Vormgeving Nationaal Water Programma 2022-2027
Structuurvisie Nationaal Water Programma
Brief regering
Nummer: 2019D42808, datum: 2019-10-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35325-1).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35325 -1 Structuurvisie Nationaal Water Programma.
Onderdeel van zaak 2019Z20471:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-11-05 15:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-11-06 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-11-11 11:00: Water (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-11-13 14:50: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (ð origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
35 325 Structuurvisie Nationaal Water Programma
Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28Â oktober 2019
Met deze brief informeer ik u, mede namens de Minister van LNV en BZK en gelet op artikel 2.3, vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening, over de wijze waarop ik het Nationaal Water Programma 2022â2027 vorm wil geven.
Het huidige Nationaal Waterplan en het Beheer- en Ontwikkelplan voor de Rijkswateren hebben een looptijd tot 22Â december 2021. Een aantal wateronderwerpen dient in de nationale plannen te worden verankerd. Het beleid, uitvoering en beheer staan immers niet stil. Dit betreft bijvoorbeeld de herijking van de Deltabeslissingen, waarvoor het kabinet in september 2020 in het Deltaprogramma 2021 een voorstel zal doen. De Waterwet bevat daarnaast de verplichting om uiterlijk 22Â december 2021 het huidige NWP en BPRW te herzien.
Omdat de Omgevingswet pas per 1 januari 2021 in werking treedt, zal ik de hoofdlijnen van het nationaal waterbeleid en het beheer van de rijkswateren op grond van de geldende wettelijke kaders (de Waterwet) vaststellen. Om echter in de geest van de Omgevingswet te werken, zal ik beide plannen integreren in één Nationaal Water Programma. Ook zal het Nationaal Water Programma aansluiten op de strategische hoofdlijnen van het waterbeleid zoals verwoord in de ontwerp NOVI en deze verder uitwerken.
Aan de vereisten van de Waterwet, waaronder de eisen die voortvloeien uit de Kaderrichtlijn Water, de Richtlijn Overstromingsrisicoâs en de Kaderrichtlijn Mariene Strategie, wordt invulling gegeven en het Nationaal Water Programma zal die doelstellingen, maatregelen en elementen bevatten die de Waterwet voorschrijft. Het gaat in ieder geval om de hoofdlijnen van het nationale waterbeleid, het Noordzeebeleid, de hoofdlijnen van het scheepvaartbeleid voor zover relevant voor het waterbeleid/beheer, stroomgebiedbeheerplannen, overstromingsrisicobeheerplannen, maatregelenprogramma Kaderrichtlijn Mariene Strategie, raakvlakken van ander beleid voor de leefomgeving met het waterbeleid/beheer, beschrijving van het beheer en de functies van de rijkswateren en maatregelen die nodig zijn met het oog op de ontwikkeling, werking en bescherming van rijkswateren, inclusief financiering.
Ik ben voornemens het plan-MER voor het Nationaal Water Programma 2022â2027 en het ontwerp Nationaal Water Programma 2022â2027 eind 2020 ter inzage te leggen. Daarover en over de zienswijzen die ik in de inspraakperiode van 6 maanden ontvang, zal ik u tegen die tijd informeren.
Het Nationaal Water Programma 2022â2027 wordt uiterlijk 22Â december 2021 vastgesteld.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga