Ontwerpwijziging Scheepsafvalstoffenbesluit lozen sanitair afvalwater zeeschepen
Milieu en scheepvaart
Brief regering
Nummer: 2019D42383, datum: 2019-10-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-25868-23).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 25868 -23 Milieu en scheepvaart.
Onderdeel van zaak 2019Z20262:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-10-29 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-11-06 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-11-14 12:00: Voorhang Scheepsafvalstoffenbesluit lozen sanitair afvalwater zeeschepen (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-12-04 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-12-12 14:05: Aansluitend aan de stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
25 868 Milieu en scheepvaart
Nr. 23 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 oktober 2019
Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit houdende de wijziging van het Scheepsafvalstoffenbesluit in verband met het opnemen van een vrijstelling voor het lozen van sanitair afvalwater door zeeschepen in zeehavens aan zeetoegangswegen1. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerpnota van toelichting.
De voorlegging geschiedt in het kader van de in artikel 6.25, tweede lid, van de Waterwet wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.
Ter voldoening aan de artikelen 6.25, tweede lid, van de Waterwet is het ontwerpbesluit in de Staatscourant bekend gemaakt om een ieder de gelegenheid te geven om binnen vier weken wensen en bedenkingen kenbaar te maken.
Op grond van de aangehaalde bepalingen geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎