Antwoord op vragen van het lid Beckerman over “de lobby van multinationals die al jaren helpen de politieke agenda te formuleren”
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2019D41844, datum: 2019-10-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20192020-432).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Mede namens: M. Snel, staatssecretaris van Financiën
Onderdeel van zaak 2019Z16375:
- Gericht aan: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Indiener: S.M. Beckerman, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
432
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de lobby van multinationals die al decennia helpen de politieke agenda te formuleren (ingezonden 4 september 2019).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat), mede namens de Staatssecretaris van Financiën (ontvangen 21 oktober 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 257.
Vraag 1
Kent u het artikel van Follow the Money over de lobby van multinationals die met clubs en subcommissies de politiek beïnvloedden?1 Wat is hierop uw reactie?
Antwoord 1
Ja. Het bewuste artikel gaat over belangbehartiging vanuit het bedrijfsleven, specifiek vanuit ABDUP. ABDUP is een informeel overlegorgaan van AkzoNobel, Shell, DSM, Unilever en Philips. Op gezette tijden komen deze bedrijven in informele setting bijeen over thema’s waar deze multinationals mee te maken hebben. ABDUP nodigt soms gasten uit om hier aan bij te dragen.
Belangenbehartiging is een instrument waar alle maatschappelijke actoren zich van bedienen. Ik beschouw een dialoog tussen de overheid en maatschappelijke organisaties, belangenorganisaties en bedrijven als waardevol. Het kabinet hecht aan persoonlijk, open en vertrouwelijk contact met al deze partijen om beleidsopties te verkennen en de kwaliteit van wetgeving te verbeteren. Het kan inzicht geven in standpunten, argumenten en belangen, of draagvlak creëren voor beleid. Voor de kwaliteit van ons werk is het van groot belang om signalen van de buitenwereld te ontvangen en mee te wegen in beleidsvorming. Het kabinet maakt ten allen tijde haar eigen afwegingen en keuzes, waar het kabinet verantwoordelijk voor gehouden kan worden.
Vraag 2
Zijn er nu ook nog subcommissies actief? Zo ja, hoeveel, welke en op welke beleidsterreinen zijn zij actief? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
ABDUP staat los van de rijksoverheid. Ik heb geen zicht op eventuele subcommissies die vanuit ABDUP actief zijn.
Vraag 3 en 4
Kunt u in een tijdlijn weergeven hoe vaak er overleg plaats heeft gevonden tussen de ABDUB-bedrijven, PHAUSD en/of de subcommissies? Hoe vaak zijn daar kabinetsleden bij aanwezig geweest? Hoe vaak zijn daar hoge ambtenaren bij aanwezig geweest?
Kunt u tevens weergeven in die tijdlijn welke ministeries daarbij betrokken waren? Welke beleidsterreinen? Wat was het doel?
Antwoord 3 en 4
Ik beschouw een open dialoog tussen de overheid en maatschappelijke organisaties, belangenorganisaties en bedrijven als waardevol. Daarom is het ook belangrijk om transparant te zijn over dergelijke contacten. Zo is er doorgaans in wetgevingsvoorstellen een lobbyparagraaf opgenomen dat verslag doet van de internetconsultatie en andere contacten met externen, inclusief een reactie en inzage in de belangenafweging op hoofdlijnen. Per dossier is er dus in de regel goede transparantie over met wie er contact is geweest. Echter, er is geen totaaloverzicht per maatschappelijke organisatie, belangenorganisatie of bedrijf over de contacten met alle verschillende ambtenaren. Voor de volledigheid merk ik op dat de overheid geen lid is van ABDUP en ik dus ook geen tijdlijn kan construeren van overleg dat in dit verband heeft plaatsgevonden.
Zoals ook blijkt uit de documenten die zijn verstrekt in het kader van recente Wob-verzoeken over ABDUP waren tussen eind 2010 en heden de volgende bewindspersonen voor gedachtewisseling te gast bij een ABDUP-overleg, waarbij geen hoge ambtenaren aanwezig waren:
Op 14 februari 2011: Minister president Mark Rutte over onderwerpen als vestigingsklimaat; positie van Nederland in de wereld; concurrentiepositie.
Op 24 november 2011: Minister van Economische Zaken Maxime Verhagen over de macro-economische situatie in Nederland; Europa; en het Topsectorenbeleid.
Op 23 november 2015: Minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem over Europa; de concurrentiepositie van Nederland in Europa/wereld; de Nederlandse groeiagenda; en de rol van de industrie in de Nederlandse economie.
PHAUSD was een overlegorgaan tussen de bedrijven Philips, Hoogovens, Akzo, Unilever, Shell en DSM met de ambtelijke top van het toenmalige DG Industrie van het Ministerie van Economische Zaken. Voor zover nog na te gaan vond dit overleg in de jaren negentig circa vier keer per jaar plaats en dateert het laatste overleg van 2002.
Vraag 5
Bent u bereid toe te geven dat de afschaffing van de dividendbelasting wel degelijk door de «Nederlandsche industrieën met groote internationale belangen» aanhangig is gemaakt? Zo nee, hoeveel boeken en/of artikelen zijn er nog nodig om dat wel toe te geven?
Antwoord 5
Zoals aangegeven op vraag 1 hoort het bij het werk van ambtenaren op ministeries om signalen van de buitenwereld te ontvangen en te wegen. Verschillende Nederlandse (beursgenoteerde) bedrijven dragen al jaren uit dat de dividendbelasting een maatregel is waar zij last van hebben in vergelijking met buitenlandse concurrenten. Dit dateert van ver voor de recente discussie over dit onderwerp. Zo is dit onderwerp uitgebreid besproken op 26 juni 2008 in een hoorzitting/rondetafelgesprek voor de vaste commissie van Financiën.2
Vraag 6
Over welke belastingmaatregelen lobbyde ABDUP nog meer?
Antwoord 6
De ABDUP is een informeel samenkomen tussen AkzoNobel, Shell, DSM, Unilever en Philips waar allerhande onderwerpen besproken kunnen worden. Uit mijn antwoord op vraag 3 blijkt dat tussen eind 2010 en heden drie maal een bewindspersoon genodigd was. Daar zijn geen notulen van, dus kan ik deze vraag niet beantwoorden. Daarnaast is het van belang dat partijen vrijuit en in vertrouwen met de overheid kunnen spreken. Ook wordt in deze informele overleggen bedrijfsvertrouwelijke informatie gewisseld. Het is het niet aan mij om ingebrachte punten uit dergelijke overleggen naar buiten te brengen.
Vraag 7
Duurt het honoreren van de Wob-verzoeken van Follow the Money zo lang omdat u niet wilt dat deze lobby, naast de openlijke lobby, bekend wordt?
Antwoord 7
Mijn ministerie streeft ernaar om elk Wob-verzoek binnen de wettelijke termijn af te handelen. De herkomst of het doel van de vraag noch de uitkomst ervan heeft invloed op de doorlooptijd van behandeling. Het overschrijden van de termijn kan in algemene zin wel veroorzaakt worden door bijvoorbeeld de omvang of complexiteit van een Wob-verzoek, het opvragen van zienswijze van derden, of het groeiend aantal Wob-verzoeken dat mijn organisatie te verwerken krijgt. Daar hebben we dan contact over met de verzoeker.
Vraag 8
Bij welke milieumaatregelen kwam PHAUSD in opstand? Wanneer? Welke wetgeving is veranderd door de lobby van PHAUSD?
Antwoord 8
Ook in het verleden onderhielden ambtenaren bij het maken van beleid goed contact met de buitenwereld, waaronder met genoemde en andere bedrijven. Deze gang van zaken betekent niet dat er sprake was van ongewenste invloed op beleidvorming en wetgeving. Bovendien gold ook destijds dat het kabinet te allen tijde haar eigen afwegingen en keuzes maakt en hiervoor verantwoordelijk gehouden kan worden.
Vraag 9 en 10
Welke politieke projecten komen naast het Innovatieplatform en Jet-Net voort uit de lobby van deze clubs?
Hoeveel publiek geld is er in dit soort projecten gestoken?
Antwoord 9 en 10
Ik herken me niet in de bewering dat het ontstaan van het Innovatieplatform, Jet-Net of andere projecten toe te schrijven zijn aan belangenbehartiging vanuit het ABDUP-overleg.
Vraag 11
Lobbyen deze clubs ook bij provinciale en gemeentebesturen?
Antwoord 11
Deze vraag kan ik niet beantwoorden aangezien ik geen zicht heb op de agenda en activiteiten van ABDUP.