35319 Advies Afdeling advisering Raad van State inzake Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en van de Arbeidstijdenwet (Verzamelwet IenW 2019)
Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en van de Arbeidstijdenwet (Verzamelwet IenW 2019)
Advies Afdeling advisering Raad van State
Nummer: 2019D42613, datum: 2019-10-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.DOCX), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: Th.C. de Graaf, vicepresident van de Raad van State
Onderdeel van zaak 2019Z20370:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-10-29 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-11-06 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-12-03 12:00: Verzamelwet IenW 2019 (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-09-30 11:00: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-10-01 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-10-08 10:15: Hamerstuk: Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en van de Arbeidstijdenwet (Verzamelwet IenW 2019) (35319) (Hamerstukken), TK
Preview document (🔗 origineel)
No.W17.18.0394/IV 's-Gravenhage, 12 april 2019
...................................................................................
Bij Kabinetsmissive van 20 december 2018, no.2018002407, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en van de Arbeidstijdenwet (Verzamelwet IenW 2019), met memorie van toelichting.
Het voorstel bevat een aantal wetswijzigingen tot herstel van wetstechnische gebreken en leemten en andere wijzigingen van ondergeschikte aard samenhangende met het beleidsterrein van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het betreft wijzigingen van de Arbeidstijdenwet, de Binnenvaartwet, de Scheepvaartverkeerswet, de Waterschapswet, de Waterwet, de Wegenverkeerswet, de Wet Luchtvaart, de Wet milieubeheer, de Wet personenvervoer 2000, en de Wet wegvervoer goederen.
De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert om de twee onderdelen van het wetsvoorstel die zien op de verwerking van persoonsgegevens te schrappen.
Het wetsvoorstel bevat twee onderdelen die betrekking hebben op de verwerking van persoonsgegevens. In de eerste plaats betreft het artikel III. Dat artikel strekt ertoe om in de Scheepvaartverkeerswet een specifieke grondslag op te nemen voor de verwerking van persoonsgegevens. Tevens wijst het expliciet een verwerkingsverantwoordelijke aan voor de verwerking van persoonsgegevens in verband met het aanvragen van een loods en de voldoening van daarvoor verschuldigde bedragen. Op 7 maart 2019 heeft de Autoriteit Persoonsgegevens hierover op grond van artikel 36, vierde lid, van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) advies uitgebracht. In dat advies wordt geconcludeerd dat ook zonder de voorgestelde aanpassingen wordt voldaan aan de eisen van de AVG.
De Afdeling onderschrijft deze conclusie en adviseert daarom dit onderdeel te schrappen.
Het tweede onderdeel betreft artikel VI, onderdeel B. Dat artikelonderdeel strekt tot wijziging van artikel 14, eerste lid, onderdeel d, van de Wegenverkeerswet 1994, met het oog op het gebruik door gemeenten van automatische kentekenherkenning. Dit onderdeel is niet voorgelegd aan de Autoriteit Persoonsgegevens voor advies.
De Afdeling adviseert om dat alsnog te doen, tenzij het onderdeel geschrapt wordt.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft een aantal
opmerkingen bij het voorstel en adviseert daarmee rekening te houden
voordat het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal wordt
ingediend.
De vice-president van de Raad van State,