Verslag
Wijziging van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken teneinde die beperkingen beter kenbaar te maken
Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader)
Nummer: 2019D41971, datum: 2019-10-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35284-5).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. Ziengs, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: C.J.M. Roovers, griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 35284 -5 Wijziging van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken teneinde die beperkingen beter kenbaar te maken.
Onderdeel van zaak 2019Z16936:
- Indiener: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-09-12 14:40: Aansluitend aan de stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-10-03 11:30: Procedurevergadering vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-10-17 14:00: Wijziging van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken teneinde die beperkingen beter kenbaar te maken (35284) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-11-28 11:30: Procedurevergadering vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-11-28 14:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-01-16 10:15: Hamerstuk: Wijziging van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken teneinde die beperkingen beter kenbaar te maken (35284) (Hamerstukken), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
35 284 Wijziging van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken teneinde die beperkingen beter kenbaar te maken
Nr. 5 VERSLAG
Vastgesteld 21 oktober 2019
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
I. ALGEMEEN
1. Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken teneinde die beperkingen beter kenbaar te maken. Zij merken op dat zij een vereenvoudiging van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (Wkpb) een goede zaak achten. Graag willen zij de regering daarover een aantal vragen stellen.
Doel van deze wetswijziging is dus allereerst vereenvoudiging van de huidige wet (Wkpb). Daarnaast wordt voorzien in een verruiming van de objecttypen waarop beperkingen kunnen worden gevestigd. De leden van de VVD-fractie krijgen graag uitgelegd wat hiermee wordt bedoeld. Waar komt dit in het wetsvoorstel terug, zo vragen zij.
In de toelichting wordt gesteld dat er aanvankelijk vanuit werd gegaan dat de kenbaarheidsverplichtingen in tranches zouden worden ingevoerd. Bij iedere tranche zouden er meer publiekrechtelijke beperkingen aan het overzicht worden toegevoegd. Dit is ten dele bereikt. Hoeveel beperkingen zijn er thans opgenomen? Wordt overwogen om meer publiekrechtelijke beperkingen aan het overzicht toe te voegen? Zo ja, welke? Kortom, welk beleid staat de regering in dezen voor ogen? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de wijziging van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken teneinde die beperkingen beter kenbaar te maken. Zij hebben nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij stellen nog enkele vragen.
2. Relatie met het Omgevingswettraject
Verbetering van de Wkpb impliceert een omvangrijke ICT-operatie, zo staat in de memorie van toelichting. Hoeveel kosten zijn er met deze operatie gemoeid? Hoe staat het met de voorbereidingen van deze ICT-operatie? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.
3. Kernpunten herziening van de Wkpb
Nadat een beperkingenbesluit is genomen en bekendgemaakt, moet het bevoegde gezag dit besluit binnen vier dagen registreren. In hoeverre zou het denkbaar zijn om deze termijn te bekorten? Zekerheid over publiekrechtelijke beperkingen is immers een groot goed. Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.
In het huidige Wkpb-stelsel zijn de gemeentelijke beperkingengegevens «eigendom» van de gemeenten. Onder de gewijzigde Wkpb staan alle gegevens in de BRK en daarop is uitsluitend het generieke verstrekkingenbeleid van het Kadaster van toepassing. Volgt dit automatisch uit de overgang van de registratie van de beperkingen bij de gemeenten naar de registratie bij het Kadaster, zo vragen de leden van de VVD-fractie.
De overgang van de gemeentelijke beperkingen naar de openbare registers van het Kadaster dient binnen één jaar te zijn voltooid, en wel vóór 1 januari 2021. In reactie op het advies van de Raad van State stelt de regering vertrouwen te hebben dat de werkzaamheden tijdig voltooid zullen zijn. De leden van de VVD-fractie vragen de regering nader in te gaan op de stand van zaken als het gaat om de werkzaamheden. Wat kan er overigens nog meer worden gedaan om te bereiken dat de gemeenten de overgang op tijd hebben voltooid? Wat zijn de gevolgen als gemeenten niet tijdig klaar zijn, zo vragen de leden van de VVD-fractie.
De leden van de CDA-fractie stemmen in met de voorgestane transitieperiode waarbij wordt beoogd de overschrijving van beperkingen uit de gemeentelijke registraties binnen één jaar na inwerkingtreding te realiseren. Graag vernemen zij of alle gemeenten daartoe in staat worden geacht en of de administraties bij de gemeenten up-to-date zijn.
De leden van de CDA-fractie vragen aandacht voor de kosten die dit met zich meebrengt voor de gemeenten. Gemeenten zullen hun werkprocessen moeten herinrichten om beperkingenbesluiten aan het Kadaster te kunnen aanleveren. Graag ontvangen zij inzicht in de kosten per gemeente aangezien dat per gemeente aanzienlijk kan verschillen.
De leden van de CDA-fractie onderschrijven het belang om, met het oog op de inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2021, vóór die datum de transitie van de gemeentelijke registraties naar het Kadaster te hebben afgerond. Zij vragen zich af waarom niet eerder met het proces om te een wetswijziging te komen gestart is. Deze leden hebben er goede nota van genomen dat bij het kabinet geen vrees bestaat voor het in gevaar komen van de transitieopgave.
De leden van de D66-fractie constateren dat de regering in reactie op de advisering van de Raad van State aangeeft dat de voortgang van de transitiewerkzaamheden nauwgezet wordt gemonitord met het oog op de beoogde inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2021. Kan de regering nader toelichten hoe ver zij momenteel met de transitiewerkzaamheden van gemeentelijke registraties naar het Kadaster zijn?
De leden van de D66-fractie constateren dat er in meerdere tranches publiekrechtelijke beperkingen zouden worden toegevoegd aan het overzicht, maar dat er uiteindelijk slechts één tranche in werking is getreden. Deze leden vragen de regering wat dit betekent voor de beoogde doelstelling van dit voorstel?
4. Na de inwerkingtreding van de Omgevingswet
In het kader van de inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt er gewerkt aan het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). De leden van de VVD-fractie vragen de regering in te gaan op wat straks de relatie is tussen het DSO en het Kadaster. In hoeverre zijn het DSO en Kadaster gekoppeld? Is dit een apart ICT-project of is dit een onderdeel van de verbetering van de Wkpb?
De leden van de D66-fractie constateren dat de documenten in de BRK pdf-bestanden zijn die niet in dat formaat in het DSO kunnen worden opgenomen. Zij vragen de regering op welke wijze zij borgt dat na invoering van het DSO alle documenten in dezelfde mate inzichtelijk blijven?
De leden van de D66-fractie vernemen dat het inregelen van een proces voor een signaal aan BRK bij het vervallen van een beperking buiten de scope van het voorstel valt. Kan de regering hier nadere duiding geven of hiermee voldoende wordt geborgd dat dat deze signalen na inwerkingtreding goed worden verwerkt?
De leden van de D66-fractie constateren dat de (reeds voorziene) koppeling van DSO met de BRK zo dient te worden ingericht dat ook de publiekrechtelijke beperkingen in de BRK kunnen worden opgevraagd. Kan de regering nader toelichten hoe het staat met het koppelen van beide functionaliteiten, zodat er straks toe kan worden gegaan naar een geïntegreerd systeem?
Tot slot lezen de leden van de D66 fractie dat er voor kadastrale outputproducten gebruik kan worden gemaakt van beperkingengegevens uit het DSO, maar dat het inregelen van deze functionaliteit buiten de scope van het voorstel valt. Kan de regering nader duiden hoe deze functionaliteit tot stand dient te komen? Komt er hiervoor nog een separaat voorstel?
5. Gevolgen voor lasten van bestuursorganen
Gemeenten moeten straks voor het inschrijven van een beperking in de openbare registers van het Kadaster het inschrijftarief betalen. Het Ministerie van BZK is daarover in gesprek met de VNG. Heeft dat overleg inmiddels geleid tot het maken van afspraken, zo vragen de leden van de VVD-fractie. Zo ja, hoe luiden die afspraken?
II. ARTIKELEN
Artikel 1
Onderdeel F
Onder 1
Voorgesteld wordt om bij inschrijving van publiekrechtelijke beperkingenbesluiten elektronische aanlevering bij het Kadaster voor te schrijven. Hoe verhoudt dat zich tot de Kadasterwet die voorziet in de mogelijkheid van papieren of elektronische aanlevering van in te schrijven stukken, zo vragen de leden van de VVD-fractie.
Onderdeel I
het voorgestelde artikel 17a van de Wkpb (nieuw)
derde lid
In dit lid wordt afgeweken van de bepaling over het gebruik van actuele kadastrale aanduidingen, voor zover het de transitie betreft. Als de leden van de VVD-fractie het goed begrijpen is het mogelijk om de actualisatie later, achter de schermen, te doen. Maar wat als op enig moment blijkt dat daarbij fouten zijn gemaakt, met alle gevolgen van dien voor een rechthebbende? Welke mogelijkheden heeft een rechthebbende dan om de fouten in de registratie te herstellen? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.
De voorzitter van de commissie,
Ziengs
De griffier van de commissie,
Roovers