[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Moorlag en Gijs van Dijk over het bericht 'Medewerkers onbeschermd blootgesteld aan landbouwgif'

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2019D42723, datum: 2019-12-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20192020-847).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2019Z18330:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

847

Vragen van de leden Moorlag en Gijs van Dijk (beiden PvdA) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Medewerkers onbeschermd blootgesteld aan landbouwgif» (ingezonden 30 september 2019).

Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 27 november 2019).

Vraag 1

Kent u het bericht «Medewerkers onbeschermd blootgesteld aan landbouwgif»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat uit de beelden bij het genoemde bericht blijkt dat er onaanvaardbare risico’s zijn genomen met de gezondheid van mensen? Zo ja, wat is uw reactie daarop? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen dient zorgvuldig en volgens de regels te gebeuren. Hier is in dit geval geen sprake van. Dat is onacceptabel.

Vraag 3

Is het waar dat het deze beelden niet op zichzelf staan, maar dat er veel vaker overtredingen in de land- en tuinbouw zijn met bestrijdingsmiddelen? Zo ja, hoeveel overtredingen zijn er jaarlijks en hoeveel boetes zijn daarvoor opgelegd?

Antwoord 3

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) houdt onder meer toezicht op het zorgvuldig en volgens de regels toepassen van gewasbeschermingsmiddelen door agrarische ondernemers. De NVWA publiceert hierover elk jaar zijn bevindingen. Uit de rapportage over het jaar 2018 blijkt dat er 132 inspecties zijn uitgevoerd tijdens het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen. Hierbij zijn 34 overtredingen vastgesteld, die hebben geleid tot een boete. Het merendeel van deze overtredingen betrof het niet voldoen aan de regels die gelden voor het reduceren van de verwaaiing van gewasbeschermingsmiddelen.2

Er is geen cijfermatig beeld over overtredingen bij het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in relatie tot arbeidsomstandigheden. In zover het blootstelling van werknemers betreft, dient de werkgever overeenkomstig de arbeidsomstandighedenwetgeving te waken over veiligheid en gezondheid van de omstandigheden en het voorkomen van blootstelling.

De Inspectie SZW laat desgevraagd weten dat de beelden er op lijken te duiden dat de werkgever zich onvoldoende van die verantwoordelijkheid kwijt. De Inspectie SZW kan op basis van beelden overigens niet overgaan tot vaststelling van eventuele overtredingen. Vaststelling dient ter plekke plaats te vinden waarbij aard, mate en duur van blootstelling van belang zijn. Om deze feiten en omstandigheden aan te tonen moet er sprake zijn van «heterdaad» situaties. Zeker bij het gebruik van biociden en gewasbeschermingsmiddelen is de kans relatief klein om op het «juiste» moment te controleren. Daarom is het van groot belang dat misstanden bij de Inspectie SZW gemeld worden.

De Inspectie SZW heeft in 2018 en 2019 enkele controles naar aanleiding van meldingen verricht. Daarnaast wordt bij (reguliere) inspecties in de agrarische sector door de inspecteurs gecontroleerd of chemicaliën, waaronder gewasbeschermingsmiddelen, bijvoorbeeld veilig zijn opgeborgen en of de persoonlijke beschermingsmiddelen nog goed zijn. De afgelopen vijf jaar zijn geen bedrijven beboet vanwege overtredingen op het vlak van het bieden van een veilige situatie voor het werken met gewasbeschermingsmiddelen.

Vraag 4

Is de gezondheid van de betrokken medewerkers en omwonenden reeds onderzocht? Zo ja, wat zijn de algemene conclusies van dit onderzoek? Zo nee, waarom niet en gaat dit alsnog op korte termijn gebeuren?

Antwoord 4

Ik heb geen informatie over het feit of de gezondheid van betrokken medewerkers in dit geval is onderzocht. Dit is de verantwoordelijkheid van de betrokken ondernemer en de betrokken medewerker zelf. Ik vind het belangrijk dat mensen weten hoe ze hier melding van maken. Ik heb ook geen informatie over het feit of de gezondheid van de omwonenden in dit geval is onderzocht. De gezondheid van omwonenden heeft – zoals uw Kamer weet – de aandacht van het kabinet (Kamerstuk 27 858, nr. 484). Zo heeft het RIVM in juli 2018 een verkenning gepubliceerd waaruit geen duidelijke verbanden tussen gezondheid en de nabijheid van landbouwpercelen bleken (Kamerstuk 34 775 XIV, nr. 149). In april van dit jaar is het Onderzoek Bestrijdingsmiddelen en Omwonenden uitgebracht (Kamerstuk 27 858, nr. 450). Een consortium van wetenschappelijke instituten onder coördinatie van het RIVM heeft in 2016 tot en met 2018 intensief praktijkonderzoek gedaan bij omwonenden van de bloembollenteelt om de mate van blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen van nabije velden vast te stellen. Geconstateerd is dat omwonenden daar via de lucht en huisstof aan worden blootgesteld. Op basis van de beschikbaar gekomen resultaten zijn geen onaanvaardbare risico’s voor de gezondheid van omwonenden naar voren gekomen. Tegelijkertijd signaleerden de onderzoekers lacunes in de beschikbare kennis. Momenteel vindt een herbeoordeling van de gezondheidsverkenning plaats en is de Gezondheidsraad gevraagd te adviseren in hoeverre blootstelling van omwonenden leidt tot gezondheidsrisico’s, de huidige toelatingsbeoordeling voldoende beschermend is voor omwonenden en of voldoende rekening wordt gehouden met de afstand tot objecten voor bewoning. Ik verwacht het advies in de zomer van 2020 te ontvangen.

Vraag 5

Deelt u de mening van de in het bericht genoemde FNV'er dat veel arbeidsmigranten niet weten hoe ze in Nederland melding moeten maken van dergelijke overtredingen en dat de Inspectie SZW er beter bovenop moet zitten? Zo ja, waarom en hoe gaat u hiervoor zorgen? Zo nee, waarom deelt u die mening niet?3

Antwoord 5

Zoals per brief aan uw Kamer is medegedeeld zijn EU-arbeidsmigranten vaak onvoldoende op de hoogte van hun rechten en plichten (Kamerstuk 29 861, nr. 47). Dit kan leiden tot misstanden of ongevallen. Voorlichting is dan ook heel belangrijk. Het kabinet heeft de afgelopen jaren geïnvesteerd in voorlichting aan arbeidsmigranten in hun eigen taal, zowel in de landen van herkomst als in Nederland. Er zijn brochures in verschillende talen over wonen en werken in Nederland geplaatst op rijksoverheid.nl en ook de Inspectie SZW biedt informatie aan in verschillende talen. Zo zijn meldingsformulieren van de Inspectie SZW in diverse talen te vinden op de website van Inspectie SZW. Verder zal het kabinet samen met diverse partijen (o.a. gemeenten, werkgevers- en werknemersorganisaties en sociale partners) bezien hoe informatie effectiever kan worden verspreid en hoe en door wie de voorlichting kan worden verbeterd en uitgebreid.

Vraag 6

Is het waar dat de betrokken teler in 2018 van de Inspectie SZW een waarschuwingsbrief heeft gekregen en dat de Inspectie SZW desalniettemin in 2019 geen controle bij deze teler heeft uitgevoerd? Zo ja, wat zegt dat over de handhaving van de regels met betrekking tot arbeidsveiligheid?4

Antwoord 6

Het betrokken bedrijf heeft in 2018 van de Inspectie SZW een brief ontvangen. Dit betrof geen waarschuwingsbrief, maar een afsluitende brief met daarin een samenvatting van hetgeen is aangetroffen en besproken tijdens de inspectie. Tijdens deze inspectie heeft de Inspectie SZW geen overtredingen geconstateerd. Er vond op dat moment overigens geen bespuiting plaats. In de brief werd het bedrijf geïnformeerd over het feit dat er niet handhavend werd opgetreden. Een herinspectie is aan de orde indien bij eerste inspectie een overtreding is geconstateerd.

Vraag 7

Wat moet er gebeuren om de pakkans bij dit soort overtredingen te vergroten en hoe gaat u hiervoor zorgen?

Antwoord 7

Naleving van wet- en regelgeving dient voor bedrijven en werkgevers van zelf te spreken. Naleving moet plaatsvinden en niet alleen omdat de overheid controleert. Dit laat onverlet dat de overheid controleert en dat bij overtredingen opgetreden wordt.

Het vaststellen van overtredingen van de regels die gelden voor het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen dient op heterdaad plaats te vinden. De inzet van de NVWA is om inspecties uit te voeren op het moment dat agrarische ondernemers daadwerkelijk gewasbeschermingsmiddelen toepassen.

Ten aanzien van de controles op arbeidsomstandigheden is door het kabinet geconstateerd dat de balans is verschoven van actieve, risicogerichte controles naar reactieve controles (naar aanleiding van arbeidsongevallen). Dit is neergelegd in het Inspectie Control Framework (Kamerstuk 34 550 XV, nr. 74). Om die balans de komende tijd te herstellen, versterkt het kabinet de inspectieketen, oplopend tot 50,5 miljoen euro in 2022. Daarmee draagt het kabinet bij een verhoging van de inspectiedekking. Om de kans te verhogen dat overtredingen worden bestraft, is het belangrijk dat misstanden gemeld worden zodat deze geconstateerd kunnen worden.


  1. https://www.bnnvara.nl/zembla/artikelen/medewerkers-onbeschermd-blootgesteld-aan-landbouwgif↩︎

  2. https://www.nvwa.nl/documenten/plant/gewasbescherming/gewasbescherming/publicaties/rapport-beeld-van-ontwikkelingen-op-het-domein-gewasbescherming-2018↩︎

  3. https://www.bnnvara.nl/zembla/artikelen/medewerkers-onbeschermd-blootgesteld-aan-landbouwgif↩︎

  4. https://www.bnnvara.nl/zembla/artikelen/medewerkers-onbeschermd-blootgesteld-aan-landbouwgif↩︎