld in de nieuwe relatie met het VK.