[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Brief houdende intrekking van het wetsvoorstel

Wijziging van de Wet toelating zorginstellingen en enkele andere wetten om het mogelijk te maken dat aanbieders van medisch-specialistische zorg, mits zij aan een aantal voorwaarden voldoen, winst uitkeren (voorwaarden voor winstuitkering aanbieders medisch-specialistische zorg)

Brief regering

Nummer: 2019D42564, datum: 2019-10-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33168-30).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 33168 -30 Wijziging van de Wet toelating zorginstellingen en enkele andere wetten om het mogelijk te maken dat aanbieders van medisch-specialistische zorg, mits zij aan een aantal voorwaarden voldoen, winst uitkeren (voorwaarden voor winstuitkering aanbieders medisch-specialistische zorg).

Onderdeel van zaak 2012Z02330:

Onderdeel van zaak 2019Z20335:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

33 168 Wijziging van de Wet toelating zorginstellingen en enkele andere wetten om het mogelijk te maken dat aanbieders van medisch-specialistische zorg, mits zij aan een aantal voorwaarden voldoen, winst uitkeren (voorwaarden voor winstuitkering aanbieders medisch-specialistische zorg)

Nr. 30 BRIEF HOUDENDE INTREKKING VAN HET WETSVOORSTEL

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 oktober 2019

Bij koninklijke boodschap van 8 februari 2012 is het voorstel van wet Vergroten investeringsmogelijkheden in medisch-specialistische zorg aan uw Kamer aangeboden (Kamerstuk 33 168).

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), de Staatssecretaris van VWS en ik hebben bij brief van 9 juli 2019 de Eerste Kamer der Staten-Generaal geïnformeerd over het standpunt van het kabinet over investeringsmogelijkheden voor zorgaanbieders en het bevorderen van kwaliteit en een transparante, integere en professionele bedrijfsvoering.1 Daarin is toegelicht, dat het kabinet de tijd op dit moment nog niet rijp acht voor een verruiming van de investeringsmogelijkheden in de medisch-specialistische zorg.

In deze brief hebben wij toegelicht prioriteit te willen geven aan het aanscherpen van publieke randvoorwaarden binnen de zorg. Voordat een verruiming van de mogelijkheden voor dividenduitkering aan de orde kan zijn, moeten eerst verdere verbeteringen worden gerealiseerd in het inzicht in de kwaliteit van zorg. Inzicht in de kwaliteit van zorg heeft hoge prioriteit voor het kabinet. Via verschillende trajecten, zoals de ontwikkeling Uitkomstgerichte zorg, wordt hard gewerkt om voor patiënten beter te waarborgen dat zij kunnen beschikken over relevante uitkomsten van zorg en dat deze gebruikt kunnen worden om samen te beslissen over de best passende behandeling.

Daarnaast achten wij aanvullende maatregelen nodig om excessieve winsten te voorkomen. Deze maatregelen strekken ertoe zoveel mogelijk te voorkomen dat organisatorische en/of financiële constructies worden gehanteerd die doelmatige besteding van zorggeld in gevaar brengen. Eén van deze maatregelen houdt in dat voorwaarden zullen worden verbonden aan dividenduitkering in de extramurale zorg.

Bij het nader uitwerken van bovengenoemde maatregelen is mij gebleken dat het niet logisch is hier met het wetsvoorstel vergroten investeringsmogelijkheden in medisch-specialistische zorg op vooruit te lopen. Zowel dit wetsvoorstel als de wetgeving die momenteel wordt voorbereid strekt immers tot het stellen van voorwaarden aan dividenduitkering door zorgaanbieders. Bovendien moeten de mogelijkheden voor het uitkeren van dividend in samenhang worden bezien met de overige aangekondigde maatregelen gericht op het voorkomen dat geld dat bedoeld is voor de zorg ook daadwerkelijk ten goede komt aan de zorg.

Daartoe gemachtigd door de Koning trek ik het voorstel van wet hierbij.

De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins


  1. Kamerstuk 33 168, O.↩︎