[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag schriftelijk overleg inzake de antwoorden op vragen commissie over de voortgangsrapportage ijkpunt bestaanszekerheid Caribisch Nederland (Kamerstuk 35000-IV-69)

Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2019

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2019D41970, datum: 2019-10-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2019D41970).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2019Z17208:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2019D41970 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties bestond bij enkele fracties de behoefte het kabinet enkele aanvullende vragen en opmerkingen voor te leggen met betrekking tot de brief van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 13-09-2019 (Kamerstuk 35 000 IV, nr. 69) inzake antwoorden op vragen commissie over de voortgangsrapportage ijkpunt bestaanszekerheid Caribisch Nederland.

De voorzitter van de commissie,
Paternotte

De adjunct-griffier van de commissie,
De Vos

Inbreng van de leden van de VVD-fractie

Ministerie Economische Zaken en Klimaat

De leden van de VVD-fractie lezen: «Het is niet in te schatten of en hoeveel de tarieven zullen dalen. Na de aanpassing van het besluit zal de Staatsecretaris van EZK de ACM vragen om de kosten georiënteerdheid van de tarieven te onderzoeken. ACM zal de resultaten naar verwachting het eerste kwartaal van 2020 opleveren. In hoeverre dit zal leiden tot lagere tarieven moet uit het onderzoek blijken. Feit is dat door de beperkte schaalgrootte er hogere kosten worden berekend aan eindgebruikers». Is die laatste zin niet de kern van het probleem? Hoe kunt u ervoor zorgen dat de schaalgrootte van Bonaire, Saba en Sint Eustatius niet de belemmering is voor investeringen en verbeteringen, die nodig zijn voor bijvoorbeeld werk, kwaliteit van leven en onderwijs? Hoe draagt u bij aan de mogelijkheid om toch investeringen te plegen op Bonaire, Saba en Sint Eustatius zonder dat de kosten een op een worden doorberekend aan de eilandbewoners zodat er inderdaad een verbetering van het leven gaat ontstaan zonder dat de kosten toenemen maar dat de kosten zelfs kunnen dalen?

In uw antwoord schrijft u: «Het goedkoopste abonnement op Saba van 1,5 Mbps is beschikbaar voor 49 dollar (43,30 euro) en het duurste van 12 Mbps is beschikbaar voor 179 dollar (158,21 euro) per maand. Het goedkoopste abonnement op Sint Eustatius van 5 Mbps is beschikbaar voor 75,42 dollar (66,66 euro) en het duurste van 40 Mbps is beschikbaar 285 dollar (251,90 euro) per maand. Het goedkoopste abonnement op Bonaire van 10 Mbps is beschikbaar voor 65,95 (58,28 euro) en het duurste is beschikbaar voor 100 Mbps 85,95 dollar (75,96 euro)». Met welke internetsnelheid is het kijken van bijvoorbeeld uitzending gemist normaal te doen? Niet met blokjes en vertraging, maar gewoon met een vloeiend beeld? En welk abonnement is daarbij dan van toepassing? Kunt u garanderen dat met het goedkoopste abonnement Nederlandse televisie via het internet op Bonaire, Saba en Sint Eustatius goed te doen is? Bent u van mening dat BVN goed genoeg is voor de inwoners van Bonaire Saba en Sint Eustatius voor het kijken van Nederlandse televisie via de kabel?

Er is in Groningen een experiment met 5G. Waarom is er niet voor gekozen om een dergelijk experiment op Bonaire, Saba of Sint Eustatius te doen?

In uw antwoord schrijft u: ««Vanwege de noodzaak om een kilometerslange pijplijn in zee aan te leggen, is OTEC op kleine schaal niet haalbaar. Hierdoor is OTEC op Saba en Sint Eustatius niet of minder aantrekkelijk. De zee is daar ook minder gunstig voor OTEC». Heeft u gekeken naar een grotere schaal door bijvoorbeeld met het andere land binnen het Koninkrijk Sint Maarten te kijken of het misschien kosten effectiever kan? Zijn er andere landen in de omgeving die mogelijk ook nog kunnen of willen aansluiten?

In uw antwoord schrijft u: «In bovengenoemde gevallen is een appèl gedaan op de concessiehouders om de financiële bijdrage voor investeringen door te berekenen in de tarieven voor de eindgebruikers. Hier is gehoor aangeven door een verbreding van de aangeboden datastroom (internetsnelheid) door verschillende operators in plaats van in een tariefverlaging». Waarom is er niet voor gekozen om de tarieven te verlagen? Het verhogen van de snelheid geeft geen verbetering van de inkomenspositie van de inwoners?

In uw antwoord schrijft u: «Omdat PostNL niet verantwoordelijk is voor de postbezorging op de BES zijn er geen postcodes ingevoerd». Wat let u dan om zelf postcodes in te voeren voor Bonaire, Saba en Sint Eustatius maar die wel erkend laten worden door PostNL? Het gaat namelijk tegenwoordig niet alleen om postbezorging, maar ook voor het aanschaffen van licenties van software moet er vaak een postcode worden ingevoerd. Door het niet hebben van een postcode op Bonaire, Saba en Sint Eustatius benadeelt u mensen maar zeker ook bedrijven.

In uw antwoord schrijft u: «ACM zal de resultaten naar verwachting het eerste kwartaal van 2020 opleveren. In hoeverre dit zal leiden tot lagere tarieven moet uit het onderzoek blijken. Feit is dat door de beperkte schaalgrootte er hogere kosten worden berekend aan eindgebruikers. Op dit moment zijn er geen aanwijzingen dat de aanbieders overwinsten maken». Is de beperkte schaalgrootte niet juist het probleem? Door die beperkte schaalgrootte zullen er hogere kosten worden doorberekend. Hoe gaat u ervoor zorgen dat de doorberekende kosten aan de inwoners van Bonaire, Saba en Sint Eustatius niet onevenredig hoog zijn in relatie tot het inkomen en sociaal minimum? Welke middelen heeft u daarvoor?

In uw antwoord schrijft u: ««De verbeterde prijs-kwaliteit verhouding heeft echter geen tot zeer beperkt effect op het besteedbare inkomen omdat de kosten doorgaans gelijk of marginaal lager zijn geworden». Waarom kunnen de kosten niet lager worden? Is het niet juist het probleem van de kleinschaligheid? Welke stappen kunt u nemen om er wel voor te zorgen dat de kosten naar beneden gaan zodat het besteedbaar inkomen van de inwoners wel omhoog gaat?

In uw antwoord schrijft u: «Conform de toezegging in het Algemeen overleg van 13 juni jl. zal de Staatssecretaris van EZK in gesprek gaan met aanbieders en de eilandbesturen om samen te bezien hoe de dienstverlening doelmatiger kan worden uitgevoerd». Is er ondertussen contact geweest met de bestuurscolleges? Zo ja, wat is daaruit gekomen. Zo nee, waarom niet?

In de antwoorden staat: «EZK brengt samen met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de mogelijkheden in kaart voor leningen voor investeringen in duurzame energie om de kosten voor elektriciteit voor inwoners van Caribisch Nederland op termijn te verlagen». Kunt u de leden van de VVD-fractie een rekenvoorbeeld geven van een lening voor een investering in duurzame energie waarbij het resultaat is dat uiteindelijk de kosten verlaagd worden voor de inwoners?. Kunt u dat doen aan de hand van een rekenvoorbeeld voor de drie verschillende eilanden? Kunt u aangeven wat het tijdsbestek is voordat het omslagpunt bereikt wordt van afbetalen van de lening naar lagere kosten voor de inwoners?

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

In uw antwoord schrijft u: «Tot nu toe is het nog niet gelukt om voor een aanvaardbaar tarief een vaste tandarts op Saba te laten vestigen. Dit heeft met name te maken met het geringe aantal behandelingen, waardoor een businesscase niet sluitend is.» De leden van de VVD-fractie vragen of u kunt uitleggen hoe op een eiland er een sluitende businesscase te maken is ten aanzien voor bijvoorbeeld een tandarts. Is het niet juist het probleem van de kleine schaal van de eilanden dat die businesscase niet te maken is? Hoe gaat u zorg dragen voor tandartszorg?

In uw antwoord schrijft u: «Daarom is per 1 januari 2011 een collectieve zorgverzekering BES ingevoerd voor iedere ingezetene, waardoor eenieder gelijkelijk toegang heeft tot zorg, met een breed pakket.» Kunt u aangeven welke zorg er verzekerd is in het brede pakket? Hoe staat die zorg in vergelijking met het in Nederland aangeboden basis pakket, zo vragen deze lezen.

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

In uw antwoord schrijft u: «Zoals in de beantwoording van deze vragen valt te lezen, wordt het blokkeren van toegang tot websites van de NPO op basis van de geografische locatie van de gebruiker, voor zover uitzendrechten dat toestaan en het technisch mogelijk is, niet meer toegepast voor de BES-eilanden». Op de website van de NPO staat: «Het is dan wel noodzakelijk dat je beschikt over een Nederlands IP-adres of een IP-adres met een van de eilanden als landcode». De leden van de VVD-fractie vragen of iedereen op Bonaire, Saba en Sint Eustatius toegang heeft tot een Nederlands IP-adres of een IP-adres met een van de eilanden als landcode? Zo nee, waarom niet?

Inbreng van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van 13 september 2019 over de voortgangsrapportage ijkpunt bestaanszekerheid Caribisch Nederland.

Recent publiceerde de Nationale ombudsman een rapport over armoede-gerelateerde problematiek onder ouderen in Caribisch Nederland: Oog voor ouderen in Caribisch Nederland. De Nationale ombudsman constateert dat ouderen die in Caribisch Nederland rond of onder de armoedegrens leven, tegen meerdere problemen aanlopen. Zo hebben ze te weinig geld om in hun eerste levensbehoeften voorzien, zijn er te weinig (zorg)voorzieningen en weten ze niet voor welke regelingen zij in aanmerking komen. De Nationale ombudsman stelt dat ouderen in Caribisch Nederland niet zelden een mensonwaardig bestaan leiden. Onderschrijft het kabinet de conclusie dat beleid dat de bestaanszekerheid van ouderen in Caribisch Nederland garandeert prioriteit moet krijgen, zo vragen de leden van de CDA-fractie. Welke concrete stappen zet u om deze kwetsbare groep tegemoet te komen?

Bestaanszekerheid is een vrucht van sociaaleconomische ontwikkeling. Voor sociaaleconomische ontwikkeling van de eilanden is een adequate fysieke infrastructuur onmisbaar. Daarom vinden deze leden het een goede zaak dat het kabinet het Infrastructuurfonds vanaf 2018 structureel heeft verhoogd met vijf miljoen euro per jaar ten behoeve van Caribisch Nederland. Zij constateren echter dat het algemene beeld is dat het erg lang duurt voordat een project tot stand komt, terwijl dit voor de bevolking juist de tastbare voorbeelden zijn van vooruitgang en vernieuwing. Welke stappen zet de u om het tempo in de uitvoering te bevorderen?

De leden van de CDA-fractie onderschrijven het streven van het kabinet om met gerichte maatregelen de kosten van bijvoorbeeld energie en telecom de komende jaren terug te dringen. Deze leden onderkennen dat de schaal van de eilanden met zich meebrengt dat ongebreidelde marktwerking niet wenselijk is. Kunt u inzichtelijk maken welke mogelijkheden er zijn voor aansluiting bij Nederlandse bedrijven die nutsvoorzieningen aanbieden?

Inbreng van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben enkele vragen bij de antwoorden op de vragen van de commissie over de voortgangsrapportage ijkpunt bestaanszekerheid Caribisch Nederland.

De leden van de D66-fractie vragen of het kabinet de mening deelt dat het toch wenselijk zou kunnen zijn om vooral bij ouderen inzicht te verkrijgen in welke groep recht zou kunnen hebben op aanvullende regelingen, zoals bijvoorbeeld aanvullende bijzondere bijstand. Deze leden vragen of in reactie op het rapport van de Nationale ombudsman nu echt goed in beeld is wat de situatie van ouderen op de BES-eilanden is, zowel wat betreft inkomensvoorzieningen als wat betreft zorg, en of bekend is welke groep geen gebruik maakt van aanvullende voorzieningen waar zij mogelijk wel recht op hebben.

De leden van de D66-fractie vragen of de ouderen in voldoende mate worden bereikt. Aangegeven wordt dat de RNC-unit de ouderen via verschillende kanalen heeft geïnformeerd over de beschikbare voorzieningen en dat er ««ook»» voorlichtingsbijeenkomsten zijn georganiseerd. Wat zijn de verschillende kanalen los van de voorlichtingsbijeenkomsten?

Is de verspreiding van informatie voldoende of hebben deze ouderen actievere ondersteuning nodig? Weten we de oorzaak van het niet-gebruik van regelingen? Kunnen bijvoorbeeld keukentafelgesprekken helpen om mensen wel de weg naar voorzieningen te laten vinden?

Deze leden vragen ook naar de voortgang van de dagopvang voor ouderen. Aangegeven wordt dat het Ministerie van VWS en het openbaar lichaam in gesprek gaan over de dagopvang en de mogelijkheid om dit op korte termijn op te lossen. Wanneer wordt de Kamer hierover verder geïnformeerd?

De leden van de D66-fractie vragen daarnaast naar de aanvullende pensioenen op de BES-eilanden. De Staatssecretaris geeft aan dat de inschatting is dat er een beperkt aantal mensen is dat een aanvullend pensioen heeft op de BES-eilanden. Heeft u stappen ondernomen om het afnemen van aanvullend pensioen te bevorderen?

Deze leden vragen tot slot naar de voortgang van de versterking van het openbaar vervoer. Aangegeven wordt dat Bonaire beziet welke mogelijkheden er zijn voor het bevorderen van het openbaar vervoer. Gaat dit over het bevorderen van het OV op Bonaire of is Bonaire woordvoerder voor alle BES-eilanden? Welke actieplannen zijn hier tot op heden uit voortgekomen en kunt u meer informatie geven over de staat van mogelijke actieplannen?

Inbreng van de leden van de GroenLinks-fractie

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de beantwoording van gestelde commissievragen over de voortgangsrapportage ijkpunt bestaanszekerheid Caribisch Nederland. Deze leden hebben hierover nog enkele vragen.

De leden van de GroenLinks-fractie zijn blij dat de noodzaak van het verbeteren van de leefomstandigheden wordt erkend. Zij vragen zich af in hoeverre de bevindingen van het rapport Oog voor ouderen in Caribisch Nederland van de Nationale ombudsman nopen tot een intensivering van de inzet van het kabinet om de inkomenspositie van inwoners van Caribisch Nederland te verbeteren en de kosten van levensonderhoud te verlagen. Kan worden voorzien in een precies overzicht, waarin de effecten van de maatregelen op de inkomenspositie enerzijds en de verlaging van de kosten voor levensonderhoud anderzijds tot nu toe inzichtelijk worden gemaakt? Noopt het voortschrijdend inzicht niet tot het overnemen van de in het onderzoek van Regioplan genoemde bedragen? En bent u het, gezien de constatering dat sociale voorzieningen in Caribisch Nederland (denk aan mantelzorg, dubbele kinderbijslag voor kinderen met een beperking enz.) met de leden van de GroenLinks-fractie eens dat onderzocht moet worden of, en zo ja hoe verschillen in sociale voorzieningen in Europees en in Caribisch Nederland kunnen worden tegengegaan? Hoe gaat u precies de bekendheid van bestaande sociale voorzieningen in Caribisch Nederland vergroten en de aanvraagmogelijkheid voor bijvoorbeeld ouderen vergemakkelijken?

Deze leden hebben tevens kennisgenomen van de brief van de gezamenlijke eilanden van Caribisch Nederland d.d. 16 september jl. De BES-eilanden vragen allereerst méér inzicht in het proces dat tot de totstandkoming van de ijkpunten moet leiden. Wat vindt u van de opvatting van de eilandraden van Saba en Bonaire dat realisatie van de lagere ijkpunten nu nog te onzeker is om ze als beleidsnorm voor bestaansminima te hanteren, omdat ze te ver af liggen van de dagelijkse situatie van te hoge kosten van levensonderhoud? En wat vindt u van het voorstel van Caribisch Nederland dat genoemde ijkpunten regelmatig, maar ten minste jaarlijks, zouden moeten worden herijkt?

Ten aanzien van de maatregelen die moeten leiden tot kostenverlaging vragen de leden van de GroenLinks-fractie zich af of de impact van de voorgestelde maatregelen op dit moment voldoende kan worden ingeschat. Wat vindt u van het pleidooi vanuit Bonaire om te komen tot een solidair tariefstelsel voor nutsvoorzieningen? Bent u het met deze leden eens dat, gezien de relatief geringe omvang van Caribisch Nederland, een weerspiegeling in de tarieven van de gemaakte kosten en een redelijke winstmarge voor nutsbedrijven eigenlijk altijd zal leiden tot disproportioneel hoge consumentenprijzen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke verdere maatregelen neemt u zich voor om betaalbare tarieven te bereiken en vindt u dat Economische Zaken momenteel voldoende doet om dat te bereiken? De BES-eilanden noemen het voorbeeld van de verlaging van de elektriciteitstarieven, die ondanks de doorberekening van de elektriciteitssubsidies nog steeds hoog zijn. Één van de door het kabinet genomen maatregelen is het verhogen van de tarieven voor grootgebruikers. De eilanden verwachten, naar het oordeel van deze leden niet ten onrechte, dat deze grootverbruikers de kostenverhogingen zullen doorberekenen in hun eigen prijzen. De leden van de GroenLinks-fractie verwachten kortom alsnog een negatief effect voor de kosten van levensonderhoud. Graag een reactie op dit punt. Daarnaast vragen deze leden of het werkelijk de veronderstelling is dat inzake telecommunicatievoorzieningen een verbreding van de aangeboden datastroom (dit is de internetsnelheid) een geschikt alternatief is voor een tariefverlaging.

Inbreng van de leden van de ChristenUnie-fractie

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met zeer veel interesse kennisgenomen van de door het kabinet aangeboden antwoorden op vragen aangaande de voortgangsrapportage ijkpunt bestaanszekerheid Caribisch Nederland. Zij hechten er zeer aan dat in heel Nederland kinderen, ouderen en andere kwetsbare groepen kunnen rondkomen van het inkomen dat zij krijgen. Ook de recente berichtgeving laat zien dat dit op de BES-eilanden nog niet vanzelfsprekend is. De leden moedigen het kabinet daarom ook van harte aan ambitieus en voortvarend te werk te gaan.

In het verslag lezen deze leden dat het kabinet terecht stelt dat niet elke wet die geldt in Europees Nederland, direct aansluit op de context van de BES-eilanden. Tegelijkertijd mag dit, in de ogen van de leden van de ChristenUnie-fractie, geen reden zijn om niet te zoeken naar manieren om de uitgangspunten die ten grondslag liggen aan de sociale standaarden die in Europees Nederland gelden, ook naar de BES te vertalen. Deelt het kabinet deze visie, zo vragen deze leden. Kunt u voorts een overzicht geven van welke wetgeving op het gebied van sociaal welzijn en op het gebied van jeugd in Europees Nederland van kracht is maar niet op de BES-eilanden?

De leden van de fractie van de ChristenUnie zijn verheugd dat vanaf 1 januari 2020 het wettelijk minimumloon wordt verhoogd, alsook de onderstand, AOV, AWW, uitkeringen en de kinderbijslag, zij waarderen tevens de inzet om de kinderopvang op de eilanden betaalbaarder te maken. Deze leden vinden het voorts van belang dat goed wordt gemonitord wat de effecten zijn van de gedane interventies in de concrete leefsituaties van kwetsbare groepen. Zij zijn bezorgd dat de huidige data-infrastructuur op de eilanden op dat gebied momenteel nog niet volledig is en wijzen derhalve op de aangenomen motie Van der Graaf c.s. die bij de begrotingsbehandeling van de begroting Koninkrijksrelaties is ingediend. Onderschrijft het kabinet dat verbetering van de data-infrastructuur meer zicht geeft op de effecten van beleidsinterventies en mogelijk nieuwe beleidsinterventies? Op welke termijn verwacht u wezenlijke stappen te kunnen zetten om deze motie ten uitvoer te kunnen brengen? Deze leden verwachten dat in elk geval verbetering van de data-verzameling ten aanzien van sociale zekerheid, armoede, kosten voor levensonderhoud, kinderrechten en jeugdzorg hierin een plek krijgt en vragen of dit het geval zal zijn.

Concreet vragen de leden van de fractie van de ChristenUnie verder wat de verwachte impact is van deze tranche van maatregelen voor de inwoners van de eilanden en op welke manier deze impact gemeten zal worden. Verwacht het kabinet dat de voorgestelde maatregelen voldoende zullen zijn om ook tegemoet te komen aan de zorgen die zijn geuit door de Nationale ombudsman in het rapport Oog voor ouderen in Caribisch Nederland? Ziet u in de aansporing van de Nationale ombudsman aanleiding om met aanvullende maatregelen te komen? Voorts vragen zij, in lijn met het rapport, bij wie de regiefunctie belegd is en welke mogelijkheden het kabinet ziet om deze regiefunctie te versterken.

Ook blijven de leden van de fractie van de ChristenUnie zich enigszins zorgen maken dat de bedragen in het ijkpunt lager zijn dan de bedragen zoals vastgesteld door Regioplan. Waarom is niet gekozen voor een ijkpunt op basis van de op dit moment reële kosten, dat bij eventuele kostenoptimalisatie kon worden bijgesteld. Creëert dit niet onbedoeld een foutief beeld dat mensen die op dit moment boven het door u geformuleerde ijkpunt leven, maar onder het ijkpunt van regioplan, bestaanszekerheid kennen?

Tot slot vragen de leden van de fractie van de ChristenUnie op welke termijn het kabinet verwacht wel met een daadwerkelijk tijdpad te komen. Zij hechten grote waarde aan een tijdspad dat houvast biedt voor inwoners van de BES, betrokken overheidsorganen en Kamer. Zij geven daarbij de suggestie mee, een afgebakende periode te hanteren waarbinnen het kabinet beoogt tot het ijkpunt te zijn gekomen. Hierin kan worden gewerkt met een zo vroegst als mogelijk realiseerbare termijn, en een zo laat als nog wenselijk realiseerbare termijn.