Uitstel beantwoording vragen van het lid Nijboer over kredietwaardigheidsonderzoeken
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2019D42070, datum: 2019-10-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (ah-tk-20192020-490).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.B. Hoekstra, minister van Financiƫn (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2019Z18457:
- Gericht aan: S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
- Gericht aan: W.B. Hoekstra, minister van Financiƫn
- Indiener: H. Nijboer, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
490
Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de ministers van FinanciĆ«n en voor Rechtsbescherming over kredietwaardigheidsonderzoeken (ingezonden 1Ā oktober 2019).
Mededeling van Minister Hoekstra (Minister van FinanciĆ«n) (ontvangen 22Ā oktober 2019).
Vraag 1
Wat zijn kredietwaardigheidsonderzoeken en onder welke voorwaarden mogen bedrijven kredietwaardigheidsonderzoeken doen naar particulieren?
Vraag 2
Van welke gegevens van particulieren mag gebruikgemaakt worden bij een kredietwaardigheidsonderzoek? Aan welke regels zijn dit soort bedrijven gebonden?
Vraag 3
Klopt het dat er kredietwaardigheidsoordelen worden verstrekt die gebaseerd zijn op slechts algemene gegevens, zoals postcode, leeftijd en geslacht? Bent u het ermee eens dat dit onredelijk is, omdat mensen geen invloed hebben op deze gegevens en zo slachtoffer kunnen worden van willekeur of discriminatie?
Vraag 4
Worden er bij een kredietwaardigheidsonderzoek persoonsgegevens dan wel bijzondere persoonsgegevens verzameld of verstrekt? Zo ja, hoe verhoudt zich dat tot de bescherming van de persoonlijke levenssfeer zoals dat in de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) is vastgelegd?
Vraag 5
Zijn bedrijven verplicht aan mensen te melden dat er een kredietwaardigheidsonderzoek naar hen wordt uitgevoerd? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Deelt u de mening dat de uitkomst van een kredietwaardigheidsonderzoek eerst aan de desbetreffende persoon of onderneming voor het maken van opmerkingen of bezwaar moet worden voorgelegd voordat dat aan derden mag worden doorgespeeld? Zo ja, hoe is of wordt dit geregeld? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Wat moeten mensen doen die onterecht een negatief kredietwaardigheidsoordeel krijgen op basis van algemene gegevens? Is het mogelijk een recht om vergeten te introduceren, waarbij mensen niet later alsnog last krijgen van het inroepen van het recht op vergeten?
Vraag 8
Deelt u de mening dat mensen beschermd moeten worden tegen al dan niet op basis van algoritmes bepaalde besluiten die hen direct in het leven raken? Zo ja, hoe gaat u daarvoor zorgen; zo nee waarom niet?
Mededeling
Op 1Ā oktober jl. zijn schriftelijke vragen gesteld door het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van FinanciĆ«n en de Minister voor Rechtsbescherming over kredietwaardigheidsonderzoeken (2019Z18457).
In verband met de benodigde interdepartementale afstemming is het niet haalbaar de vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.