[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Vliegtuigafreminstallatie

Materieelprojecten

Brief regering

Nummer: 2019D41834, datum: 2019-10-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-27830-296).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 27830 -296 Materieelprojecten.

Onderdeel van zaak 2019Z20043:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

27 830 Materieelprojecten

Nr. 296 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 oktober 2019

Inleiding

Bij het gebruik van een start- en landingsbaan door gevechtsvliegtuigen moet met het oog op de veiligheid aan het begin en aan het einde van de baan een vliegtuigafreminstallatie (VAI) geïnstalleerd zijn. De huidige VAI’s dateren van 1985. Het gaat om 14 VAI’s, die in 2026 het einde van hun functionele levensduur bereiken en daarom moeten worden vervangen. De nieuwe VAI’s dienen geschikt te zijn voor alle jachtvliegtuigen, waaronder de F-35. Hiervoor is wereldwijd slechts één type gecertificeerd. Daarmee is dit het enige geschikte systeem.

Om de behoeftestelling zorgvuldig uit te werken is bij de beoogde leveranciers tweemaal informatie ingewonnen. Vervolgens is voor het materieel een aanbesteding begonnen. Daarop is één inschrijving ontvangen die aan de eisen voldeed.

Financiën

Een vliegtuigafreminstallatie bestaat uit een kabel met een motor die de kabel strak trekt (de materieelcomponent) en een behuizing als onderdak voor de motor (de vastgoedcomponent). Het aanvankelijk geraamde budget bedroeg € 20,7 miljoen. De materieelcomponent moest worden aanbesteed en de behuizing moest verder worden uitgewerkt. Dit is gepaard gegaan met een kostenstijging die als volgt is opgebouwd:

– kostenstijging materieelcomponent: € 11,7 miljoen,

– nog niet opgenomen kosten BTW: € 3,1 miljoen,

– kostenstijging vastgoedcomponent: € 8 miljoen.

Dit resulteert in een kostenstijging van € 22,8 miljoen. Met enkele kleine restposten voor een risicoreservering en voor onvoorziene uitgaven komt het totaal benodigde budget nu op € 44,4 miljoen, boven de DMP-grens van € 25 miljoen. Dit nieuwe bedrag is ingepast in de Defensiebegroting. Omdat er slechts één geschikt systeem en één aanbieder is en de offerteprijs vastligt, noem ik de bedragen in deze brief en niet, zoals gebruikelijk, in een commercieel-vertrouwelijke bijlage.

Toelichting

De prijsstijging van het VAI, het belangrijkste onderdeel uit de materieelcomponent, heeft zich voorgedaan tussen het opstellen van de behoefte in 2016 en de daadwerkelijke inschrijving in 2019. De prijsstijging van de vastgoedcomponent komt voort uit de eis dat de VAI wordt ondergebracht in een ondergrondse kelder in plaats van in een klein gebouw bovengronds. Die verandering komt voort uit gewijzigde wet- en regelgeving van de EASA, de European Union Air Safety Agency. De bestaande locaties van de VAI kunnen niet worden gebruikt, zo blijkt uit de informatie van de leverancier.

Tot slot is op advies van de leverancier besloten tot een verzwaring van de spanningsvoorziening op enkele velden, zodat de VAI kan worden aangesloten op het vaste net van de vliegbases en er geen aggregaat nodig is.

Het tijdpad is bijgesteld en gekoppeld aan het onderhoudsprogramma voor de start- en rolbanen, om de overlast op de velden zoveel mogelijk te beperken. Het tijdpad voorziet in een tijdige vervanging, voordat het einde van de levensduur in 2026 wordt bereikt.

Om tijdig realisatie mogelijk te maken binnen de voorgestelde financiële kaders is gunning van de materieelcomponent op korte termijn noodzakelijk, aangezien de gestanddoeningstermijn van de offerte afloopt op 30 november 2019. Ik verzoek de Kamer deze brief te behandelen in het komende WGO-overleg van 30 oktober 2019, zodat de bestelling nog op basis van de genoemde offerteprijs kan worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Defensie,
B. Visser