Beantwoording vragen commissie over de opzetten beleidsdoorlichtingen Douane en Dienstverlening Belastingdienst
Beleidsdoorlichting Financiën
Brief regering
Nummer: 2019D41883, datum: 2019-10-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31935-58).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. Snel, staatssecretaris van Financiën
Onderdeel van kamerstukdossier 31935 -58 Beleidsdoorlichting Financiën.
Onderdeel van zaak 2019Z20065:
- Indiener: M. Snel, staatssecretaris van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2019-10-29 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-11-06 15:30: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2019-11-07 14:20: Aansluitend aan de stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
31 935 Beleidsdoorlichting Financiën
Nr. 58 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 oktober 2019
Hierbij beantwoord ik de vragen die uw vaste commissie voor Financiën in haar procedurevergadering van 25 september 2019 heeft gesteld over de opzet van de beleidsdoorlichtingen Douane en Dienstverlening Belastingdienst. De antwoorden op de vragen over de beleidsdoorlichting Deelnemingenbeleid worden door de Minister van Financiën beantwoord in een separate brief.
De Staatssecretaris van Financiën,
M. Snel
Antwoorden van de Staatssecretaris van Financiën op vragen over de opzet van de beleidsdoorlichtingen Douane en Dienstverlening Belastingdienst
Vraag 1:
Kunt u toelichten waarom de beleidstheorie in de beleidsdoorlichtingen Douane en
Dienstverlening Belastingdienst ex post gereconstrueerd moet worden, terwijl de beleidstheorie gegeven constateringen en aanbevelingen in eerdere beleidsdoorlichtingen hierover, ook ex ante had kunnen en moeten worden opgesteld? Waarom is de beleidstheorie niet al eerder opgesteld?
Antwoord op vraag 1:
Conform de Regeling periodiek evaluatieonderzoek 2018 begint iedere beleidsdoorlichting met een beschrijving van het beleid, de doelen van dit beleid en de motivering voor (of theorie achter) het beleid (artikel 3 RPE, lid 2).1 Het is niet zo dat er geen beleidstheorie is. Het punt is dat deze in de loop der jaren vaak is vastgelegd in verschillende documenten zoals het jaarplan en de rijksbegroting en vervolgens niet altijd is geactualiseerd aan de hand van recente ontwikkelingen op het beleidsterrein. Daarom is het goed bij de start van elke doorlichting de onderliggende beleidstheorie als helder vertrekpunt voor de evaluatie te reconstrueren. Hierbij wordt onder meer gebruik gemaakt van de in 2017 opgestelde uitvoerings- en toezichtstrategie2 en de eerder uitgevoerde beleidsdoorlichting dienstverlening3
Vraag 2:
Wordt de handhaving van wet- en regelgeving rondom de beleidsdoorlichting Dienstverlening Belastingdienst ook betrokken in de beleidsdoorlichting? Zo nee, kunt u toelichten waarom dit niet gebeurt?
Antwoord op vraag 2:
De Belastingdienst zet naast dienstverlening de beleidsinstrumenten toezicht en opsporing en massale processen in om de compliance doelstelling te realiseren. De handhaving van wet- en regelgeving door de Belastingdienst omvat dit geheel aan beleidsinstrumenten. Er is voor gekozen om de beleidsinstrumenten niet allemaal tegelijkertijd door te lichten omdat dat te omvangrijk is. Toezicht en opsporing en massale processen zijn recent doorgelicht4. Hoe de beleidsinstrumenten zich tot elkaar verhouden en onderdeel zijn van de strategie van de Belastingdienst is in die beleidsdoorlichting beschreven. Ook in de nieuwe beleidsdoorlichting dienstverlening zal aandacht worden besteed aan de plaats van dienstverlening, massale processen en toezicht en opsporing in de uitvoerings- en toezichtstrategie van de Belastingdienst. Waar de doelen van dienstverlening en van de andere beleidsinstrumenten elkaar raken, zal hieraan in deze doorlichting aandacht worden besteed.
Vraag 3:
Kunt u de Kamer informeren indien de gedetailleerde onderzoeksopzetten onder verantwoordelijkheid van de Belastingdienst later op belangrijke punten worden gewijzigd ten opzichte van de nu voorliggende onderzoeksopzetten, alvorens een extern bureau wordt aangetrokken?
Antwoord op vraag 3:
Als zich belangrijke wijzigingen voordoen zal de Tweede Kamer hierover worden geïnformeerd voordat een extern bureau wordt aangetrokken.
Vraag 4:
Kunt u aan de opzetten beleidsdoorlichting Douane en Dienstverlening Belastingdienst, conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek, een beschrijving toevoegen van beleidsopties indien er significant minder middelen (-/- 20%) beschikbaar zijn?
Antwoord op vraag 4:
In de opzetten van de beleidsdoorlichtingen is hierin reeds voorzien, zie de paragrafen «Doel beleidsdoorlichting» en «Aanpak».